Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 november 2013
Hierbij bied ik u het rapport «Naleving van voorwaarden voor zorg aan zorgmijders
met ernstige psychiatrische aandoeningen verbeterd» van de Inspectie voor de Gezondheidszorg
(IGZ) aan1 en mijn reactie daarop. Het voorliggende rapport is een vervolgonderzoek op het rapport
«Voorwaarden voor zorg aan zorgmijders met ernstige psychiatrische aandoeningen niet in alle
regio’s voldoende» dat ik in mei 2013 aan uw Kamer heb aangeboden (Kamerstuk 25 424, nr. 207). Ik ben de inspectie zeer erkentelijk voor dit vervolgonderzoek, omdat zij hiermee
de resultaten van de maatregelen en aanbevelingen uit hun eerder rapport systematisch
in kaart brengt en laat zien welke verbeteringen er in de tussentijd gerealiseerd
konden worden.
Aanleiding voor het rapport
De inspectie heeft in haar oorspronkelijk rapport onderzocht of alle regio’s in Nederland
voldoen aan de voorwaarden voor verantwoorde zorg aan zorgmijders met ernstige psychiatrische
aandoeningen. De centrale conclusie van dat rapport was dat er nog niet in alle regio’s
de voorwaarden voor verantwoorde zorg aan zorgmijders met ernstige psychiatrische aandoeningen
voldoende aanwezig waren, maar dat er wel veel positieve ontwikkelingen zichtbaar
waren. In het merendeel van de regio’s waren in 2012 wel regiodekkende (Functional)
Assertive Community Treatment teams werkzaam om deze doelgroep te bereiken. Ook zetten
de centrumgemeenten zich volgens de inspectie voldoende in voor het opstellen van
regionaal beleid op het gebied van de openbare geestelijke gezondheidszorg.
Op de punten waar volgens de inspectie verbeteringen nodig waren, legde zij maatregelen
op aan GGZ-instellingen en GGD’en, deed zij aanbevelingen aan centrumgemeenten en
bracht zij bezoeken aan een aantal regio’s. In het voorliggende vervolgonderzoek heeft
de inspectie het resultaat hiervan onderzocht.
Resultaten
De inspectie concludeert nu in bijgaand rapport dat in steeds meer regio’s de centrumgemeenten,
de GGD’en en de GGZ-instellingen de voorwaarden voor zorg aan zorgmijders met ernstige psychiatrische aandoeningen op orde hebben.
Bovendien ziet de inspectie dat de regio’s waarin nog niet alle voorwaarden zijn gerealiseerd,
werken aan nog ontbrekende voorwaarden.
Het onderzoek stelt vast dat:
-
– Driekwart van de GGZ-instellingen verwacht dat in 2014 hun (Functional) Assertive
Community Treatment teams gecertificeerd zijn.
-
– De «Handreiking gegevensuitwisseling in de bemoeizorg» inmiddels in bijna alle GGD’en
en GGZ-instellingen geïmplementeerd is.
-
– In alle bezochte regio’s regiodekkende teams zijn voor zorgmijders met ernstige psychiatrische
aandoeningen.
Reactie
Met de inspectie ben ik zeer tevreden over de resultaten van dit onderzoek. Het doet
me genoegen te zien dat het overgrote deel van de regio’s de voorwaarden voor zorg
aan zorgmijders met ernstig psychiatrische aandoeningen op orde hebben. Daar waar
dit nog niet het geval is, spannen de centrumgemeenten, de GGD’en en de GGZ-instellingen
zich maximaal in om de voorwaarden alsnog zo snel mogelijk op orde te krijgen. De
GGZ-instellingen hebben veel aandacht voor de kwaliteit van de ambulante zorg en zijn
in hoog tempo bezig om hun (Functional) Assertive Community Treatment teams te certificeren.
Ook instellingen die niet kiezen voor het (Functional) Assertive Community Treatment
model kunnen aantonen dat ze de kwaliteit van de ambulante zorg voor deze doelgroep
op orde hebben. Ten slotte is de «Handreiking gegevensuitwisseling in de bemoeizorg»
inmiddels in bijna alle GGD’en en GGZ-instellingen geïmplementeerd.
De inspectie heeft aangegeven in kader van de reguliere contacten die zij onderhoudt
met de GGZ-instellingen erop toe te zien dat daar waar bepaalde voorwaarden nu in
uitzonderlijke gevallen nog ontbreken deze alsnog snel gerealiseerd worden. Ik ben
blij met de inzet van de inspectie en deel hun inschatting dat de hulpverlening aan
zorgmijders met ernstig psychiatrische aandoeningen op dit moment op een verantwoorde
manier is georganiseerd. Ik zal de ontwikkelingen op dit gebied nauwlettend blijven
volgen.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.I. Schippers