25 834 Problematiek rondom asbest

Nr. 97 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 april 2015

In mijn brief van 26 januari jl. (Kamerstuk 25 834, nr. 91) heb ik toegezegd uw Kamer nader te informeren over de bevindingen van de asbestinventarisaties die zijn uitgevoerd op het voormalig varend defensiematerieel in het publieke domein. Tijdens het algemeen overleg over personeel op 11 maart jl., heb ik tevens toegezegd te reageren op het artikel over Zr. Ms. Zeeleeuw, zoals geplaatst op de website van Brandpunt Reporter. Met deze brief doe ik beide toezeggingen gestand.

Asbestinventarisaties

Defensie heeft na de ontdekking van asbest op de Tonijn eerder dit jaar, een asbestinventarisatie laten uitvoeren op de voormalige marineschepen die in bruikleen zijn gegeven. Dit betreft de Schorpioen, de Crijnssen en het brugcomplex van De Ruyter, alle drie in bruikleen bij het Marinemuseum in Den Helder. Daarnaast is een inventarisatie uitgevoerd op de Mercuur, in bruikleen bij een stichting en afgemeerd in de binnenhaven van Scheveningen. De asbestinventarisaties zijn uitgevoerd door een gecertificeerd extern bedrijf.

In het brugcomplex van De Ruyter is geen asbest aangetroffen. Op de Schorpioen en de Crijnssen is asbest aangetroffen op kleefmonsters, de genomen luchtmonsters waren schoon. Op de Mercuur is asbest aangetroffen op meerdere kleefmonsters en in twee luchtmonsters. Deze luchtmonsters waren afkomstig uit een niet voor publiek toegankelijke ruimte. Ik heb de GGD Hollands Noorden op grond van deze resultaten verzocht de eventuele gezondheidsrisico’s voor medewerkers en bezoekers te beoordelen. Zij concludeert dat er geen actueel blootstellingsrisico aanwezig is en acht de gezondheidsrisico’s voor het publiek, als gevolg van de mogelijke zeer kortdurende blootstelling aan asbest, verwaarloosbaar. Voor medewerkers is de verhoging van het risico afhankelijk van de duur en de werkzaamheden die zijn verricht. Dit zal in overleg met de betrokken medewerkers en stichtingen per individueel geval nader worden onderzocht. De medewerkers zullen over de uitkomsten van de onderzoeken worden geïnformeerd.

De Schorpioen en de Tonijn zijn inmiddels gesaneerd, vrijgegeven en weer opengesteld voor publiek. De Crijnssen wordt op dit moment nog gesaneerd en zal pas weer worden opengesteld na vrijgave door een gecertificeerd bedrijf. De Mercuur is gesloten en over het toekomstig gebruik hiervan wordt nog besloten. Hierbij wordt de stichting, die de Mercuur in bruikleen heeft, betrokken.

In mijn brief van 26 januari jl. heb ik voorts laten weten dat, daar waar het voormalig varend Defensiematerieel zich niet meer in eigendom of beheer van Defensie bevindt, de nieuwe eigenaar of beheerder wordt geadviseerd een asbestinventarisatie te laten uitvoeren. Bij de overdracht van varend materieel waarvan bekend was dat dit asbest bevatte of de aanwezigheid hiervan werd vermoed, is dit veelal opgenomen in de overdrachtspapieren. Defensie heeft inmiddels een brief gestuurd naar instanties en personen waarvan niet kan worden vastgesteld of zij ten tijde van de overdracht van het materieel zijn geïnformeerd over de (mogelijke) aanwezigheid van asbest. In deze brief worden zij geadviseerd een asbestinventarisatie te laten uitvoeren.

Artikel Brandpunt Reporter

In mijn brieven van 18 februari jl. heb ik schriftelijke vragen beantwoord (Aanhangsel handelingen II 2014/15, nr. 1324) en gereageerd op de uitzending van Brandpunt Reporter over asbest in Zr. Ms. Zeeleeuw (Kamerstuk 25 834, nr. 92). In deze brieven heb ik uw Kamer gemeld dat er geen indicatie is dat het personeel tijdens het operationeel gebruik van de onderzeeboten is blootgesteld aan asbeststof. Deze suggestie werd wel in de uitzending gewekt op grond van een rapport van onderzoeksbureau M.M.LAB. Hieruit zou volgens de reportage blijken dat de asbestbesmetting was ontstaan voordat met het levensverlengend onderhoud van Zr. Ms. Zeeleeuw was begonnen.

Ik heb uw Kamer gemeld dat M.M.LAB heeft bevestigd dat de conclusies uitsluitend betrekking hebben op de periode van het levensverlengend onderhoud, startend in oktober 2013, nadat de boot uit de vaart was genomen. Brandpunt Reporter heeft hierover vragen gesteld aan M.M.LAB. De beantwoording hiervan is te lezen in het artikel op de website van Brandpunt Reporter. M.M.LAB bevestigt nogmaals dat de conclusies uitsluitend betrekking hebben op de periode van het levensverlengend onderhoud.

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert

Naar boven