Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 augustus 2020
Op 17 augustus heb ik uw Kamer geïnformeerd over de voortgang van CoronaMelder. Ik
heb aangegeven om, op advies van de Autoriteit Persoonsgegevens, de explicitering
van de wettelijke grondslag bij wet geregeld te hebben vóór landelijke introductie
van CoronaMelder. Onder voorbehoud van het te verwachten advies van de Afdeling advisering
van de Raad van State over het wetsvoorstel en het op te stellen nader rapport, zal
ik de Koning verzoeken het wetsvoorstel daarna met de grootst mogelijke spoed naar
de Tweede Kamer te sturen. Ik hoop dan op een snelle en voorspoedige behandeling van
het wetsvoorstel in de Tweede Kamer en wil ook uw Kamer nu al verzoeken om daarna
het wetsvoorstel met de grootst mogelijke spoed in behandeling te nemen.
In de afgelopen twee weken is een sterke toename zichtbaar van het aantal besmettingen.
Het aantal mensen in Nederland dat positief wordt getest op het coronavirus loopt
op. Dit is een zorgelijke ontwikkeling. Het kabinet neemt maatregelen om dit aantal
terug te brengen. CoronaMelder is één van het instrumenten die ingezet kan worden
om het aantal besmettingen te beheersen.
Deze zomer is CoronaMelder uitgebreid getest op alle belangrijke waarborgen, zoals
privacy, informatieveiligheid, toegankelijkheid, grondrechten en nationale veiligheid.
Op 17 augustus 2020 is de praktijktest gestart in vijf GGD-regio’s waarin de werking
van CoronaMelder in de werkprocessen van de GGD wordt getest.
Gezien de toenemende urgentie en het doel om 1 september de app landelijk te introduceren,
verzoek ik u om het wetsvoorstel zodra het door Uw Kamer is ontvangen met de grootst
mogelijke spoed in behandeling te nemen. Ik wil hierbij van harte de hoop uitspreken
dat het lukt om de gehele parlementaire behandeling van het wetsvoorstel nog vóór
1 september af te ronden, waarna, indien ook de behandeling in Uw Kamer voorspoedig
is verlopen, zo snel mogelijk de publicatie in het Staatsblad kan plaatsvinden.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge