25 295 Infectieziektenbestrijding

Nr. 1467 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 november 2021

Het OMT constateert dat (aangescherpte) adviezen en maatregelen minder effect hebben als ze niet optimaal nageleefd, gecontroleerd en gehandhaafd worden. Zo geeft het OMT in het 128e OMT-advies (Bijlage bij Kamerstuk 25 295, nr. 1468) opnieuw aan dat als men in hoge mate opvolging geeft aan de basisregels – waaronder de meest essentiële bronmaatregel «bij klachten blijf je thuis, en laat je testen» – de virusverspreiding al fors kan reduceren. Omdat elke aanvullende maatregel bovenop deze basisregels een belangrijke beperking oplevert in het handelen van iedereen, benadrukt het OMT dat elke verzwaring van maatregelen begint met benadrukking van en opvolging van de basisregels. Het Kabinet neemt deze adviezen van het OMT over. Uw Kamer ontvangt heden een stand van zakenbrief van de Minister van VWS over de besluitvorming van heden (Kamerstuk 25 295, nr. 1468).

Om de samenleving te informeren en naleving te stimuleren, intensiveert het Kabinet de communicatie over de maatregelen. De radio en televisiecampagne over het coronatoegangsbewijs wordt op zeer korte termijn aangepast aan de besluitvorming van heden. Vanaf 3 november 2021 start bovendien een radiocampagne om de herziene mondmaskerplicht opnieuw onder de aandacht te brengen. Tot slot wordt de lopende radio, televisie en social media campagne over de herziene adviezen en de basisregels – ook in de thuissituatie – geïntensiveerd, ook om de impact en het bereik onder de belangrijkste doelgroepen te vergroten.

Tegelijkertijd ziet het Kabinet dat de naleving en controle van het coronatoegangsbewijs door de sectoren beter kan en aanleiding is om te komen tot een adequatere handhaving. Zeker in de horeca- en sportsector kan en moet de naleving en controle echt verbeterd worden. Daarom heb ik gesproken met het Veiligheidsberaad over risicogerichte handhaving en het ingrijpen op plekken waar naleving en controle achterblijft. Daarnaast heb ik burgemeesters opgeroepen op korte termijn met de lokale horeca en sportverenigingen het gesprek aan te gaan hoe de naleving en controle bevorderd kan worden. Samen met mijn collega’s van EZK doe ik datzelfde met de verschillende brancheverenigingen. Met de VNG wordt bovendien gewerkt aan het uitwisselen van best practices tussen gemeenten onderling.

Bovenstaande past binnen de afspraken over handhaving waar ik u 24 september jl. (Kamerstuk 25 295, nr. 1457) over heb geïnformeerd. Ondernemers, instellingen en verenigingen worden geacht te controleren of bezoekers een geldig CTB hebben, dat correspondeert met hun identificatiebewijs. Het blijft van groot belang dat ondernemers/instellingen/verenigingen de van hen te verwachten inspanningen leveren om ervoor te zorgen dat de gestelde maatregelen worden nageleefd door bezoekers en gecontroleerd worden door de specifieke sector/organisatie. In die afspraken staat verder dat gemeenten risicogericht en steekproefsgewijs toezicht houden op de naleving en de controle door de ondernemer. De handhaving richt zich daarmee primair op locaties waar het risico op besmetting en/of niet naleven het grootst is. Naar aanleiding van het overleg van gisteren heb ik er vertrouwen in dat er hieraan actiever invulling zal worden gegeven.

Om te bezien waar er beter nageleefd en gecontroleerd moet worden, is er beter zicht nodig op de naleving van en controle op het coronatoegangsbewijs en het legitimatiebewijs. Hiertoe wordt gestart met een breder onderzoek naar de naleving/controle. Dit onderzoek zal periodiek worden herhaald (beoogd tweewekelijks). Het eerste onderzoek start deze week en is naar verwachting voor de bredere invoering van het coronatoegangsbewijs beschikbaar. Met de uitkomst van dit onderzoek kan het Kabinet onderbouwd in gesprek gaan met de sectoren en branches om de naleving te vergroten of juist te benoemen waar het goed gaat en kan daarnaast handhaving vanuit de gemeenten gerichter ingezet worden.

Het is van groot belang dat de maatregelen resultaat hebben. Daarvoor is een drieslag vereist. De naleving, door de mensen zelf. Vervolgens de controle daarop door ondernemers en organisaties. En tenslotte handhaving, als slot op de deur.

Inmiddels heb ik ook samen met de Minister van Economische Zaken en Klimaat eerste gesprekken gevoerd met de vertegenwoordigers van de detailhandel en de horeca. In die gesprekken heb ik het belang benadrukt van controle op naleving van de corona-maatregelen, en het belang van samenwerking met gemeenten.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Naar boven