25 232 Voetbalvandalisme

Nr. 74 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 september 2023

Voetbal is de grootste sport in Nederland. Veel mensen genieten wekelijks actief of passief van de voetbalwedstrijden die op amateurvelden en in het profvoetbal gespeeld worden. Voor de meest fanatieke supporters is hun club ook hun grootste hobby of zelfs de belangrijkste bijzaak in hun leven. Clubs dragen bij aan de sociale cohesie in dorpen en steden en met het Maatschappelijk Project Eredivisie realiseren eredivisieclubs impactvolle maatschappelijke initiatieven. Denk aan het project waarbij FC Twente kinderen met ADHD, autisme of gedragsproblemen helpt, SC Heerenveen werkt aan een vitale omgeving voor de (jonge) inwoners van Friesland of «Ajax Foodball» focust op een gezonde levensstijl voor jongeren. Kortom, voetbal is een prachtige sport die een grote meerwaarde heeft voor onze samenleving.

Helaas gaat dat mooie voetbal soms ook gepaard met uitwassen. Sportieve rivaliteit ontaardt dan in wangedrag, geweld en vandalisme. Afgelopen weekend zagen we hier weer een triest dieptepunt van, toen de wedstrijd Ajax-Feyenoord moest worden gestaakt nadat er herhaaldelijk vuurwerk op het veld was gegooid, en Ajax aanhang zich vervolgens met rellen en vernielingen tegen de eigen club keerde. Dit is onder alle omstandigheden volledig ontoelaatbaar gedrag.

Na het opheffen van de corona-maatregelen, werden we opgeschrikt door een toename van het aantal incidenten ten opzichte van de periode voor corona. Nederland was hier overigens niet uniek in. In veel Europese landen, waaronder Engeland, Duitsland, Spanje en Frankrijk, leken relschoppers na corona het voetbal als uitlaatklep te kiezen. In heel Europa is een toename van incidenten te zien. En ook bij andere sporten doken relschoppers op. Zo kreeg de Formule 1 bijvoorbeeld te maken met fakkelgooiers en het lastig vallen van vrouwelijk publiek.

Ik zet er samen met de andere voetbalpartners stevig op in om deze trend bij het voetbal in ons eigen land te keren. De basis hiervoor is gelegd in het najaar van 2021 met het richtinggevend kader Veilig en gastvrij voetbal en een pakket aan maatregelen dat mijn voorganger op 19 november 2021 per brief met u gedeeld heeft1. In de brief aan uw Kamer d.d. 17 april 20232 heb ik u geïnformeerd over een aanvullende maatregel die dit voorjaar onmiddellijk is genomen naar aanleiding van incidenten waarbij voorwerpen op het veld werden gegooid; te weten het stilleggen en staken van wedstrijden wanneer dit gebeurt.

Inmiddels zijn er sinds de aanpassing op 6 april 2023 circa driehonderd wedstrijden gespeeld in de Eredivisie en Keuken Kampioen Divisie, waarvan er vijf definitief zijn gestaakt op grond van deze maatregelen (NB drie van deze vijf zouden vanwege de aard van de ongeregeldheden in eerdere seizoenen ook definitief zijn gestaakt).3 De KNVB heeft na afloop van het seizoen de maatregelen met de clubs geëvalueerd, met als resultaat dat ze worden gecontinueerd, zij het met één aanpassing: als een persoon die iets op het veld gooit direct wordt gepakt en verwijderd, dan telt dit niet meer mee in de stappen naar het definitief staken van de wedstrijd. Dit is bedoeld om de dadergerichte aanpak te bevorderen en situaties waar de impact te overzien is ook zo te houden.

Tot op heden zijn bijna alle daders van het werpen van voorwerpen direct geïdentificeerd door de clubs en uit het stadion verwijderd. Zij komen in aanmerking voor een landelijk stadionverbod van 12 tot 36 maanden. Dankzij de inzet van specialisten van de KNVB Taskforce, die clubs ondersteunt bij het uitlezen van camerabeelden en identificeren van daders, en dankzij technologie zoals betere camera’s in stadions, is de pakkans vergroot. Ook zijn de straffen verhoogd.4 Daarmee wordt er duidelijk steviger, strakker en meer consequent gehandhaafd.

