25 422 Opwerking van radioactief materiaal

Nr. 225 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 juli 2018

Van 21 mei tot en met 1 juni 2018 heeft in Wenen de zesde toetsingsconferentie van het Gezamenlijk Verdrag inzake de veiligheid van het beheer van bestraalde splijtstof en inzake de veiligheid van het beheer van radioactief afval (verder: Joint Convention) plaatsgevonden. Het zesde nationale rapport van Nederland ten behoeve van deze conferentie van het Internationale Atoom Energie Agentschap (IAEA) heb ik u per brief1 aangeboden. Hieronder geef ik een weergave van de resultaten van de toetsingsconferentie voor Nederland. Tevens bied ik u ter kennisneming het officiële conferentieverslag van het IAEA aan (zie bijlage)2.

De toetsingsconferentie, die één keer in de drie jaar plaatsvindt, heeft het karakter van een peer review. De maatregelen die de verdragspartij heeft genomen ter nakoming van verplichtingen van de Joint Convention worden tegen het licht gehouden aan de hand van het nationale rapport en een presentatie daarover in een landengroep samengesteld uit een tiental verdragspartijen. De conferentie werd bijgewoond door ongeveer 850 vertegenwoordigers van overheden, zoals vergunningverleners en toezichthouders, en vertegenwoordigers van radioactief afval beheerorganisaties uit 69 landen.

Op 25 mei 2018 werd het nationale rapport van Nederland gepresenteerd. In het (niet openbare) verslag van de discussie in de landengroep zijn voor Nederland de volgende drie Areas of Good Performance3 vastgesteld:

  • 1. De oprichting van de ANVS als een geconsolideerde onafhankelijke regelgevende autoriteit.

  • 2. Integratie van technische aspecten en maatschappelijke betrokkenheid bij het beheer van radioactief afval waaronder:

    • a. De voortzetting van de bestaande praktijk om artistieke elementen op te nemen in het ontwerp van de opslagfaciliteiten bij de Centrale Organisatie Voor radioactief Afval (zoals bij de uitbreiding van het gebouw voor hoogradioactief afval (HABOG) en het nieuwe opslaggebouw voor verarmd uranium (VOG-2)), waarmee het publiek op een innovatieve manier betrokken wordt bij het beheer van radioactief afval.

    • b. Onderzoeksprogramma Eindberging radioactief Afval (OPERA, 2011–2017); waarvan de resultaten op een publieke bijeenkomst zijn gepresenteerd en openbaar toegankelijk zijn op internet4.

    • c. Rapport van de verkenner voor de klankbordgroep eindberging radioactief afval voor het maatschappelijke proces rond eindberging5.

    • d. Route naar eindberging6.

  • 3. De aanpak waarbij zowel het ontwerp van de verpakkingen van het opgeslagen radioactieve afval als het ontwerp van de gebouwen van COVRA een langdurige (100–300 jaar) veilige opslag mogelijk maken.

De andere verdragspartijen hebben geen specifieke verbeterpunten vastgesteld voor Nederland. Wel zijn de volgende vier uitdagingen voor Nederland benoemd:

  • 1. De transitie van de opslag van radioactief afval en bestraalde splijtstof naar de eindberging;

  • 2. Het overbrengen van het historisch radioactief afval van Petten naar de COVRA;

  • 3. Oprichten van de klankbordgroep (precieze rol, leden, doelen en agenda voor onderzoek);

  • 4. Verder ontwikkelen van het beleid rond ontmanteling.

De eerste en tweede uitdaging komen uit de vorige toetsingsconferentie en blijven open staan. De voorgang hierop is geadresseerd in het nationale rapport voor deze toetsingsconferentie en gepresenteerd op deze toetsingsconferentie. Aangezien er nog geen eindberging operationeel is en slechte een beperkt deel van het historisch afval naar COVRA is overgebracht, heeft de landengroep vastgesteld dat deze punten voor Nederland als uitdaging blijven staan.

De derde en vierde uitdaging zijn op deze toetsingsconferentie benoemd. De derde uitdaging heeft betrekking op het daadwerkelijk inrichten van een klankbordgroep rond eindberging. Over de oprichting van de klankbordgroep heb ik tijdens het Algemeen Overleg van 17 mei 2018 toegezegd uw Kamer in het najaar te informeren over de stand van zaken.

Verder is als vierde uitdaging voor Nederland vastgesteld om het beleid rond ontmanteling verder te ontwikkelen. Dit is een belangrijk onderwerp nu meerdere nucleaire en niet-nucleaire faciliteiten (zoals cyclotrons en boorplatformen) aan het einde van hun levensduur komen en ontmanteld moeten worden. Dit beleid wordt verder ontwikkeld onder andere bij de verdere implementatie van het Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming.

Over de voortgang op bovengenoemde vier zaken zal Nederland op de volgende toetsingsconferentie in 2021 in het nationale rapport en de presentatie verantwoording afleggen.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer


X Noot
1

Kamerstuk 25 422, nr. 207

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
3

IAEA definitie van Area of Good Performance: «An Area of Good Performance is a new or enhanced practice, policy or program for a Contracting Party that is commendable and is being implemented. An Area of Good Performance is a significant accomplishment for the Contracting Party, although it may have been undertaken by other Contracting Parties.»

X Noot
4

Kamerstuk 25 422, nr. 217

X Noot
5

Kamerstuk 25 422, nr. 223

X Noot
6

Kamerstuk 25 422, nr. 149

Naar boven