25 424 Geestelijke gezondheidszorg

Nr. 277 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 mei 2015

Op 2 december 2014 heb ik u het «Plan van aanpak jaarrekeningen ggz» gestuurd (Kamerstuk 25 424, nr. 257). Dit plan van aanpak bevat, naast een aantal verduidelijkte normen, een concreet stappenplan om tot goedkeurende controleverklaringen bij de jaarrekeningen 2014 te kunnen komen. Aanbieders van geestelijke gezondheidzorg (ggz) en verzekeraars zijn voortvarend met dit plan van aanpak aan de slag gegaan. In deze brief licht ik u in over de stand van zaken.

Zorgaanbieders en zorgverzekeraars hebben de stappen die nodig zijn voor een goedkeurende controleverklaring bij de jaarrekening 2014, tot nu toe over het algemeen volgens planning doorlopen. Op 2 april 2015 hebben zorgverzekeraars en GGZ Nederland in samenwerking met Zorgverzekeraars Nederland (ZN) een belangrijke mijlpaal bereikt met het gezamenlijk vaststellen van een uniforme lijst van controlepunten voor de verzekeraarscontroles 2013, inclusief per controlepunt een toetsings- en normenkader. Deze controlepunten zijn ook onverkort van toepassing op 2014. Hiermee is een verdere normverduidelijking bereikt. Daarnaast hebben zij op die datum overeenstemming bereikt over de procesmatige inrichting van de verzekeraarscontroles over 2013 in de vorm van een gezamenlijk, uniform controleplan.1

Met de publicatie van dit controleplan en de gedetailleerde lijst met bijbehorende controlepunten, hebben verzekeraars en aanbieders laten zien dat zij in staat zijn om op voor de jaarrekening belangrijke punten, zowel qua inhoud als proces, tot overeenstemming te komen. Dit geeft vertrouwen in de toekomst. Zorgaanbieders en verzekeraars hebben afgesproken ook voor latere jaren gezamenlijke controleplannen en (uniforme) lijsten met controlepunten en bijbehorende toetsingskaders vast te stellen. De gesprekken hierover zijn al gaande.

Hiermee willen verzekeraars, ZN en GGZ Nederland een beweging naar horizontaal toezicht tot stand brengen. Ik juich die ontwikkeling toe.

Kern van de gezamenlijke controleaanpak is dat de ggz-aanbieder (op vrijwillige basis) de eigen declaraties 2013 toetst op de hiervoor genoemde specifieke controlepunten aan de hand van het hiervoor genoemde toetsings- en normenkader. Zorgverzekeraars gebruiken de uitkomsten van dit onderzoek vervolgens bij hun formele en materiële controles over 2013 volgens een gezamenlijk overeengekomen proces en tijdpad. De formele en materiële controles van alle zorgverzekeraars worden op deze manier gebundeld, waardoor verantwoordingsjaar 2013 vanuit één controlebenadering snel en efficiënt afgewikkeld kan worden. De ggz-aanbieder zal na afronding van zijn onderzoek benaderd worden door één zorgverzekeraar, welke de uitkomsten van de controles 2013 voor alle zorgverzekeraars vaststelt. Als gevolg van deze aanpak zijn de uitkomsten van de controles eerder door de ggz-aanbieder in te schatten, waardoor deze in staat is een betere inschatting te maken van zijn organisatierisico.

Accountants beamen (bij monde van Coziek, de sectorcommissie zorg van de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants) dat met alle tot nu toe genomen maatregelen en stappen, de onzekerheden rond de omzetbepaling 2013 en 2014 van ggz-aanbieders zodanig kunnen worden gereduceerd dat ggz-aanbieders in principe een goedkeurende controleverklaring bij de jaarrekening 2014 kunnen krijgen. Met de publicatie van het gezamenlijke controleplan van verzekeraars en GGZ Nederland is ook een scherper beeld ontstaan van welke werkzaamheden nog verricht moeten worden en hoeveel tijd nog nodig is voor ggz-aanbieders om een jaarrekening met goedkeurende controleverklaring te kunnen deponeren. Bij de presentatie van het «Plan van aanpak jaarrekeningen ggz» op 2 december 2014 was de verwachting dat een substantieel aantal instellingen er niet in zou slagen om – binnen de daarvoor geldende termijn tot 1 juni 2015 – de jaarrekening 2014 met een goedkeurende controleverklaring te deponeren (zie daarvoor ook mijn brief aan de Tweede Kamer hierover).2 Inmiddels is duidelijk dat een klein aantal instellingen voor 1 juni de jaarrekening 2014 met goedkeurende controleverklaring kan deponeren. De overige instellingen hebben meer tijd nodig voor hun onderzoek en/of (indien dat noodzakelijk is voor het adequaat vaststellen van de omzet) hun overleg met de (representerende) zorgverzekeraar over de onderzoeksuitkomsten. De verwachting uit het plan van aanpak is dus uitgekomen.

De afgelopen maanden zijn – in constructief overleg tussen GGZ Nederland, ZN en zorgverzekeraars – forse vorderingen gemaakt bij het oplossen van de jaarrekeningenproblematiek in de ggz. Ik hecht er veel belang aan dat ggz-instellingen nu een reële termijn krijgen om de (resterende) werkzaamheden te verrichten die nodig zijn om hun jaarcijfers adequaat vast te kunnen stellen door middel van de normkaders en procedures die daartoe afgelopen maanden zijn overeengekomen. Ik geef de ggz-sector daarom generiek uitstel voor het deponeren van de jaarrekening 2014. Uitgaande van de tijdlijnen die in het gezamenlijke controleplan zijn opgenomen, zal ik de uiterste termijn voor het deponeren van de jaarrekening 2014 verschuiven tot 1 december 2015. Hiermee krijgen ggz-aanbieders voor het deponeren van hun jaarrekening 2014 een termijn die vergelijkbaar is met de termijn die ziekenhuizen en andere aanbieders in de medisch-specialistische zorg vorig jaar kregen voor het deponeren van hun jaarrekening 2013.

De verwachting is dat zeker niet elke ggz-instelling tot 1 december nodig heeft om de jaarrekening te deponeren. Een klein aantal instellingen kan, zoals gezegd, de jaarrekening al voor 1 juni deponeren met goedkeurende controleverklaring. De overige ggz-instellingen (uitzonderingen daargelaten) zullen hun jaarrekening tussen 1 juni en 1 december 2015 deponeren, waarbij het voor hen haalbare tijdpad varieert. Naarmate instellingen op meerdere punten nadere afstemming met de verzekeraar nodig hebben om de omzet met voldoende zekerheid te kunnen vaststellen, is voor hen de doorlooptijd van het opstellen, vaststellen en deponeren van de jaarrekening langer.

Ik verleen dit generieke uitstel in het vertrouwen dat op een dieperliggend niveau de afgelopen maanden (1) belangrijke, noodzakelijke voorwaarden zijn vervuld om de externe verantwoording van ggz-aanbieders over 2013 en 2014 weer adequaat vast te kunnen stellen en (2) belangrijke stappen zijn en worden gezet om voor 2015 en verder normduidelijkheid te creëren. Daardoor bestaat er voor ggz-aanbieders een realistisch perspectief op het (binnen de nieuwe termijn) verkrijgen van een goedkeurende controleverklaring bij hun jaarrekening 2014.

Ik heb ook de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) over deze ontwikkelingen geïnformeerd. Banken kunnen door de geschetste ontwikkelingen desgewenst al vóór het beschikbaar komen van de jaarrekening een tussenrapportage opvragen bij ggz-aanbieders over het onderzoek dat zij ten behoeve van de verzekeraarscontroles bij zichzelf hebben uitgevoerd. Deze onderzoeken zijn uitgevoerd conform de genoemde, zeer gedetailleerde afspraken met verzekeraars. De ggz-aanbieder kan op basis van dit onderzoek de maximale risico’s over de omzet 2013 en 2014 inschatten. Banken houden bij de (risico)beoordelingen van individuele ggz-instellingen rekening met de voortvarendheid waarmee die het plan van aanpak uitvoeren. Zij geven daarbij aan dat aanhoudende onzekerheden hun weerslag kunnen hebben op de kredietverlening aan de ggz-aanbieder.

Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd en zal u over de verdere ontwikkelingen blijven informeren.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers


X Noot
1

Deze wordt beschreven in het op 2 april 2015 gepubliceerde «Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013». Zie: http://www.ggznederland.nl/actueel/gezamenlijk-onderzoek-controles-curatieve-ggz-2013.

X Noot
2

Kamerstuk 25 424, nr. 257.

Naar boven