Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 september 2015
De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft mij verzocht om de
algemene maatregel van bestuur (AMvB), die nodig zou zijn voor de «pilot integraal
pgb», toe te sturen alsmede de stand-van-zaken over het integraal pgb te geven. In
deze brief ga ik in op deze verzoeken.
Pilot integraal pgb
De pilot integraal pgb is geïnitieerd door de gemeenten Woerden en Delft, in samenwerking
met Per Saldo. Het integraal pgb moet mensen in die gemeenten de mogelijkheid bieden
om verschillende vormen van ondersteuning, jeugdhulp of zorg vanuit één budget in
te kopen. Dit kan betrekking hebben op bijvoorbeeld ondersteuning, jeugdhulp of zorg
thuis, op school, op het werk of om vervoer.
Het doel van de pilot is om ervaring op te doen teneinde budgethouders, door middel
van en verdergaande integratie van zorg en ondersteuning en een beperking van administratieve
lasten, onnodige handelingen en betere aansluiting van zorg uit de verschillende domeinen,
optimale ondersteuning te bieden.
De pilot in Delft beperkt zich tot mensen met autisme, in Woerden kan het gaan om
bredere groep mensen voor wie ondersteuning nodig is. Door de gemeenten is een projectteam
ingesteld.
Ik juich het initiatief van de betreffende gemeenten en Per Saldo zeer toe. Het is
goed om te verkennen of een integraal pgb een bijdrage kan leveren aan de beoogde
vernieuwing van zorg en ondersteuning. Tegelijkertijd vraagt de uitwerking, ook al
is er sprake van een afgebakend experiment, uiterste zorgvuldigheid, teneinde negatieve
effecten voor de deelnemende budgethouders en betrokken uitvoerders uit te sluiten.
Bevorderen van de pilot
Tijdens de Tweede Kamerbehandeling van de Wmo 2015 (Kamerstuk 33 841) heb ik al toegezegd om de pilot integraal pgb te volgen en te bevorderen. In dat
kader heb ik eerder ook besloten deze pilot financieel te ondersteunen.
VWS is op dit moment in overleg met de initiatiefnemers om aan de hand van de beoogde
opzet van het experiment in kaart te brengen wat er aan maatregelen nodig is om een
verantwoorde start te kunnen maken. In dit kader wordt ook bezien waar de huidige
wettelijke kaders de start van het experiment verhinderen en hoe deze, met behulp
van een AMvB, kunnen worden weggenomen.
Dit is een naar inhoud complexe exercitie die, zoals gezegd, een grote mate van zorgvuldigheid
vereist. Hierbij gaat het primair om het waarborgen van de rechtszekerheid van de
aan het experiment deelnemende budgethouders.
Daarnaast dient op andere onderdelen uitwerking plaats te vinden, zoals de verantwoording
over de gelden onder de afzonderlijke wettelijke systemen, de goedkeuring van (zorg)overeenkomsten,
de geldende termijnen voor indicatie, de berekening en verdeling van de eigen bijdrage.
Experimenteer-AMvB
Om het experiment ten volle mogelijk te maken is het nodig dat van vigerende regelgeving
afgeweken kan worden en kan het aanvullend gewenst zijn om bepaalde afspraken en procedures
te regelen. Het idee achter het integraal pgb is dat er sprake is van één pgb-besluit
en één budget waarmee budgethouder kan voorzien in de afzonderlijke aanspraken op
zorg en ondersteuning. Op grond van artikel 10.1.2 van de Wet langdurige zorg is het
mogelijk om in afwijking vanuit de domeinen van de Jeugdwet, Wmo 2015, Wlz en Zvw
een integraal pakket aan zorg mogelijk te maken. Dit moet dan in een AMvB worden geregeld,
zo heeft de wetgever nadrukkelijk bepaald. Deze AMvB vergt een goede voorbereiding
en afstemming met veldpartijen en voorhang bij beide Kamers. Ik hoop u de ontwerp
AMvB zo spoedig mogelijk toe te kunnen zenden. Inwerkingtreding van de AMvB per 1 januari
2016 lijkt gegeven de fase van uitwerking niet reëel.
Ik vind het met de initiatiefnemers van belang dat het experiment op 1 januari 2016
kan starten. In het overleg met initiatiefnemers wordt daarom bezien of (delen van)
het experiment naar aard en invulling al vooruitlopend op de inwerkingtreding van
de AMvB zouden kunnen aanvangen. Zo zou bijvoorbeeld in de uitvoering wel alvast zoveel
mogelijk integraal gewerkt kunnen worden door bijvoorbeeld het sluiten van convenanten,
het aanstellen van één casemanager en kunnen de betrokken partijen samenwerken om
administratieve lasten bij de cliënt weg te nemen.
Ik heb naar betrokken partijen mijn volledige bereidheid uitgesproken om de benodigde
verkenning en uitwerking op een zo’n kort mogelijke termijn in intensief overleg te
voltooien.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M.J. van Rijn