Start voetbalseizoen 2023/2024

Het nieuwe voetbalseizoen is inmiddels bijna twee maanden van start. In de Eredivisie en Keuken Kampioendivisie zijn in de eerste speelrondes verreweg de meeste wedstrijden zonder noemenswaardige incidenten verlopen. Enkele wedstrijden zijn tijdelijk stilgelegd omdat er bekers op het veld werden gegooid toen er gescoord werd. Vrijwel alle betrokkenen zijn geïdentificeerd en uit het stadion verwijderd, en zij krijgen een stadionverbod opgelegd.

Een opvallend en ernstig incident vond plaats bij de Europese wedstrijd tussen FC Twente en de Zweedse club Hammarby in Enschede, waar voorafgaand aan de wedstrijd in het centrum van Enschede en na de wedstrijd in en buiten het stadion opstootjes waren. Naast de aanhoudingen die op de avond zelf plaatsvonden, zijn sindsdien nog meerdere mensen aangehouden door de politie. Meer aanhoudingen worden niet uitgesloten. Zo besteedt het programma Opsporing Verzocht hier aandacht aan.

Daar zijn nu de ongeregeldheden tijdens en na Ajax – Feyenoord bijgekomen, waar ik aan het begin van deze brief al aan memoreerde. Dit ontoelaatbare en ondermijnende gedrag wordt keihard aangepakt door politie, OM en KNVB. De eerste vijftien arrestaties, ook van een vuurwerkgooier, waren de maandag na de wedstrijd een feit en er volgen naar verwachting nog meer. Extra betreurenswaardig is dat er twee politieagenten gewond zijn geraakt. Ook voor de hostessen en andere personeelsleden van Ajax die bij de hoofdingang aanwezig waren, was het een angstaanjagende gebeurtenis. Zij zijn door Ajax opgevangen. Of er ook gewonden onder omstanders zijn gevallen is niet bekend. Wel hadden enkele mensen last van het ingezette traangas. Er is een politieonderzoek gestart en de Taskforce van de KNVB ondersteunt bij het analyseren van de camerabeelden ten behoeve van meer aanhoudingen.

Daar waar incidenten nooit volledig uit te bannen zijn, is wel merkbaar dat er, wanneer er toch iets gebeurt, zeer adequaat en gericht wordt opgetreden door de verschillende partners. Daarnaast wordt er (meer dan voorheen) gecommuniceerd hoe er is opgetreden en wat de gevolgen zijn voor de daders. Ik wil de KNVB en de betaald voetbalclubs complimenteren hoe proactief en duidelijk dit gebeurt. Dit is geheel in lijn met de insteek van mijzelf en de rest van de Regiegroep Voetbal en Veiligheid, onder meer geïnspireerd door het bezoek aan Engeland, waarover later in deze brief meer.

Dit wil uiteraard niet zeggen dat we er al zijn. De (dreiging van) ordeverstoringen zorgen er nog steeds voor dat lokale voetbaldriehoeken zich genoodzaakt zien tot het opleggen van generieke maatregelen aan de voorkant, zoals buscombi’s of het weren van (een deel van het) uitpubliek. Daarmee lijden de goedwillende supporters dus nog steeds onder een kleine groep relschoppers.

In deze brief deel ik, mede namens de Minister voor Langdurige Zorg en Sport, met u wat ik, samen met KNVB, supporters, gemeente, politie en OM komende tijd ga doen om ook hier verandering in te brengen.

Internationale vergelijking en werkbezoek Regiegroep aan Engeland

Ook andere Europese landen zijn niet gevrijwaard van een toename aan incidenten rondom het voetbal post COVID. Het is daarom interessant om te leren van de aanpak van voetbalvandalisme en voetbalgerelateerd geweld over de grens. Mede op verzoek van Kamerlid Kwint (SP) tijdens het ordedebat van 11 april jl. (Handelingen II 2022/23, nr. 75, item 25) heb ik, zoals ook aangekondigd in mijn brief van 17 april, bureau Berenschot gevraagd in kaart te brengen hoe de aanpak van voetbalvandalisme en voetbalgerelateerd geweld eruit ziet in Engeland en Duitsland, wat er bekend is over de effecten van de aanpak en wat wij hiervan kunnen leren. Ik stuur het rapport met deze brief mee.

