Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 oktober 2024
In opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is een maatschappelijke
kosten-batenanalyse (MKBA) uitgevoerd voor het Programma Informatievoorziening Infectieziektebestrijding
(IV IZB). Hierbij stuur ik u deze analyse en mijn appreciatie daarvan.
Coronapandemie aanleiding voor Programma IV IZB
Naar aanleiding van de coronapandemie is besloten huidige IT-systemen voor infectieziektebestrijding
te vervangen en verbeteren, en toe te werken naar een pandemisch paraat informatievoorzieningslandschap,
samen met het RIVM, de GGD’en en GGD GHOR Nederland. Mijn voorganger heeft uw Kamer
eerder geïnformeerd over de aanpak en voortgang van programma IV IZB.1
Het doel van de MKBA voor het Programma IV IZB is vooraf inzicht te geven in de omvang
en samenstelling van de kosten en van de baten voor de maatschappij, met daarbij de
vraag of de baten de te maken kosten rechtvaardigen. Dit onderzoek is uitgevoerd door
een extern onderzoeksteam (Ecorys, M&I/Partners en Vanberkel Professionals).
De kosten en de baten zijn in kaart gebracht voor drie situaties: 1) de reguliere
situatie, 2) een bovenregionale uitbraak (zoals de mpox-uitbraak), en 3) een pandemie (zoals bij covid-19). De resultaten en berekeningen
zijn na afloop gevalideerd. Hierin is als uitgangspunt genomen dat de benodigde financiële
en personele middelen volledig beschikbaar worden gesteld, zowel voor de investeringsperiode
van vier jaar, als de middelen voor het beheer van de systemen na afronding van de
investering.
Grote maatschappelijke en financiële baten door Programma IV IZB
De analyse laat zien dat het Programma IV IZB zich maatschappelijk en financieel ruim
en met zekerheid terugbetaalt wanneer een pandemie zich voordoet.2 De vermeden kosten en tijdsbesparingen bij burgers, GGD’en en het RIVM tijdens een
pandemie overtreffen de kosten van het Programma ruimschoots met een positief saldo
van € 247–€ 422 miljoen.
Ook zonder pandemie of bovenregionale uitbraak ontstaan maatschappelijke meeropbrengsten
dankzij het Programma. Het Programma zorgt (onder andere) ervoor dat de kwaliteit
van de infectieziektebestrijding verbetert doordat zorgprofessionals sneller kunnen
werken en het RIVM snel zicht krijgt in de ontwikkeling van infectieziekten in Nederland.
Zo kan effectief gehandeld worden wanneer een infectieziekte zich snel dreigt te verspreiden.
Ook zorgt het Programma voor informatie over infectieziekten die minder versnipperd
is, waardoor verwarring bij burgers over te nemen stappen kan worden voorkomen. Daarnaast
draagt het Programma bij aan het verbeteren van privacybescherming en databeveiliging,
wat leidt tot minder risico’s op datalekken en meer vertrouwen.
Ten slotte blijkt uit de analyse dat zonder het Programma GGD’en, GGD GHOR Nederland
en het RIVM veel kosten moeten maken om het huidige inefficiënte en niet-pandemisch
parate IV-landschap draaiend te houden.
Vervolg
De uitkomsten van deze MKBA bevestigen de eerder ingezette koers met het Programma
IV IZB. Samen met de publieke partners RIVM, GGD’en en GGD GHOR Nederland blijf ik
dan ook streven naar een kwalitatief sterke en weerbare infectieziektebestrijding
die ondersteund wordt door een toekomstbestendig IV-landschap dat klaar is voor toekomstige
uitbraken.
De voortgang van het Programma IV IZB staat echter onder druk door de bezuiniging
van € 300 mln op het programma pandemische paraatheid, waaruit ook het Programma IV
IZB gefinancierd wordt. De uitkomst van de MKBA sterkt mij in mijn inzet om te komen
tot een gedegen weerbaarheidsbeleid, waarbij ik voor wat betreft de zorg ook de gevolgen
van de bezuiniging betrek. Ik verwijs hiervoor naar mijn brief van 17 oktober 2024
waarin ik mijn inzet op dit punt nader uiteen heb gezet.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M-F. Agema