25 883 Arbeidsomstandigheden

29 628 Politie

Nr. 169 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 april 2010

Recent heeft u het verslag ontvangen van de inspecties die de Arbeidsinspectie in de periode van maart tot en met juni 2009 bij de sector politie heeft uitgevoerd (Kamerstuk 25 883/29 628, nr. 168).

Daarbij zijn dertien korpsen geïnspecteerd op de naleving van de Arbeidstijdenwet en dertien andere regiokorpsen op de naleving van de Arbeidsomstandighedenwet, ten aanzien van agressie en geweld.

Ik hecht eraan op de resultaten van de inspecties naar uw Kamer te reageren.

A. Arbeidstijdenwet

De sector politie valt sinds 1997 onder de werking van de Arbeidstijdenwet. Sinds die tijd worden de korpsen regelmatig onderzocht door de Arbeidsinspectie. Elke twee tot drie jaar vindt door deze dienst een handhavingsonderzoek plaats.

In de eerste jaren na inwerkingtreding van de ATW werden bijna 1 miljoen overtredingen geconstateerd. Hierop zijn verschillende maatregelen in gang gezet. Zo is er een eind gekomen aan verschillende registratiesystemen binnen de politie, en is er één uniform landelijk systeem voor de politie ingericht (sedert 1 januari 2010 is de Basisvoorziening Capaciteitsmanagement (BVCM) operationeel bij alle korpsen). Hiermee kunnen de korpsen personeel inzetten naar gelang het werkaanbod (capaciteitsmanagement). Met de vakorganisaties is één landelijke arbeidstijdenregeling afgesproken die sedert 1 mei 2009 voor alle korpsen geldt. Er is veel geïnvesteerd in voorlichting en kennis bij het management op de werkvloer.

Enkele jaren geleden heb ik een prestatie-afspraak gemaakt met korpsbeheerders tot vermindering van het aantal ATW-overtredingen met 40%.

In de afgelopen jaren is het aantal ATW-overtredingen aanzienlijk gedaald. Niettemin blijven overtredingen in deze sector voorkomen, in het bijzonder bij speciale diensten zoals recherche, arrestatieteams, Dienst Koninklijke en Diplomatieke Beveiliging zoals ook door de Arbeidsinspectie wordt opgemerkt. De constatering van de Arbeidsinspectie dat dit vooral voorkomt bij te lange diensten en te weinig rust is herkenbaar. Dit beeld werd ook door eigen monitoring herkend.

De Arbeidinspectie wijt de overtredingen aan sturing op de werkvloer en verwijst naar korpsen die in staat zijn gebleken het beter te zijn gaan doen. Ik zal de korpsleidingen blijven aanspreken op sturing vanaf de werkvloer op dit onderwerp.

Niettemin ben ik van mening dat overtredingen bij de politieorganisatie niet te vermijden zijn. De politie is een 24 uurs-organisatie met doorgaans onvoorziene activiteiten die zich door de aard van het werk en de onvoorspelbaarheid niet volledig laat vangen in de regels van de Arbeidstijdenwet. Dit blijkt ook uit de constatering van de Arbeidsinspectie dat overtredingen relatief het meest voorkomen bij recherche, arrestatieteams en mobiele eenheid.

Hoewel in 2007 onderzoek is gedaan door de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid naar de mate van belemmering van de ATW op de bedrijfsvoering van de korpsen is in 2009 een onderzoek verricht door TNO naar de mate van belemmering van de ATW, uitsluitend op een aantal bijzondere politiediensten. De rapportage is aan uw Kamer toegezegd en zal binnen afzienbare tijd aan uw Kamer worden gezonden.

De Arbeidsinspectie heeft aangekondigd in gesprek te willen gaan over de uitkomsten van deze inspectie. Het rapport van TNO is een goede basis voor dit gesprek.

B. Agressie en geweld tegen politieambtenaren

Naar aanleiding van inspecties, concludeert de Arbeidsinspectie dat twaalf van de dertien bezochte korpsen nog onvoldoende maatregelen nemen om hun werknemers tegen agressie en geweld te beschermen. In totaal constateert de Arbeidsinspectie honderdachtentwintig overtredingen op de bepalingen rondom agressie en geweld van de Arbeidsomstandighedenwet. Deze overtredingen hebben betrekking op voorlichting en training aan werknemers en het treffen van bouwkundige en technische maatregelen. Dit zijn stevige conclusies en ik deel dan ook de zorg van de Arbeidsinspectie.

Aard en omvang agressie en geweld tegen politiefunctionarissen

Politiefunctionarissen worden in de uitoefening van hun vak veelvuldig geconfronteerd met agressie en geweld. Uit onderzoek naar de aard en omvang van agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak verricht in opdracht van mijn Ministerie, blijkt dat in 2009 68 procent van de politiefunctionarissen te maken heeft met agressie en geweld.1 In 2007 lag dit percentage vier procent hoger: 72 procent. Het grootste risico lopen politieagenten in de nachtelijke uren van het weekend en bij optreden tegen veelplegers.2

Maatregelen tegen agressie en geweld

In mijn brief van februari 2009 heb ik uw Kamer de resultaten van het onderzoek «Bont en Blauw» aangeboden.3 Dit betreft een onderzoek naar de behandeling van en de bejegening bij geweldszaken tegen politiefunctionarissen door politie en openbaar ministerie. Hierin is onder andere geëvalueerd in hoeverre de in december 2005 in werking getreden handreiking «protocol geweld tegen de politie» binnen de sector is uitgevoerd . Deze handreiking besteedt onder meer aandacht aan het voorkomen van geweld, de rol van de ketenpartners en het bevat minimumnormen voor een geweldsprotocol binnen de politiekorpsen.