Berenschot constateert dat er helaas weinig tot geen onderzoek beschikbaar is naar effecten van voetbalmaatregelen in Engeland en Duitsland en kunnen daarom niet concluderen welk effect er uitgaat van een specifieke maatregel. Wel heeft Berenschot in kaart gebracht waar de Engelse en de Duitse aanpak verschillen van de Nederlandse.

Zij constateren onder meer dat in Engeland:

  • Het niet is toegestaan in het stadion drinken te consumeren met uitzicht op het veld. Dat betekent dat er niet gedronken mag worden op de tribunes. In en rondom het stadion wordt stevig opgetreden tegen dronkenschap. Daarnaast kunnen de lokale autoriteiten, bijvoorbeeld bij hoog-risicowedstrijden, de alcoholverkoop verbieden rondom en in het stadion en tijdens busritten ernaartoe.

  • Het systeem «ticketing op naam» kan worden toegepast.

  • Er hogere kwaliteitseisen worden gesteld aan stewards door de overheid en dat deze ook gemonitord wordt.

  • Er campagnes worden gehouden die duidelijk maken wat gewenst gedrag is rond voetbalwedstrijden.

Ten opzichte van Duitsland constateert Berenschot dat daar meer de focus ligt op proactieve en preventieve dan op reactieve instrumenten. Door campagnes en fanprojecten worden supporters bewust gemaakt van de consequenties van wangedrag en wordt gewenst gedrag gestimuleerd.

Volgens Berenschot valt in beide landen vooral op dat supporters via campagnes en normering duidelijk gemaakt wordt wat ongewenst gedrag is en dat zij in het stadion niet anoniem zijn. En dat overtredingen of ongewenst gedrag zullen leiden tot vervolging en strafoplegging. Daarvoor is het nodig dat de elementen die er al zijn, zoals cameratoezicht, stewards, meldmogelijkheden en juridische maatregelen, goed ingezet worden en dat er over de persoonlijke gevolgen voor de relschoppers wordt bericht.

De conclusie luidt dat er ook in Nederland al heel veel mogelijkheden beschikbaar zijn om mensen die over de schreef gaan aan te pakken, en dat het vooral van belang is die consequent in te zetten, strikt te handhaven en de pakkans te vergroten en hierover meer te communiceren. Tegelijkertijd moeten we ook blijven kijken wat we nog meer kunnen doen. In Nederland hebben we een alcoholverbod bijvoorbeeld al eerder op verschillende manieren toegepast – zoals niet schenken of beperkt schenken – en ik roep gemeenten en clubs op om daar weer goed naar te kijken, daar waar het meerwaarde kan hebben.

Het WODC-onderzoek naar de overdraagbaarheid van instrumentarium ter bestrijding van voetbalgerelateerd wangedrag in Nederland en België is nog niet afgerond.

Op 16 juni 2023 is een nieuwe Belgische voetbalwet aangenomen. In deze nieuwe wet worden bepaalde straffen verzwaard, de toegangscontroles verscherpt en krijgen clubs een grotere verantwoordelijkheid voor de veiligheid in de stadions. De voorlopige, voorzichtige conclusie die ik kan trekken, in afwachting van het WODC onderzoek, is dat met deze aanpassingen de Belgische voetbalwet strenger is geworden, maar nog niet zo streng lijkt als onze eigen voetbalwetgeving.

Om een nog betere indruk te krijgen van de Engelse aanpak heeft de Regiegroep Voetbal en Veiligheid begin juli een werkbezoek gebracht aan het Verenigd Koninkrijk en daar gesproken met de politie (lokaal en landelijk), de Crown Prosecution Service (het Engelse OM), wetenschappers, de Sports Ground Safety Authority, een supportersvertegenwoordiger, de stadiondirecteur van Wembley en de Britse voetbalbond. Hoewel de aanpak in het Verenigd Koningrijk sterk steunt op het stafrecht, verschillen de Engelse en de Nederlandse benadering niet fundamenteel van elkaar. In Nederland wordt een mix ingezet van civiel-, bestuurs- en strafrechtelijke maatregelen, waardoor in veel gevallen sneller kan worden opgetreden dan in Engeland. In het VK worden, naast civielrechtelijke stadionverboden in afwachting van een uitspraak van de rechter, vooral strafrechtelijke stadionverboden en andere straffen opgelegd. Deze hebben een grotere impact op het maatschappelijk leven van een relschopper, maar hebben tegelijkertijd een minder lik-op-stukkarakter. Dit komt omdat strafrechtelijke procedures meer tijd in beslag nemen dan het opleggen van een civielrechtelijk stadionverbod en boete. Over de effectiviteit van het verbod om drinken mee te nemen op en rond de tribune zijn de meeste personen die de Regiegroep tijdens het werkbezoek heeft gesproken sceptisch. «Als iemand iets op het veld wil gooien en ze hebben geen beker, dan gooien ze wel iets anders.» En: «Als je niet mag drinken op de tribune, dan doe je dat wel ruimschoots voorafgaand aan de wedstrijd en in de rust.»

