25 883 Arbeidsomstandigheden

Nr. 447 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 november 2022

Gezond, veilig en eerlijk werk en bestaanszekerheid voor iedereen. Dat is waar dit kabinet aan werkt en waar de Nederlandse Arbeidsinspectie met haar toezicht aan bijdraagt. In de arbeidswetten waar de Inspectie haar toezicht op baseert, hebben werkgevers en werknemers zelf een duidelijke rol en verantwoordelijkheid. Hoe belangrijk daarbij de «tone at the top» is, kan bijna niet overschat worden. Het is zaak dat werkgevers actief uitdragen en voorleven wat een veilige cultuur is, wat eerlijke arbeidsvoorwaarden en goede arbeidsomstandigheden zijn. Ik zet me daar ook persoonlijk voor in.

Iedere vier jaar schetst de Nederlandse Arbeidsinspectie haar ambities, programmatische werkwijzen en activiteiten in een plan voor de komende jaren. In jaarplannen vindt verdere specificering plaats. Hierbij bied ik u aan het Meerjarenplan 2023–2026 en het daarvan afgeleide Jaarplan 2023 van de Nederlandse Arbeidsinspectie.

Onderstaand licht ik er een aantal punten uit die ik in het bijzonder onder de aandacht van uw Kamer wil brengen.

Toezichtsinstrumenten, sector, keten

Om maatschappelijk effect te bereiken zet de Arbeidsinspectie verschillende toezicht- en handhavingsinstrumenten in die proportioneel en passend zijn bij de problematiek, bij kenmerken van de doelgroepen en bij situationele kenmerken. Deze inzet is mede afhankelijk van de motieven van werkgevers om relevante wet- en regelgeving wel of niet na te leven. De meerderheid van werkgevers houdt zich aan de arbeidswetten. Voor werkgevers die de regels niet kennen of de regels niet kunnen toepassen, zet de Inspectie in op preventieve instrumenten zoals voorlichting, zelfinspectietools en, overleg met sector- of brancheorganisaties. Lijken de werkgevers zich bewust van regels, maar laat de naleving desondanks te wensen over, dan zet de Inspectie druk via opdrachtgevers met een zogenaamde ketenaanpak, inspecteert zij bij individuele werkgevers en – afhankelijk van de uitkomst – waarschuwt zij, stelt zij eisen, legt ze werkzaamheden stil of legt zij boetes op. Werkgevers die vanuit berekenend gedrag hardnekkig de arbeidswetten overtreden en voor misstanden in werksituaties zorgen, worden aangepakt met herinspecties en een escalatieladder met in hoogte oplopende boetes, stilleggingen en strafrechtelijk onderzoek.

Programmering 2023–2026

In dit Meerjarenplan schetst de Arbeidsinspectie de maatschappelijke opgaven, de prioritering van risico’s op het domein van de Arbeidsinspectie en de organisatie van het toezicht vanuit programma’s en op basis van meldingen uit de samenleving. In het Meerjarenplan en Jaarplan komen alle toezichtsprogramma’s en hun activiteiten – in het bijzonder voor 2023 – aan bod, alsmede het toezichtswerk op basis van meldingen en verzoeken. De programma’s zijn gericht op herkenbare maatschappelijke risico’s. Om keuzes te maken, gebruikt de Inspectie risico-analyses zowel op strategisch en tactisch als op operationeel niveau. De risico-analyse en keuzes op strategisch niveau zijn gestoeld op een Inspectiebrede Risico-analyse en een omgevingsanalyse. Binnen de programma’s maakt de Inspectie op tactisch niveau vervolgens keuzes voor verschillende projecten en de inzet van toezichtsinstrumenten. Binnen de projecten waarin zo’n aanpak wordt georganiseerd, vindt operationele risicoselectie plaats. Deze selectie is dan om te bepalen bij welke bedrijven/subjecten een interventie plaatsvindt.

Voor de jaren 2023–2026 werkt de Inspectie met de volgende programma’s:

  • Arbeidsuitbuiting & Ernstige benadeling

  • Uitzendbureaus

  • Internationaal, Schijn-constructies en Cao-naleving

  • Toezicht Suwi/Toezicht Sociaal Domein

  • PSA, arbeidsdiscriminatie en fysieke belasting

  • Blootstelling gevaarlijke stoffen

  • Asbest

  • Procesveiligheid Brzo/ARIE

  • Certificatie & Markttoezicht

  • Goed werkgeverschap in sectoren en ketens

  • Trends en ontwikkelingen

Het aantal actieve programma’s gaat van 15 in de huidige periode naar 11 in de nieuwe periode. De belangrijkste overweging daarbij is dat in de huidige programmaperiode in meerdere sectoren een «ketenaanpak» effectief blijkt te zijn. Die aanpak komt erop neer dat de aanzienlijke invloed die opdrachtgevers hebben op arbeidsomstandigheden en -voorwaarden, wordt geactiveerd om tot verbeteringen te komen (bijvoorbeeld in de bouw, schoonmaak of pakketbezorging).

