25 386
Terugkeerbeleid

19 637
Vluchtelingenbeleid

nr. 9
MOTIE VAN HET LID VERHAGEN

Voorgesteld 26 juni 1997

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat de staatssecretaris in oktober 1996 heeft toegezegd om in de in december 1996 te verschijnen evaluatie van de Wet op de identificatieplicht een passage te wijden aan het functioneren van artikel 19 van deze wet;

overwegende, dat deze toezegging tot op heden geen gestand is gedaan;

constaterende, dat de interpretatie van het begrip «concrete aanwijzing» in artikel 19 eerste lid Vreemdelingenwet ertoe geleid heeft dat de bevoegde autoriteiten in de praktijk over een zwakker instrument beschikken bij de controle op illegaal verblijf dan vóór de invoering van de Wet op de identificatieplicht;

verzoekt de regering vóór 1 september 1997 een standpunt in te nemen over het wijzigen van artikel 19 van de vreemdelingenwet, opdat naast de concrete aanwijzing ook het aan de omstandigheden van het geval ontleende vermoeden van illegaliteit een titel tot staandehouding geeft,

en gaat over tot de orde van de dag.

Verhagen

Naar boven