Tijdens het werkbezoek aan het VK viel vooral op dat de focus van alle partners in het VK onmiskenbaar ligt op een gezamenlijke inzet om voetbal toegankelijk, gastvrij én inclusief te maken voor iedereen; en dat dit betekent dat relschoppers hard aangepakt en geweerd worden. Ook viel op dat men het vanzelfsprekend vindt dat dit van iedereen die betrokken is bij voetbalwedstrijden – van de clubs tot de politie en van de supporters tot het openbaar ministerie – een inspanning vraagt: incidenten kun je nooit volledig voorkomen, maar je reactie erop bepaal je wel zelf en deze moet gericht zijn op straffen, uitsluiten en voorkomen van herhaling. Daarnaast is er, zoals ook Berenschot constateert, veel communicatie en educatie gericht op normstelling bij alle supporters. De aanpak wordt daar breed uitgedragen in de media.

Versterking aanpak veilig en gastvrij voetbal

Deze blik over de grenzen heeft mij en de andere partners in de Regiegroep Voetbal en Veiligheid laten zien dat wij aan de ene kant heel veel in handen hebben om relschoppers aan te pakken en uit te sluiten. Wij kunnen op veel terreinen zelfs effectiever straffen dan in Engeland door de inzet van een mix aan civiel-, bestuurs- en strafrechtelijke maatregelen. Dat betekent ook dat we geen grote wetswijzigingen hoeven in te zetten om betere resultaten te kunnen boeken.

Aan de andere kant moet ik echter ook constateren dat in Engeland maatregelen steviger, meer en consequenter lijken te worden ingezet en dat deze aanpak daar ook veel meer wordt uitgedragen, waardoor het potentiële relschoppers afschrikt. Ook heeft gastvrijheid en inclusiviteit voor alle supporters daar de hoogste prioriteit. High trust, high penalty (veel vertrouwen en ruimte geven aan supporter, maar hard straffen als iemand dat vertrouwen beschaamt) is er het leidende principe.

De Regiegroep Voetbal en Veiligheid volgt deze lijn. Het moet volledig helder zijn dat je als relschopper met wangedrag niet wegkomt. De partners committeren zich hier unaniem aan. Ditzelfde geldt ook voor de wens om tegelijkertijd zoveel mogelijk ruimte te geven aan en samenwerking te zoeken met de grote meerderheid van welwillende supporters om voetbal een gastvrije, feestelijke en inclusieve beleving met zo weinig mogelijk beperkingen te laten zijn.

De versterking van de aanpak, die voortbouwt op de uitgangspunten van het Richtinggevend kader Veilig en Gastvrij voetbal, richt zich op:

  • 1. Ruimte voor en samenwerking met supporters

  • 2. Gezamenlijke aanpak van personen en groepen die zich in en rondom het voetbal misdragen

  • 3. Inclusiviteit in voetbal bevorderen en discriminatie en racisme tegengaan

  • 4. Stevige governance en organisatie rondom voetbal en voetbalwedstrijden

Onderstaand licht ik de voornaamste maatregelen eruit.

1. Ruimte voor en samenwerking met supporters

Supporters zijn onmisbaar voor het voetbal en zij maken de unieke sfeer in de stadions. Verreweg de meesten komen voor een mooie wedstrijd en willen niet lijden onder individuen of groepen die dat plezier verstoren. Supporters zijn daarom een partner bij het realiseren van veilig en gastvrij voetbal. In Engeland hebben we in de praktijk gezien hoe belangrijk die samenwerking is en hoe supporters kunnen helpen bij het handhaven van een gedeeld norm. Wij gaan hier nog meer in investeren.