De onderzoekers concluderen dat:

  • Er geen uniformiteit is in protocollen over geweld tegen de politie, waardoor er verschil is in kwaliteit, reikwijdte, definitie en uitvoeringspraktijk;

  • Er geen sprake is van eenduidige borging van het geweldsprotocol binnen politiekorpsen;

  • De zorg voor politiefunctionarissen die geconfronteerd zijn met geweld voldoende is gewaarborgd;

  • Alle korpsen over schadeafhandeling beschikken en hierin ondersteuning bieden;

Ook uit het eerder genoemde onderzoek naar de aard en omvang van agressie en geweld, blijkt dat anno 2009 nazorg en schadeverhaal stevig verankerd zijn in de aanpak door de politie. In vergelijking met andere werkgevers, investeert de politie al lange tijd in de aanpak van agressie en geweld. Algemeen beeld is dat de aanpak van de politie zich kenmerkt door een duidelijke reactie naar de dader. Zo zijn politiefunctionarissen, in vergelijking met werknemers met een publieke taak, vaker van mening dat hun werkgever ongewenst gedrag voldoende serieus neemt. Ook is de actiegerichtheid na een incident volgens politiefunctionarissen hoog.

Tegelijkertijd blijkt uit dit onderzoek dat veel politiefunctionarissen onvoldoende op de hoogte zijn van maatregelen die hun werkgever treft. Van het bestaan van trainingen is 61 procent van de politiefunctionarissen op de hoogte en van een registratiesysteem 57 procent. Wel zijn in vergelijking met 2007 meer politiefunctionarissen in 2009 bekend met het feit dat hun werkgever een geweldsprotocol heeft (68 procent in 2007, 81 procent in 2009).

Het rapport van de Arbeidsinspectie beschouw ik als een duidelijk signaal dat aangeeft dat er weliswaar belangrijke eerste stappen zijn gezet, maar dat daarnaast nog veel werk voor ons ligt. Een effectieve aanpak van agressie en geweld vraagt om een stevige borging binnen de organisatie en intensieve communicatie naar het eigen personeel. Uiteindelijk zijn het de politiefunctionarissen zelf die het verschil moeten merken van een stevige aanpak van agressie en geweld tegen de politie. In onderstaande paragraaf beschrijf ik de maatregelen die ik tref om een dergelijke stevige aanpak neer te zetten.

Protocol Geweld tegen politieambtenaren

In de eerder genoemde brief van februari 2009, heb ik toegezegd dat er één landelijke uitvoeringsregeling voor geweld tegen politie komt. Met het aanbieden van het «Protocol Geweld tegen politieambtenaren» aan het korpsbeheerdersberaad op 17 maart 2010, is de landelijke uniforme aanpak van agressie en geweld tegen politiefunctionarissen een feit. Hiermee komt de sector politie tegemoet aan eerdere afspraken in het «Akkoord Arbeidsvoorwaarden sector politie 2005–2007» om te komen tot één landelijke regeling voor de gehele sector politie. Doel van de uitvoeringsregeling is een heldere vastlegging van de manier waarop de politie in heel Nederland vervolg geeft aan geweld dat tegen politiefunctionarissen wordt gebruikt. Door helderheid te verschaffen, laat de regeling politiekorpsen nauwelijks ruimte om de afhandeling van geweld tegen hun werknemers anders af te handelen. De regeling omvat de keten vanaf het moment dat er sprake is van een geweldsincident tot aan het afsluiten van het dossier. In de uitvoeringsregeling zijn strikt omschreven:

  • inhoud (definities, uitgangspunten zoals een zware morele verplichting om te melden, uitbreiding met protocol prik- en bijtincidenten en bedreigde politieambtenaren)

  • structuur (borging in formatie en beleid van korpsen) en

  • proces (enkele processtap in de afhandeling is beschreven).

Met de portefeuillehouder van de Raad van Korpschefs heb ik afspraken gemaakt over de prestaties die voor eind 2010 gerealiseerd dienen te zijn in alle politiekorpsen in Nederland. Het Protocol Geweld tegen politieambtenaren past binnen de Eenduidige Landelijke Afspraken opsporing en vervolging die gemaakt zijn met politie en openbaar ministerie om de aanpak van agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak te versterken door middel van lik-op-stuk beleid en zwaardere straffen. In mijn brief van 3 maart 2010 heb ik uw Kamer daar separaat over geïnformeerd.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

E. M. H. Hirsch Ballin


XNoot
1

Aard en omvang van ongewenst gedrag tegen werknemers met een publieke taak. Een vervolgonderzoek. Ministerie van Binnenlandse Zaken, 2009.

XNoot
2

Agressie en geweld tegen politieambtenaren, prof. H. Naye, 2008.

XNoot
3

Tweede Kamer, vergaderjaar 2008–2009, 28 684 en 29 628, nr. 204.

Naar boven