25 295 Infectieziektenbestrijding

Nr. 1091 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 maart 2021

Mevrouw Ouwehand verzoekt de regering per motie d.d. 4 november 2020 een meldplicht in te stellen voor bedrijven met COVID-19-clusters onder medewerkers (Kamerstuk 25 295, nr. 701). De Kamer heeft deze motie aangenomen (Handelingen II 2020/21, nr. 22, item 16). De motie ziet met name op bedrijven waar arbeidsmigranten werken. Arbeidsmigranten blijven volgens het OMT in het advies van 3 november 2020 een risicogroep voor uitbraken van COVID-19. Een meldplicht voor bedrijven met een COVID-19-cluster onder medewerkers kan volgens het OMT de GGD’en belangrijk helpen om goed zicht op deze risicogroep te houden.

U heeft per brief d.d. 10 november het verzoek van het lid Wassenberg (PvdD), namens mevrouw Ouwehand, overgebracht zoals dat is gedaan in het ordedebat van 10 november jl. Het verzoek houdt in dat mevrouw Ouwehand graag een brief van het kabinet zou krijgen over hoe de motie wordt uitgevoerd. Met deze brief voorzie ik in dit verzoek.

Ik zie in het beoogde wetsvoorstel sluiting locaties ter uitvoering van de motie van de leden Klaver en Ouwehand* de mogelijkheid om de strekking van de motie van mevrouw Ouwehand van 4 november jl. tot uitvoering te brengen. De motie van de leden Klaver en Ouwehand is erop gericht om een wettelijke grondslag te creëren om bij het niet naleven van coronamaatregelen, waardoor een bronbesmetting ontstaat, te kunnen reageren met een tijdelijke sluiting van een bedrijfspand.

Een meldplicht voor bedrijven (d.w.z. de werkgever) stuit op de beperking voor de werkgever wanneer het om medische informatie over werknemers gaat. Een werknemer hoeft de werkgever namelijk, vanwege privacyregels, niet te vertellen dat hij of zij corona heeft. De mededeling kan beperkt blijven tot een melding van afwezigheid vanwege ziekte. Een werkgever mag geen medische gegevens van werknemers verwerken. Een werkgever mag werknemers dus niet vragen naar hun gezondheid. Alleen een (bedrijfs)arts mag hierop werknemers bevragen en controleren. De arts deelt de uitslag vervolgens alleen met de werknemer. De werkgever kan daardoor niet uit eigen initiatief weten of er positief geteste medewerkers in het bedrijf zijn. COVID-19 is een meldingsplichtige Groep A ziekte zoals vermeld in de Wet publieke gezondheid (Wpg). De bedrijfsarts is dus wel verplicht een eventuele melding aan de GGD door de te geven Als er meerdere meldingen zijn bij eenzelfde bedrijf worden deze (door het bron- en contactonderzoek) door de GGD met elkaar in verband gebracht. Daarmee wordt een COVID-19 cluster bij een bedrijf herkend.

Al kan de werkgever dus niet zelf de clusterbesmetting melden, materieel wordt met het beoogde wetsvoorstel sluiting locaties invulling gegeven aan de motie Ouwehand. Dit wetsvoorstel introduceert in een nieuw artikel in de Wet publieke gezondheid (Wpg) de bevoegdheid voor de burgemeester om direct in te kunnen grijpen met sluiting op het moment dat de GGD een clusteruitbraak heeft geconstateerd. Het aantonen van een oorzakelijk verband tussen het niet-naleven van de coronamaatregelen en het ontstaan van een uitbraak is niet noodzakelijk. De ernstige vrees voor de onmiddellijke verspreiding van het virus dat van de feitelijke situatie uitgaat, is al voldoende om de sluiting te bevelen.

Naast de inzet van het Samenwerkingsplatform Arbeidsmigranten en COVID-19, dat sinds september 2020 preventief en reactief operationeel is, en de bevoegdheid van de Inspectie SZW om het werk stil te leggen bij gebrek aan coronamaatregelen, kan met het beoogde wetsvoorstel na een clustermelding ook het bedrijfspand tijdelijk worden gesloten.

Met deze belangrijke aanvulling op de reeds bestaande instrumenten wordt bereikt dat ook bij bedrijven waar veel arbeidsmigranten werkzaam zijn, wordt ingegrepen en dat handhaving van de coronamaatregelen plaatsvindt in geval van een COVID-19 clusterbesmetting onder de medewerkers.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge


XNoot
*

Kamerstuk 25 295, nr. 924

Naar boven