25 295 Infectieziektenbestrijding

Nr. 2018 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 februari 2023

In mijn brief van 4 november 2022 over het beleidsprogramma pandemische paraatheid (Kamerstuk 25 295, nr. 1964) heb ik u gemeld dat er in september 2022 een onderzoek is gestart om inzicht te krijgen in de huidige capaciteit voor infectieziektebestrijding bij de GGD’en. Hierbij bied ik u het rapport «Capaciteit infectieziekten in beeld» aan met de resultaten van dit onderzoek.

De afgelopen jaren hebben laten zien dat een grootschalige infectieziekte zoals het coronavirus een grote impact heeft op zowel de gezondheid van mensen als op onze maatschappij als geheel. De slagkracht van de GGD’en werd ten tijde van de coronacrisis flink op de proef gesteld en het belang van een goed functionerende infectieziektebestrijding die voorbereid is op een grootschalige uitbraak werd onderstreept.

In het coalitieakkoord (Bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77) is aangegeven dat de lessen uit de coronacrisis worden gebruikt om de pandemische paraatheid te versterken door onder meer de publieke gezondheidszorg te versterken. Om inzicht te krijgen in de huidige capaciteit (zowel kwantitatief als kwalitatief) van de infectieziektebestrijding bij de GGD’en en de invloed die de coronacrisis daarop heeft gehad, heb ik een onderzoek laten uitvoeren naar de capaciteit bij de 25 GGD’en in de peiljaren 2019 en 2022. Met dit onderzoek wordt tevens uitvoering gegeven aan de motie Renkema waarin de regering verzocht wordt, onafhankelijk extern onderzoek te laten doen of de 25 GGD-regio's voldoende geëquipeerd zijn voor hun wettelijke werkzaamheden.1

Dit onderzoek zal mede de basis vormen voor de benodigde structurele versterking van de infectieziektebestrijding om op termijn de paraatheid van de GGD’en voor volgende pandemieën te vergroten. Daarnaast kan het rapport gezien worden als een 0-meting op basis waarvan in de toekomst geëvalueerd kan worden of het ingezette beleid en de daarbij horende activiteiten en middelen hun doelen hebben behaald.

Vooruitlopend op de structurele versterkingen en de uitkomsten van het onderzoek, heb ik voor 2023 een bedrag van € 37.563.680 beschikbaar gesteld en voor 2024 een bedrag van € 38.039.700 voor de uitvoering van het door de GGD’en opgestelde plan «Versterking infectieziektebestrijding en pandemische paraatheid GGD’en» (VIP-plan). Voor de financiering is een specifieke uitkering Versterking GGD’en opgesteld die op 15 februari jl. is gepubliceerd in de Staatscourant. Het doel van dit plan is in 2023 en 2024 onder andere te zorgen dat de eerste kwetsbaarheden in de pandemische paraatheid van GGD’en wordt weggenomen. Dit plan heeft u ontvangen als bijlage bij de Kamerbrief naar aanleiding van het schriftelijke overleg over het beleidsprogramma pandemische paraatheid, die ik u op 31 januari jl. heb gestuurd.2

Een aantal elementen uit de conclusies uit het voorliggende rapport «Capaciteit infectieziektebestrijding» is ook onderdeel van het VIP-plan. Zo gaan GGD’en aanvullende capaciteit aantrekken, met name expertise die in de coronacrisis waardevol bleek (zoals epidemiologen, data-analisten of communicatieadviseurs). Ook worden er activiteiten gestart om te zorgen voor een versterking van de (boven)regionale samenwerking.

In de begrotingsvoorbereiding zal worden besloten over de beschikbare middelen voor de structurele versterking van de infectieziektebestrijding bij de GGD’en vanaf 2025. Ik verwacht u over de uitkomsten voor de zomer te kunnen informeren.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers


X Noot
1

Kamerstuk 25 295, nr. 114.

X Noot
2

Kamerstuk 25 295, nr. 2000.

Naar boven