25 424 Geestelijke gezondheidszorg

Nr. 105 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 oktober 2010

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport vroeg om een reactie op de uitzending van EenVandaag van 14 september 2010. Daarin werd gerefereerd aan een nog niet gepubliceerd onderzoek van het Radboud Medisch Centrum over het toedienen van onrustmedicatie. Navraag heeft geleerd dat de in de uitzending genoemde gegevens afkomstig zijn uit het proefschrift van de heer Zuidema, «Neuropsychiatric symptoms in Dutch Nursing home patients with dementie». Dit proefschrift stamt uit 2008. Hoewel het proefschrift niet als zodanig is genoemd, zijn de conclusies daaruit wel onderwerp van gesprek geweest tussen de vorige minister en staatssecretaris van VWS en uw commissie. In een brief van 13 juli 2009 gaat de vorige staatssecretaris specifiek in op het terugdringen van medicijngebruik in de zorg voor mensen met dementie (TK, vergaderjaar 2008–2009, 25 424, nr. 92).

Daarnaast vroeg de commissie om een reactie op de motie Agema, ertoe strekkende dat terugdringing van separatie niet tot gevolg mag hebben dat het drogeren (toediening van dipiperondruppels aan ouderen) toeneemt. Een schriftelijke reactie op die motie is reeds op 19 mei 2009 gegeven door de vorige minister van VWS (Handelingen 2008–2009, nr. 81, pag. 6309–6314).

In aanvulling daarop wijs ik nogmaals op de intentieverklaring die door alle betrokken veldpartijen is ondertekend, waarin zij duidelijk verantwoordelijkheid nemen voor het terugdringen van fixatie zónder dat dat leidt tot een toename van psychofarmaca. Dat lijkt te slagen. Onderzoek van de Universiteit van Maastricht in het kader van het Exbelt-project wijst uit dat een vermindering van het gebruik van de Zweedse band juist gepaard gaat met een verminderd gebruik van psychofarmaca. De oorzaak daarvan ligt waarschijnlijk in de omstandigheid dat een bewoner die minder wordt geconfronteerd met fixatie over het algemeen ook minder onrust vertoont.

Als het gaat om het toepassen van dwang in deze sectoren streef ik naar een andere manier van denken over risico’s voor bewoners en alternatieven om die risico’s af te wenden. Het wetsvoorstel Zorg en dwang, dat bij u is ingediend, ondersteunt die cultuuromslag.

Ik vertrouw erop u met het voorgaande voldoende te hebben geïnformeerd.

De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M. L. L. E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner

Naar boven