Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 november 2024
Hierbij bied ik u het jaarplan van de Nederlandse Arbeidsinspectie (hierna: Arbeidsinspectie)
voor 2025 aan. Dit plan publiceert de Arbeidsinspectie elk jaar met een beschrijving
van diverse activiteiten en opgaven voor het nieuwe jaar voor haar toezicht op eerlijk,
gezond en veilig werk en bestaanszekerheid. Ook worden daarin ramingen rondom kerncijfers
en prestatie-indicatoren gepresenteerd. Dit jaarplan gaat over het derde jaar van
het Meerjarenplan 2023–2026 (MJP).1
De maatschappelijke opdracht van de Arbeidsinspectie blijft in lijn met het MJP. Dat
betekent onder andere dat de Arbeidsinspectie haar toezicht komend jaar doorzet langs
elf toezichtsprogramma’s. De focus van deze programma’s ligt op het versterken van
naleving van de arbeidswetten en het daarmee bijdragen aan gezond, veilig en eerlijk
werk en bestaanszekerheid. Het jaarplan beschrijft per programma wat de voorgenomen
activiteiten zijn en op welke sectoren het toezicht zich richt. Om het toezicht op
de uitzendsector te intensiveren stel ik extra middelen beschikbaar aan de Arbeidsinspectie
voor de verdere aanpak van misstanden. Dit heb ik reeds aangekondigd in mijn Kamerbrief
van 25 oktober 2024 over de uitvoering en lagere regelgeving van de Wet toelating
terbeschikkingstelling van arbeidskrachten (Wtta)2.
Het afhandelen van meldingen en verzoeken blijft een substantieel onderdeel van het
werk van de Arbeidsinspectie. Voor de opvolging van meldingen is samenwerking met
regionale en landelijke partners van groot belang. Ook de voorgenomen activiteiten
van de Opsporingsdienst van de Arbeidsinspectie komen aan bod in het jaarplan. Daarbij
is benoemd dat het verlichten van de strafrechtketen een aandachtspunt is. Verder
is in het jaarplan het belang van internationale samenwerking aangegeven, onder andere
in het verband met de European Labour Authority (ELA).
De kerncijfers en prestatie-indicatoren uit het jaarplan zijn gericht op de directe
resultaten van het inspectiewerk en op een inschatting van het bereik en maatschappelijk
effect van het toezicht van de Arbeidsinspectie. De belangrijkste indicatoren zijn
het handhavingspercentage bij eerste inspecties en herinspecties, en indicatoren die
inzicht geven in de kwantitatieve en kwalitatieve inzet van de Arbeidsinspectie.
Met dit jaarplan biedt de Arbeidsinspectie inzicht in haar keuzes voor 2025 en welke
doelen zij daarmee nastreeft. Over de uitkomsten van het toezicht op de arbeidswetten
zal uw Kamer via het jaarverslag van de Arbeidsinspectie geïnformeerd worden. De Arbeidsinspectie
is uiteraard bereid om, indien gewenst, een toelichting te geven op het jaarplan aan
uw Kamer.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Y.J. van Hijum