25 410
Wijziging van onder meer de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de invoering van leerwegen in de hogere leerjaren van het middelbaar algemeen voortgezet onderwijs en het voorbereidend beroepsonderwijs, alsmede van leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs (regeling leerwegen mavo en vbo; invoering leerwegondersteunend en praktijkonderwijs)

nr. 10
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 10 december 1997

In het voorstel van wet worden de volgende wijzigingen aangebracht:

A

In artikel I, onderdeel E, wordt artikel 10g als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, tweede volzin, vervalt de zinsnede «ingestelde dan wel».

2. Het zesde en zevende lid worden vernummerd tot zevende en achtste lid.

3. Na het vijfde lid wordt een nieuw zesde lid ingevoegd, luidende:

6. De regionale verwijzingscommissie verstrekt desgevraagd aan Onze Minister de voor de uitoefening van zijn taak benodigde inlichtingen. Onze Minister kan inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig is.

4. In het achtste lid wordt «zesde lid» vervangen door: zevende lid.

B

Artikel XVII wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «schooljaar 1998–1999» vervangen door: schooljaar 1999–2000.

2. In het tweede lid wordt de zinsnede «In de leerjaren» vervangen door: Gedurende het schooljaar 1998–1999, alsmede in de leerjaren.

3. In het derde lid wordt «schooljaar 1997–1998» vervangen door «schooljaar 1998–1999» en wordt «schooljaar 2002–2003» vervangen door «schooljaar 2003–2004».

C

Artikel XIX wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt in de eerste volzin «het jaar 2001» vervangen door «het jaar 2002» en wordt in de tweede volzin «het jaar 2002» vervangen door «het jaar 2003».

2. In het tweede lid wordt in de eerste volzin «schooljaar 2000–2001» vervangen door «schooljaar 2001–2002» en wordt in de tweede volzin «schooljaar 2001–2002» vervangen door «schooljaar 2002–2003».

3. In het derde lid wordt in de eerste volzin «studiejaar 2000–2001» vervangen door «studiejaar 2001–2002» en wordt in de tweede volzin «studiejaar 2001–2002» vervangen door «studiejaar 2002–2003».

4. In het vierde lid wordt «jaar 2003» vervangen door «jaar 2004» en wordt «schooljaar 2002–2003» vervangen door «schooljaar 2003–2004».

D

Artikel XXVIII wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt de zinsnede «en artikel XXIV, onderdelen F, G en H, die in werking treden» vervangen door: dat in werking treedt.

2. Onder verlettering van de onderdelen b tot en met d in onderdelen c tot en met e, wordt een nieuw onderdeel b ingevoegd, luidende:

b. artikel XXIV, onderdelen F, G en H, dat in werking treedt met ingang van 1 augustus 2003,.

3. In het tweede lid wordt «schooljaar 2000–2001» vervangen door: schooljaar 2001–2002.

Toelichting

Onderdeel A

Deze wijzigingen houden verband met het gegeven dat de regionale verwijzingscommissies (RVC's) zijn aan te merken als zelfstandige bestuursorganen (zbo's). Het wetsvoorstel is onlangs nog eens bezien in het licht van de Aanwijzingen inzake zbo's, zoals die zijn opgenomen in de Aanwijzingen voor de regelgeving. Dit heeft geleid tot enkele aanpassingen van technische aard.

De mogelijkheid dat de minister overgaat tot het instellen van een RVC, was opgenomen vanuit de gedachte dat in de regio's waar geen organisatie voor erkenning als RVC in aanmerking kon komen, de minister in ieder geval moest zorgen dat er wel een RVC zou gaan functioneren. In het kader van de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs (ISOVSO) behoefde de minister niet tot instelling van RVC's over te gaan. De ondergetekende hebben geen signalen bereikt dat in het kader van het onderhavige wetsvoorstel ergens in een regio een witte vlek zou ontstaan. Daarnaast is de ondergetekende van oordeel dat, zelfs indien zulks wel het geval zou zijn, op andere wijze dan door instelling door de minister kan worden voldaan aan het voorschrift dat overal RVC's functioneren. Het is bij voorbeeld denkbaar dat een RVC voorlopig ook de regio waar geen RVC bestaat c.q. niet is erkend, onder haar hoede neemt.

De toevoeging van twee volzinnen aan het vijfde lid vloeit voort uit Aanwijzing 124t. De informatieverplichting van zbo's jegens de minister vormt een van de essentialia van de inrichting van zbo's. De minister dient immers te allen tijde informatie te kunnen opvragen bij het zbo, in het bijzonder vanwege zijn verantwoordelijkheid naar het parlement.

Met betrekking tot enkele van de overige aanwijzingen die van toepassing zijn op de RVC's (de desbetreffende aanwijzingen worden opgesomd in Aanwijzing 124b, derde lid), wordt nog het volgende opgemerkt:

– Aanwijzing 124l: aan de minister wordt geen bevoegdheid tot het geven van algemene aanwijzingen toegekend. In de algemene maatregel van bestuur (amvb) op grond van artikel 10g, zevende lid, worden sturingsinstrumenten opgenomen. Daarbij valt onder meer te denken aan objectieve toetsingscriteria.

– Aanwijzing 124o: het vaststellen van een begroting wordt opgenomen in de al genoemde amvb.

– Aanwijzing 124s: ook het opstellen van een jaarverslag wordt uitgewerkt in de amvb.

Onderdelen B, C en D

Deze wijzigingen houden verband met de beslissing om de leerwegen en de nieuwe examens een jaar later in te voeren dan aanvankelijk gepland. De leerlingen die met ingang van 1 augustus 1999 instromen in mavo of vbo, zijn de eersten die te maken krijgen met de leerwegen.

Over dit jaar uitstel en het dienovereenkomstig wijzigen van het onderhavige wetsvoorstel, is de Tweede Kamer der Staten-Generaal reeds geïnformeerd bij brief van 8 december 1997 (kenmerk VO/DIR/1997/38299), waarin wordt ingegaan op het advies van de Onderwijsraad over de concept-programma's voor mavo en vbo.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

T. Netelenbos

Naar boven