Op een aantal punten is er specifieke aanleiding om in de nieuwe programmering elementen in een bijzonder (coördinerend) programma uit te lichten. Dat geldt bijvoorbeeld op het gebied van het internationale samenwerken, waarbij de coördinatie op dat onderwerp een plek krijgt binnen het bestaande programma gericht op schijnconstructies.

De uitkomst van de in voorbereiding zijnde «Staat van Gezond werk» geeft aan dat er behoefte is aan het ontwikkelen van verdiepende aanpakken om uiteindelijk meer effect te genereren. De ontwikkelopdracht richt zich op de vraag hoe het komt dat de problematiek van fysieke belasting zo persistent is, hoe de Inspectie op dit risico heeft geïntervenieerd en met welk resultaat. Die opdracht wordt opgepakt door het programma PSA, arbeidsdiscriminatie en Fysieke belasting.

Met het programma Trends en ontwikkelingen bouwt de Inspectie flexibiliteit in om te reageren op nieuwe en mogelijk onderbelichte of onbekende risico’s op het domein van de Arbeidsinspectie. In dit programma voert de Arbeidsinspectie verkenningen uit om meer zicht te krijgen op de problematiek en zet waar nodig handhaving in. Het programma zal veel verbinding zoeken met andere organisatieonderdelen, andere toezichthouders en kennisinstituten.

Uitbreiding van taken en formatie

De Inspectie maakt gebruik van strategische personeelsplanning om de opgaven van dit Meerjarenplan te realiseren. Met de extra middelen uit het regeerakkoord Rutte III is de formatie van de Inspectie in de vorige meerjarenplanperiode uitgebreid van ongeveer 1.200 fte in 2018 naar bijna 1.600 fte in 2022. De komende jaren zal de formatie van de Inspectie verder groeien.

  • Het Aanjaagteam bescherming arbeidsmigranten heeft het kabinet geadviseerd om te komen tot een verplichte certificering van uitzendbureaus. Om de daaruit voortvloeiende extra toezichtactiviteiten te kunnen uitvoeren, is de formatie van de Arbeidsinspectie structureel uitgebreid met 90 fte.

  • Het kabinet wil het wetsartikel waarmee de Arbeidsinspectie arbeidsuitbuiting strafrechtelijk aanpakt (273f Sr) moderniseren. Deze modernisering leidt tot een ruimere strafbaarstelling die meer werk met zich meebrengt. Daarom wordt haar formatie structureel uitgebreid met 32 fte.

  • Met de tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW) is het kabinet werkgevers tegemoet gekomen die door de coronacrisis geconfronteerd werden met omzetverlies. Het UWV voert deze regeling uit. De Arbeidsinspectie draagt hieraan bij door fraude met deze noodmaatregel aan te pakken. Om deze werkzaamheden te kunnen voortzetten en afronden, is de formatie van de opsporingsdienst van de Arbeidsinspectie tijdelijk uitgebreid met 22 fte.

  • Als een uitzendkracht slachtoffer is van een meldplichtig arbeidsongeval zal ook het uitzendbureau verplicht worden dit bij de Inspectie te melden. Deze beoogde aanpassing in de arbeidsomstandighedenwet volgt uit het werk van het Aanjaagteam bescherming arbeidsmigranten. Voor het verwerken en oppakken van de extra meldingen breidt de Inspectie vanaf 2025 structureel uit met 18 fte.

  • De formatie van de Arbeidsinspectie wordt ten slotte meerjarig uitgebreid met 33 fte ten behoeve van werkzaamheden die hoofdzakelijk voortvloeien uit nieuwe of gewijzigde regelgeving. Dat betreft het revitaliseren van het toezicht op de ARIE-bedrijven (15 fte), extra toezicht door het aanpassen van het Arbobesluit en de Arboregeling met betrekking tot asbestverwerking (5 fte), en het wijzigen van Europese Verordening Markttoezicht als gevolg waarvan de Arbeidsinspectie in samenwerking met de Douane Nederland buitengrenscontroles zal gaan uitvoeren (5 fte). De formatie van de Arbeidsinspectie neemt ook toe als gevolg van de voortzetting van het programma Werk aan Uitvoering (WaU) door het kabinet Rutte IV (8 fte).

De Inspectie is graag bereid een briefing te geven over haar plannen of anderszins vragen te beantwoorden. Bij de binnenkort plaatsvindende behandeling van de begroting 2023 van SZW (Kamerstuk 36 200 XV) kunnen uiteraard het meerjarenplan 2023–2026 en het jaarplan 2023 ook worden betrokken.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip

Naar boven