25 424 Geestelijke gezondheidszorg

Nr. 408 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 mei 2018

Naar aanleiding van de motie van de leden Diertens en Van den Berg met betrekking tot ROM-data (Routine Outcome Monitoring) en de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) (Kamerstuk 25 424, nr. 383), informeer ik u graag als volgt.

In de motie van de leden Diertens en Van den Berg wordt gevraagd ervoor te zorgen dat de ROM-data voldoen aan de AVG en de Kamer hierover te informeren.

ROM-gegevens

Waar het om gaat is of ROM-gegevens persoonsgegevens zijn die vallen onder de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) en met ingang van 25 mei 2018 de AVG1. De voorzieningenrechter heeft in het vonnis in kort geding van 2 augustus 20172 bepaald dat niet voldoende aannemelijk is geworden dat sprake is van persoonsgegevens in de zin van de Richtlijn en de Wbp. Daarom is evenmin voldoende aannemelijk geworden dat de ROM-praktijk onderworpen is aan desbetreffende wettelijke regels. Er is nog geen uitspraak van een rechter in een bodemprocedure of een oordeel van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). Op dit moment beziet de AP met inachtneming van het vonnis in kort geding of er onder andere een oordeel gegeven kan worden m.b.t. de vraag of sprake is van persoonsgegevens.

Het onderzoek loopt nog en dus is op dit moment is niet te zeggen óf ROM-gegevens persoonsgegevens zijn die vallen onder de Wbp. Daarom heeft mijn ambtsvoorganger geadviseerd om in de periode tot de uitspraak van de AP voor de zekerheid met uitdrukkelijke toestemming van de patiënt te werken. Deze lijn zet ik voort. (Zie ook mijn antwoorden d.d. 13 april 2018 op de Kamervragen van het Kamerlid Kooiman (SP) over het bericht dat ggz-instelling Parnassia Groep ROM gegevens deelt met de Stichting Benchmark GGZ, Handelingen II 2017/18, nr. 1780).

Autoriteit Persoonsgegevens

Ik heb geadviseerd om voor de zekerheid met uitdrukkelijke toestemming te werken. Het oordeel van de AP bepaalt of er sprake is van persoonsgegevens in de zin van de Wbp en met ingang van 25 mei 2018 de AVG. De AP houdt toezicht op de naleving van de privacywetgeving. Uiteraard zal ik uw Kamer informeren, zodra de AP een oordeel heeft gegeven.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis


X Noot
1

Vanaf 25 mei 2018 is de AVG van toepassing. Dit betekent dat de Wbp vanaf dat moment niet meer geldt.

X Noot
2

Vonnis in kort geding van 2 augustus 2017 van de Rechtbank Midden-Nederland, zaaknummer: C/16/440836/KG ZA17–439, rechtsoverweging 4.21.

Naar boven