26 049 Indonesië

Nr. 71 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 20 juli 2011

De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken1 heeft een aantal vragen voorgelegd aan de minister van Buitenlandse Zaken over de ontvoering van dorpelingen in Rawagedeh op 9 december 1947.

De minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 19 juli 2011. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

Pechtold

De griffier van de commissie,

Van Toor

Inleiding van de minister

Graag bied ik u hierbij, mede namens de minister van Defensie, een antwoord aan op de vragen van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken over de ontvoering van dorpelingen in Rawagedeh op 9 december 1947.

Dit antwoord betreft een aanvulling op mijn brief van 11 april jl. aan de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken (Aanhangsel Handelingen 2010/11, nr. 2193)

Vragen van de vaste commissie

  • 1. Bent u bereid om, in het licht van nieuwe feiten die recent aan het licht zijn gekomen over de ernstige tekortkomingen in de behandeling van de kwestie toentertijd, een onafhankelijk volkenrechtelijk advies in te winnen over de vraag of de gebeurtenissen in Rawagedeh daadwerkelijk verjaard zijn? Zo niet, waarom niet?

  • 2. Op welke wijze zijn de acht gevangenen beschreven die op 9 december 1947 zijn gemaakt? Hoe weet u, als de namen onbekend zijn, dat het er acht zijn? Wat weet u wel van deze mensen (geslacht, leeftijd, functies)?

  • 3. Op welke wijze is hun lot beschreven in het verslag van de internationale onderzoekscommissie van 12 januari 1948? Kunt u de passage hierover aan de Kamer sturen? Indien neen, waarom niet?

  • 4. Hoe lang zouden deze acht gevangenen vast hebben gezeten, volgens uw informatie? Is u bekend wat de datum van hun vrijlating is geweest?

  • 5. Acht u het mogelijk dat in Indonesië archieven zijn, waar het lot van deze mensen is te achterhalen? Zo ja bent u bereid contact op te nemen met relevante Indonesische archiefdiensten? Indien neen, waarom niet?

  • 6. Er is verwarring ontstaan, mede door u ingegeven als nader en aanvullend antwoord van 11 april 2011 op de Kamervragen onder nummer Aanhangsel 800, vergaderjaar 2010–2011, waarbij in ieder geval nieuwe feiten blijken (in weerwil van uw antwoorden van 6 september 1995, (Aanhangsel 1190, vergaderjaar 1994–1995), over de gebeurtenissen op 9 december 1947 in Rawagedeh. Acht u het daarom noodzakelijk de gebeurtenissen opnieuw te onderzoeken? Indien neen, waarom niet? Zo ja, wanneer en hoe zult u dat doen?

  • 7. Bent u bereid in het licht van de door u gepresenteerde nieuwe feiten informatie uit Archiefmap 1304 van het Nationaal Archief bij nieuw onderzoek te betrekken? (Archiefmap 1304. «Nieuw bewijs van massa-executie in Indonesië», De Groene Amsterdammer, 10 oktober 2008. Zie Aanhangsel 1274, vergaderjaar 2008–2009)

  • 8. Deelt u de mening dat het noodzakelijk is contact op te nemen met de getuigen van de vijf vermisten uit Rawagedeh om met hen te onderzoeken of er een verband is tussen de vijf vermisten en de acht gevangenen waarvan u melding heeft gemaakt? (Zie daarvoor de brief van dhr. Pondaag, d.d. 12 januari 2011) Zo ja, op welke termijn bent u voornemens dat te doen?

  • 9. Deelt u de mening dat het in het licht van de nieuwe gegevens noodzakelijk is contact op te nemen met de nog in leven zijnde Nederlandse militairen die aan de aanval op Rawagedeh hebben deelgenomen, om hun getuigenis over de gebeurtenissen op te nemen? Indien neen, waarom niet? Zo ja, op welke wijze zult u dat doen?

  • 10. Is het waar dat de vijf nog in leven zijnde militairen van de aanval op Rawagedeh een spreekverbod hebben gekregen om met de heer Sa'ih, de enige overlevende van de moordpartij in Rawagedeh, te spreken, toen hij in het najaar van 2010 in Nederland op bezoek was? Zo ja, waarom is dat gedaan? Indien neen, hoe zijn dan de feiten? is het mogelijk dat contact is ontraden? Kunt u dat toelichten?

  • 11. Bent u bereid in Rawagedeh, Tjikampek of elders in Indonesië onderzoek te doen naar de lotgevallen van deze acht gevangenen? Indien neen, waarom niet?