Er wordt veel gesproken over supporters, maar niet altijd mét supporters. Sinds 2016 is er een landelijke vertegenwoordiging van supporters in het Supporterscollectief Nederland, dat inmiddels periodiek aansluit bij de Regiegroep. Vanaf dit voetbalseizoen zit het collectief bij de Expertgroep Voetbal en Veiligheid niet meer zoals voorheen periodiek, maar als vast lid aan tafel.

Op lokaal niveau verschilt de betrokkenheid van supporters nog. Ik benadruk bij gemeenten het belang om in elke gemeente met een betaald voetbalorganisatie periodiek een «vierhoeksoverleg» plaats te laten vinden (gemeente, OM, politie, en BVO) en daarnaast periodiek ook met supporters zelf te spreken.

Naast een consequente aanpak van degenen die zich misdragen, wil de Regiegroep dat supporters ruimte krijgen voor hun fanbeleving en in sommige gevallen ook beloond worden voor goed gedrag en het nemen van verantwoordelijkheid (bonus). Het Handelingskader voor gemeenten is leidend bij het bepalen van in te zetten maatregelen.

Gemeenten werken de «bonus» van het Handelingskader nader uit. Daarbij gaat het enerzijds om het zo min mogelijk inzetten van collectieve beperkingen, zoals de buscombi, de locatie van het omwisselpunt voor kaartjes voor uitwedstrijden en de gastvrijheid van een uitvak. Anderzijds gaat het ook om het meer ruimte geven aan gastvrijheid en sfeerbevorderende acties van (georganiseerde) supporters. Uiteindelijk is het de ambitie om terug te gaan naar de normale situatie, waarin er geen sprake hoeft te zijn van beperkende maatregelen, er vrije kaartverkoop is en het stadion goed gevuld met supporters van beide clubs. Het moge duidelijk zijn dat het gedrag van supporters hier medebepalend voor is.

Lokaal wordt meer geïnvesteerd in sociale cohesie, zelfcontrole en community building met supporters. Hierdoor kan men elkaar aanspreken op ongewenst gedrag en wordt zelfcorrectie en positief gedrag gestimuleerd. Aanvullend verkent de Regiegroep met Meld Misdaad Anoniem de mogelijkheden voor het inzetten van een campagne, «de twaalfde man», waarmee het melden van misstanden rondom voetbal gestimuleerd wordt.

2. Gezamenlijke aanpak van personen en groepen die zich in en rondom het voetbal misdragen

Voor een veilig en gastvrij voetbal, moeten degenen die zich misdragen door het overtreden van standaardvoorwaarden en huisregels, het plegen van geweld en vernielingen of het doen van racistische en discriminerende of anderszins kwetsende uitingen worden geïdentificeerd en aangepakt. Dit vraagt om een consequente, gerichte en gezamenlijke lokale inzet. Iemand die zich misdraagt bij het voetbal komt daar niet mee weg.

Deze persoon wordt allereerst geïdentificeerd. Dit gaat nog sneller en beter dan voorheen gebeuren. Naast de in de brief van 17 april jl. genoemde aanscherping van de licentie-eisen voor camera’s in voetbalstadions en de inzet van de KNVB Taskforce, gaat streng en consequent worden opgetreden tegen personen die gezichtsbedekkende kleding meedragen of gebruiken. De duur van een civielrechtelijk stadionverbod voor bezit of voorhanden hebben van gezichtsbedekkende materialen is verhoogd naar negen maanden en op het zodanig bedekken van het gezicht dat herkenning (deels) onmogelijk wordt gemaakt, staat een stadionverbod van achttien maanden. Daarnaast starten in seizoen 2023/2024, als onderdeel van Ons Voetbal Is Van Iedereen, bij zes clubs pilots met Persoonsgebonden toegang: slimme technologie helpt bij identiteitscontrole en weten wie je in je stadion hebt. Dit gaat nog een stapje verder dan het ticketing op naam systeem dat in Engeland wordt gehanteerd.

Na identificatie krijgt degene die zich misdraagt te maken met een passende straf en met maatregelen om herhaling te voorkomen. Het moet voor iedereen aan de voorkant duidelijk zijn dat misdragingen niet zonder consequenties blijven. Net als in Engeland heeft een maatregel gericht op individuen en groepen die zich misdragen de absolute voorkeur boven generieke maatregelen die supporters belemmeren in hun fanbeleving, zoals het weren van uitsupporters.

