25 883 Arbeidsomstandigheden

Nr. 483 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 maart 2024

Hierbij bied ik u het Jaarverslag aan van de Nederlandse Arbeidsinspectie over 2023. Hierin kijkt de Arbeidsinspectie terug op de activiteiten en resultaten in het eerste uitvoeringsjaar van het Meerjarenplan 2023–2026 dat de kaders en maatschappelijke opgaven voor de inzet van de Inspectie bepaalt.1

De Inspectie handhaaft de Nederlandse arbeidswetgeving, voert opsporingsonderzoek uit en houdt toezicht op het stelsel van werk en inkomen. Het toezicht vindt zowel plaats binnen actieve, risicogerichte programma’s als responsief door meldingen en verzoeken af te handelen.

Het Jaarverslag bestaat uit drie delen.

In het eerste deel reflecteert de Inspecteur-Generaal op de toezichtervaringen met de kennismigrantenregeling en de verschillen tussen de bedoeling van de regeling en de praktijk ervan.

Het tweede deel bevat een vijftal verhalen over de inspectiepraktijk:

  • Het eerste beschrijft een zorgwekkende situatie waarin buitenlandse chauffeurs te maken krijgen met fraude, dreigementen, benadeling en/of andere strafrechtelijke vergrijpen.

  • Het tweede richt zich op ervaringen met het bestrijden van fraude met de tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW).

  • Daarna volgt een beschrijving van de ervaringen met het opzetten van het toezicht op de nieuwe Aanvullende Risico-Inventarisatie en -Evaluatie (ARIE)-regeling.

  • Het vierde verhaal gaat over de werkwijze waarbij veel bedrijven na een ongeval zelf onderzoek doen naar een arbeidsongeval om op basis daarvan een verbeterplan te maken en zo het lerend effect van het ongevalsonderzoek te vergroten.

  • Tot slot beschrijft het laatste verhaal de vorming van de European Labour Authority; waarmee EU-brede samenwerking op het gebied van eerlijk werk een impuls krijgt, bijvoorbeeld door internationale samenwerking en grensoverschrijdend inspecteren te faciliteren.

In het derde deel vindt u een meer cijfermatige verantwoording over de inzet van mensen, middelen en uitvoering.

De Arbeidsinspectie is graag bereid tot een nadere toelichting of technische briefing indien uw Kamer daar prijs op stelt.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip


X Noot
1

MJP 2023–2026, Tweede Kamer, vergaderjaar 2022–2023, 25 883, nr. 447, gepubliceerd op 2 december 2022.

Naar boven