25 883 Arbeidsomstandigheden

Nr. 241 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 juni 2014

Op 12 maart jl. heb ik u geïnformeerd over de stand van zaken rondom de arbeidsvoorwaarden van werknemers die werken aan de A2 bij Maastricht en de A4 tussen Delft en Schiedam (Kamerstuk 25 883, nr. 235). Over dit onderwerp zijn eerder Kamervragen gesteld door de leden Kerstens, Kuiken en Fokke (allen PvdA) (Aanhangsel Handelingen II 2013/14, nr. 623). Ook tijdens diverse Algemene Overleggen (AO’s) is dit onderwerp ter sprake gekomen.

De naleving van wet- en regelgeving is primair een verantwoordelijkheid van de werkgever zelf. Verschillende private en publieke instanties hebben een rol in het toezicht op de naleving van arbeidsvoorwaarden. De Inspectie SZW speelt een belangrijke rol als het gaat om toezicht op de naleving van het wettelijk minimumloon en andere arbeidswetgeving.

Inmiddels heeft het onderzoek van de Inspectie SZW bij de A2 de eerste resultaten opgeleverd in de vorm van een boeterapport. Het onderzoek naar andere misstanden is nog in volle gang. Bij grote projecten zoals de A2 en de A4 zijn lange werkgeversketens van opdrachtgevers, aannemers, onderaannemers, hoofd- en nevenvestigingen betrokken die in verschillende landen gevestigd zijn. Via ingewikkelde constructies wordt versluierd welke onderneming verantwoordelijk is voor goede arbeidsvoorwaarden en eerlijke beloning. Dit maakt het onderzoek en de aanpak van misstanden complex en arbeidsintensief.

Nu verdergaand specifiek informeren zou de voortgang van het onderzoek kunnen belemmeren. Daarom bied ik u gaarne een technische briefing aan over de aanpak van schijnconstructies zoals bij de A2 en A4, waarin gedetailleerder ingegaan kan worden op de complexiteit van deze onderzoeken en de voorlopige resultaten van de Inspectie SZW.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

Naar boven