nr. 78
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 april 2009
Op 7 april jl. zond het televisieprogramma Nova een item uit over
langdurige afzondering in de GGZ.
In de uitzending werd gesproken over 150 zeer langdurige separaties. Het
getal komt voort uit een optelling van het aantal langdurige separaties en
afzonderingen in de GGZ in jaren 2004 tot en met 2008.
De nadere gegevens treft u in onderstaande tabel aan.
Duur afzondering | Afzondering (verblijf in gesloten eigen kamer e.d.) | |
---|
| 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | Totaal |
1–7 dagen | 51 | 45 | 55 | 54 | 60 | 265 |
8 dagen–1 mnd | 18 | 18 | 23 | 16 | 25 | 100 |
1–3 mnd | 10 | 23 | 21 | 17 | 15 | 86 |
3–6 mnd | 8 | 11 | 11 | 12 | 8 | 50 |
6–12 mnd | 9 | 8 | 8 | 6 | 0 | 31 |
> 1 jaar | 5 | 3 | 5 | 4 | 0 | 17 |
Totaal | 101 | 108 | 123 | 109 | 108 | 549 |
Duur separatie | Separatie (verblijf in separeer/isoleercel) | |
---|
| 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | Totaal |
1–7 dagen | 530 | 561 | 436 | 383 | 454 | 2 364 |
8 dagen–1 mnd | 429 | 395 | 377 | 332 | 275 | 1 808 |
1–3 mnd | 216 | 214 | 193 | 185 | 151 | 959 |
3–6 mnd | 70 | 71 | 85 | 61 | 52 | 339 |
6–12 mnd | 49 | 47 | 42 | 40 | 12 | 190 |
> 1 jaar | 44 | 37 | 29 | 24 | 0 | 134 |
Totaal | 1 338 | 1 325 | 1 162 | 1 025 | 944 | 5 794 |
Ik wil voorop stellen dat ik geschrokken ben van deze cijfers, zeker als
je deze zo over een wat langere periode bij elkaar optelt. Elke langdurige
separatie is er natuurlijk één te veel en voor alle betrokkenen
is dit uiteraard een zeer ingrijpende gebeurtenis. Het veld streeft er nu
naar via de projecten dwang en drang om het aantal separaties zo klein mogelijk
te maken.
Uit het Bopzis-registratiesysteem van de Inspectie voor de gezondheidszorg
(IGZ) volgt dat er in de periode van 2004 tot en met 2008 in totaal 134 separaties
en 17 afzonderingen zijn gemeld, die langer duurden dan 1 jaar. Het gaat dus
om een periode van vijf jaar. Nova heeft deze aantallen opgeteld en komt dus
uit op een aantal van 151.
Bij deze aantallen moet een belangrijke kanttekening worden geplaatst.
Voor de gemelde aantallen van 151 geldt dat bij aanvang sprake was van separatie
of afzondering. De beëindiging van een separatie of een afzondering wordt,
in geval deze parallel loopt aan een andere dwangmaatregel zoals bijvoorbeeld
dwangmedicatie, niet afzonderlijk afgemeld bij de inspectie voor de gezondheidszorg.
Zoals u waarschijnlijk weet komen separatie en het toedienen van dwangmedicatie
in het kader van een dwangbehandeling vaker gecombineerd voor. Pas als de
volledige dwangbehandeling is beëindigd, vindt afmelding plaats. Het
is ook niet verplicht op grond van de Wet bopz om de tussentijdse beëindiging
van een separatie of van een afzondering – als onderdeel van de dwangbehandeling –
te melden.
Dit kan betekenen dat een separatie of afzondering in werkelijkheid veel
korter geduurd heeft dan een jaar, terwijl die wel als één jaar
wordt geregistreerd. Dit komt bijvoorbeeld omdat de dwangmedicatie in dat
geval één jaar geduurd heeft. Het registratiesysteem Bopzis
kan dus een vertekend beeld opleveren van het aantal langdurende afzonderingen
en separaties.
Mede hierom zal de IGZ in het kader van het speerpunt «terugdringen
langlopende separaties» per 2009 bij alle GGZ-instellingen nagaan hoeveel
(lang)lopende separaties zij hebben, en hoe lang deze exact duren op basis
van het behandelplan. Aan het eind van elk kwartaal wordt bij alle grote geïntegreerde
GGZ-instellingen nagegaan in hoeverre er langlopende separaties zijn. Deze
informatie wordt aangereikt aan de inspecteurs en zij toetsen elk kwartaal
de langlopende separaties ter plaatse. In 2009 worden minimaal 150 langlopende
separaties getoetst. Voorts worden in 2009 alle kinder- en jeugdpsychiatrische
klinieken in het kader van het thema separeren bezocht. Deze analyse zal een
betrouwbaar zicht geven op de echt langlopende separaties.
Uit de cijfers van de IGZ blijkt verder dat het aantal (langdurige) separaties
gelukkig afneemt. Zo was het aantal separaties dat langer duurt dan één
jaar in 2004 nog 44 en in 2007 was dit aantal 24. Mijn voorlopige conclusie
daaruit is dat het ingezette beleid om dwang en drang in de GGZ terug te dringen
effectief is, maar dat de inspanningen daar onverminderd op gericht dienen
te zijn.
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
A. Klink