We hebben hier in Nederland veel instrumenten voor in handen maar deze worden in de praktijk nog niet altijd optimaal ingezet. In lokaal verband dient hier een afweging in gemaakt te worden. Het instrument van de persoonsgerichte aanpak is hier behulpzaam bij. Onder regie van de gemeente stemmen BVO, politie en OM en eventueel andere partners met elkaar af welke mogelijkheden er zijn om daders en dadergroepen aan te pakken. Als de orderverstoorder onderdeel is van een groep wordt gekeken hoe deze negatieve groepsdynamiek kan worden doorbroken.

Komend seizoen wordt door alle partijen stevig ingezet op het nog consequenter en uniformer inzetten van persoonsgerichte aanpak in de praktijk. Het landelijke multidisciplinaire ondersteuningsteam persoonsgerichte aanpak adviseert en ondersteunt gemeenten hierbij. Naast het onderhouden en actualiseren van het ontwikkelde instrumentarium, wordt aanvullend onder meer ingezet op het vergroten van kennis over informatiedeling, de ontwikkeling van nieuwe gedragsinterventies, het opzetten van een landelijk kennisnetwerk «persoonsgerichte aanpak-Voetbal» en het organiseren van een congres over dit onderwerp.

Personen die in beeld zijn voor een persoonsgerichte aanpak krijgen in de briefings van stewards, beveiliging en politie extra aandacht, zodat meer informatie kan worden verzameld voor het aanscherpen van de persoonsgerichte aanpak en een stadionverbod, indien van toepassing, beter gehandhaafd kan worden.

Daar waar dat juridisch kan, wordt naast civielrechtelijk meer bestuursrechtelijk of strafrechtelijk opgetreden, zoals door het opleggen van een gebiedsverbod. Als een voetbalgerelateerde zaak op zitting komt, wordt aangestuurd op het vaker vragen om een strafrechtelijk stadionverbod door de officier van justitie.

Ook zal het instrument van de fysieke meldplicht, daar waar opportuun, worden ingezet. In situaties waarbij bijvoorbeeld sprake is van recidivisten, opruiers en leidende figuren, vind ik zowel de impact voor de meldplichtige als de impact op de politiecapaciteit gerechtvaardigd. In seizoen 2023/2024 start bovendien een experiment met een of meerdere digitale meldfaciliteiten die het mogelijk maken om in plaats van een fysieke, een digitale meldplicht op te leggen. Hierover later in deze brief meer. Overigens zien we dat in Engeland een stadionverbod zelden wordt gekoppeld aan een fysieke meldplicht. (Daar is geen digitale meldplicht mogelijk of in voorbereiding.) Wel worden andere maatregelen genomen, zoals bijvoorbeeld uitreisverboden en het innemen van iemands paspoort bij wedstrijden buiten Engeland of een OV-verbod.

Bij vernielingen in of aan het stadion verhalen sommige BVO’s de schade al consequent op de daders. Ik vraag de Taskforce van de KNVB om deze best practices te delen met andere clubs zodat dit schadeverhaal meer gemeengoed wordt. Betaald voetbalorganisaties kunnen bovendien hulp inroepen van de Taskforce voor ondersteuning bij schadeverhaal.

Tot slot wordt vanaf dit seizoen, zoals we dat ook in Engeland zien, zowel landelijk als lokaal door de verschillende partners meer gecommuniceerd over de opvolging bij incidenten en de consequenties van misdragingen en wordt proactief voorlichting gegeven over de bestaande instrumenten. Tegenover het overtreden van een civielrechtelijk stadionverbod staat in Nederland bijvoorbeeld een gevangenisstraf van maximaal een jaar. In Engeland is dat een half jaar. Toch bestaat het beeld dat hier in Engeland steviger tegen opgetreden kan worden. Daar zien we dat de dreiging van een gevangenisstraf preventief werkt voor het overtreden van stadionverboden. In Nederland gaan we hier ook meer ruchtbaarheid aan geven.5

3. Inclusiviteit in voetbal bevorderen en discriminatie en racisme tegengaan

Iedereen moet zich welkom en prettig voelen in en om het voetbal. Voor racisme en discriminatie is in het stadion geen plek. De Minister voor Langdurige Zorg en Sport heeft u, mede namens de Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Sociale Zaken en Werkgelegenheid en mijzelf vandaag, 28 september 2023 (Kamerstuk 30 234, nr. 379), bericht over de voortzetting van het programma «Ons Voetbal Is Van Iedereen». De afgelopen jaren is met dit plan een start gemaakt met de bestrijding van racisme en discriminatie in het voetbal. Voor de lange termijn is het van belang dat dit plan wordt voorgezet. Daarom is besloten om het programma voort te zetten en op enkele punten aan te scherpen.