Antwoord van de minister

Zoals ik heb aangegeven in de brief van mijn ministerie aan het Komite Utang Kehormatan Belanda, die uw Kamer op 11 april jl. in afschrift is toegezonden,

is het beschikbare bronnenmateriaal bij het Nederlandse Instituut voor Militaire Historie (NIMH) en het Nationaal Archief betreffende de gebeurtenissen in Rawagedeh op 9 december 1947 nogmaals bestudeerd. In dit materiaal wordt geen melding gemaakt van ontvoeringen door Nederlandse militairen. Wel blijkt uit het materiaal dat er op 9 december 1947 acht personen gevangen zijn genomen, waaronder één zwaar gewonde Brits Indiër. Dit is vermeld in het dagelijks operatief rapport van de commandant van de 2e Infanterie Brigade Groep van 12 december 1947. Het materiaal bevat verder geen informatie over de identiteit van deze personen (geslacht, leeftijd, functies). In het verslag van de internationale onderzoekscommissie van 12 januari 1948 over de gebeurtenissen in Rawagedeh wordt gesteld dat volgens de commandant die de actie in Rawagedeh leidde, de betreffende gevangenen doorgestuurd zouden zijn naar het bataljonshoofdkwartier te Tjikampek en daar werden vrij gelaten. Er is geen nadere informatie gevonden over de datum waarop dit zou hebben plaatsgevonden. Omdat het verslag van de internationale onderzoekscommissie de classificatie UN restricted heeft, kan ik u de betreffende passage pas toezenden als de VN hierin toestemt. Ik heb hiertoe bij de VN een verzoek laten indienen.

Bovengenoemde informatie in het bronnenmateriaal bij het NIMH en het Nationaal Archief is overigens niet nieuw. Deze stond ook al ter beschikking van het Openbaar Ministerie ten tijde van het oriënterend onderzoek dat het OM in 1995 heeft uitgevoerd. Dit geldt ook voor de informatie in archiefmap 1304 van het Nationaal Archief. Deze informatie is ook voor het publiek toegankelijk.

Voor zover kon worden achterhaald zijn er geen Nederlandse archieven aanwezig in Indonesië, waarin informatie over de gebeurtenissen op 9 december 1947 in Rawagedeh terug te vinden zou kunnen zijn. De relevante Nederlands-Indische archieven uit die periode bevinden zich alle in Nederland.

Op basis van het bovenstaande blijf ik bij mijn eerdere standpunt dat het niet zinvol is om nader onderzoek te doen naar aanleiding van het bericht over de vermeende ontvoeringen tijdens de actie in Rawagedeh. In dit licht acht ik het ook niet opportuun om contact op te nemen met de getuigen uit Rawagedeh of de nog in leven zijnde Nederlandse militairen die bij de actie in Rawagedeh betrokken waren. Deze militairen hebben geen spreekverbod gekregen om met de heer Sa’ih te spreken, tijdens diens bezoek aan Nederland vorig jaar. Ik acht het evenmin aan de orde om onafhankelijk volkenrechtelijk advies in te winnen inzake de verjaring van de gebeurtenissen in Rawagedeh, aangezien deze kwestie momenteel onder de rechter is.


X Noot
1

Samenstelling:

Leden: Bommel, H. van (SP), Staaij, C.G. van der (SGP), Timmermans, F.C.G.M. (PvdA), Ormel, H.J. (CDA), Ferrier, K.G. (CDA), Haverkamp, M.C. (CDA), Eijsink, A.M.C. (PvdA), ondervoorzitter, Irrgang, E. (SP), Roon, R. de (PVV), Voordewind, J.S. (CU), Pechtold, A. (D66), voorzitter, Broeke, J.H. ten (VVD), Thieme, M.L. (PvdD), Peters, M. (GL), Kortenoeven, W.R.F. (PVV), Bosman, A. (VVD), Dikkers, S.W. (PvdA), El Fassed, A. (GL), Hachchi, W. (D66), Dijkhoff, K.H.D.M. (VVD), Driessen, J.H.A. (PVV), Hilkens, M. (PvdA) en Vacature VVD.

Plv. leden: Raak, A.A.G.M. van (SP), Dijkgraaf, E. (SGP), Samsom, D.M. (PvdA), Bruins Slot, H.G.J. (CDA), Çörüz, C. (CDA), Knops, R.W. (CDA), Arib, K. (PvdA), Dijk, J.J. van (SP), Mos, R. de (PVV), Wiegman-van Meppelen Scheppink, E.E. (CU), Schouw, A.G. (D66), Hennis-Plasschaert, J.A. (VVD), Ouwehand, E. (PvdD), Sap, J.C.M. (GL), Wilders, G. (PVV), Leegte, R.W. (VVD), Heijnen, P.M.M. (PvdA), Braakhuis, B.A.M. (GL), Veldhoven, S. van (D66), Taverne, J. (VVD), Bontes, L. (PVV), Recourt, J. (PvdA) en Mulder, A. (VVD).

Naar boven