25 657 Persoonsgebonden Budgetten

Nr. 204 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 september 2015

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft mij verzocht om de algemene maatregel van bestuur (AMvB), die nodig zou zijn voor de «pilot integraal pgb», toe te sturen alsmede de stand-van-zaken over het integraal pgb te geven. In deze brief ga ik in op deze verzoeken.

Pilot integraal pgb

De pilot integraal pgb is geïnitieerd door de gemeenten Woerden en Delft, in samenwerking met Per Saldo. Het integraal pgb moet mensen in die gemeenten de mogelijkheid bieden om verschillende vormen van ondersteuning, jeugdhulp of zorg vanuit één budget in te kopen. Dit kan betrekking hebben op bijvoorbeeld ondersteuning, jeugdhulp of zorg thuis, op school, op het werk of om vervoer.

Het doel van de pilot is om ervaring op te doen teneinde budgethouders, door middel van en verdergaande integratie van zorg en ondersteuning en een beperking van administratieve lasten, onnodige handelingen en betere aansluiting van zorg uit de verschillende domeinen, optimale ondersteuning te bieden.

De pilot in Delft beperkt zich tot mensen met autisme, in Woerden kan het gaan om bredere groep mensen voor wie ondersteuning nodig is. Door de gemeenten is een projectteam ingesteld.

Ik juich het initiatief van de betreffende gemeenten en Per Saldo zeer toe. Het is goed om te verkennen of een integraal pgb een bijdrage kan leveren aan de beoogde vernieuwing van zorg en ondersteuning. Tegelijkertijd vraagt de uitwerking, ook al is er sprake van een afgebakend experiment, uiterste zorgvuldigheid, teneinde negatieve effecten voor de deelnemende budgethouders en betrokken uitvoerders uit te sluiten.

Bevorderen van de pilot

Tijdens de Tweede Kamerbehandeling van de Wmo 2015 (Kamerstuk 33 841) heb ik al toegezegd om de pilot integraal pgb te volgen en te bevorderen. In dat kader heb ik eerder ook besloten deze pilot financieel te ondersteunen.

VWS is op dit moment in overleg met de initiatiefnemers om aan de hand van de beoogde opzet van het experiment in kaart te brengen wat er aan maatregelen nodig is om een verantwoorde start te kunnen maken. In dit kader wordt ook bezien waar de huidige wettelijke kaders de start van het experiment verhinderen en hoe deze, met behulp van een AMvB, kunnen worden weggenomen.

Dit is een naar inhoud complexe exercitie die, zoals gezegd, een grote mate van zorgvuldigheid vereist. Hierbij gaat het primair om het waarborgen van de rechtszekerheid van de aan het experiment deelnemende budgethouders.

Daarnaast dient op andere onderdelen uitwerking plaats te vinden, zoals de verantwoording over de gelden onder de afzonderlijke wettelijke systemen, de goedkeuring van (zorg)overeenkomsten, de geldende termijnen voor indicatie, de berekening en verdeling van de eigen bijdrage.

Experimenteer-AMvB

Om het experiment ten volle mogelijk te maken is het nodig dat van vigerende regelgeving afgeweken kan worden en kan het aanvullend gewenst zijn om bepaalde afspraken en procedures te regelen. Het idee achter het integraal pgb is dat er sprake is van één pgb-besluit en één budget waarmee budgethouder kan voorzien in de afzonderlijke aanspraken op zorg en ondersteuning. Op grond van artikel 10.1.2 van de Wet langdurige zorg is het mogelijk om in afwijking vanuit de domeinen van de Jeugdwet, Wmo 2015, Wlz en Zvw een integraal pakket aan zorg mogelijk te maken. Dit moet dan in een AMvB worden geregeld, zo heeft de wetgever nadrukkelijk bepaald. Deze AMvB vergt een goede voorbereiding en afstemming met veldpartijen en voorhang bij beide Kamers. Ik hoop u de ontwerp AMvB zo spoedig mogelijk toe te kunnen zenden. Inwerkingtreding van de AMvB per 1 januari 2016 lijkt gegeven de fase van uitwerking niet reëel.

Ik vind het met de initiatiefnemers van belang dat het experiment op 1 januari 2016 kan starten. In het overleg met initiatiefnemers wordt daarom bezien of (delen van) het experiment naar aard en invulling al vooruitlopend op de inwerkingtreding van de AMvB zouden kunnen aanvangen. Zo zou bijvoorbeeld in de uitvoering wel alvast zoveel mogelijk integraal gewerkt kunnen worden door bijvoorbeeld het sluiten van convenanten, het aanstellen van één casemanager en kunnen de betrokken partijen samenwerken om administratieve lasten bij de cliënt weg te nemen.

Ik heb naar betrokken partijen mijn volledige bereidheid uitgesproken om de benodigde verkenning en uitwerking op een zo’n kort mogelijke termijn in intensief overleg te voltooien.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

Naar boven