Vanaf de start van seizoen 2023/2024 worden ook homofobe spreekkoren gericht tegen individuen veel strenger aangepakt: er wordt omgeroepen, wedstrijden kunnen sneller worden stilgelegd, daders worden opgespoord en stadionverboden opgelegd. Op de aanpak van spreekkoren kom ik later in deze brief nog kort terug.

De KNVB zet stevig in op het stimuleren van goed voorbeeldgedrag van spelers en coaches en treedt harder op tegen wangedrag. Daarnaast gaan clubs over dit onderwerp in gesprek met de spelers en trainers.

Ik onderzoek, mede geïnspireerd door de stevige aanpak van spreekkoren in Engeland, de mogelijkheden om in geval van discriminerende spreekkoren de vervolgbaarheid, waarbij het individuele aandeel van verdachten moeilijk te bewijzen is, te vergroten (uitbreiden Art. 141 Sr. met scanderen van leuzen).

4. Stevige governance en organisatie rondom voetbal en voetbalwedstrijden

Zoals ik in de voetbalbrief van april jl. ook aangaf en ook door Berenschot is geconcludeerd bij de internationale vergelijking, moeten alle al bestaande mogelijkheden en juridische instrumenten goed worden benut. Hiervoor is mede van belang dat de governance en organisatie rondom voetbal en voetbalwedstrijden verder worden versterkt. Het gaat dan bijvoorbeeld om de lokale wedstrijdvoorbereiding en -evaluatie en de inzet om betaald voetbalorganisaties te helpen weerbaarder te worden tegen negatieve invloeden van buitenaf en vanuit de eigen aanhang (baas in eigen stadion).

BVO’s dragen de verantwoordelijkheid voor een stevige veiligheidsorganisatie en het zowel op papier als in de praktijk voldoen aan licentie-eisen en vergunningvoorwaarden.

Er vindt consequent controle en toezicht plaats op naleving van licentievoorwaarden, handboek Competitiezaken, Accreditatie stewardopleiding door de KNVB. Indien niet aan vereisten wordt voldaan, wordt dit opgevolgd.

Veel van de genoemde maatregelen moeten lokaal hun beslag krijgen. Niet voor niets dring ik erop aan dat gemeenten met een betaald voetbalorganisatie, conform het gemeentelijk Handelingskader en in lijn met de verantwoordelijkheid van de burgemeester voor het toezien op evenementenveiligheid, een vergunningplicht voor voetbalwedstrijden invoeren en handhaven op de naleving van de vergunningvoorwaarden – zeker daar waar de veiligheidsorganisatie van de BVO onvoldoende op orde is. De meeste gemeenten hanteren inmiddels deze vergunningplicht. Een vergunning kan worden afgegeven per wedstrijd, per seizoenshelft of per seizoen en geeft aan de gemeente handvatten om eisen te stellen aan de organisator ten aanzien van onder andere veiligheid, openbare orde en volksgezondheid. Vervolgens houdt de gemeente toezicht op naleving van de vergunningseisen. Het niet naleven ervan kan bijvoorbeeld gevolgen hebben voor toekomstige vergunningen en de eisen die daarin opgenomen worden. Ook kan bestuurlijk gehandhaafd worden bij overtredingen van de vereisten. In uiterste gevallen kan een vergunning ook geweigerd of ingetrokken worden. Dan kan de wedstrijd niet plaatsvinden. De manier waarop de vergunningplicht wordt ingericht en de eisen die worden gesteld aan de organisator, de BVO, zijn een lokale afweging.

Met periodieke bestuurlijke en ambtelijke overleggen tussen gemeenten met een betaald voetbalorganisatie wordt ingezet op het realiseren van meer uniformiteit en voorspelbaarheid in de lokale aanpak, in lijn met het Handelingskader.

Vanaf seizoen 2023/2024 vindt er een apart overleg plaats tussen gemeenten met clubs die Europees voetbal spelen om onder meer de wedstrijdvoorbereiding te verstevigen.

Ik ontwikkel samen met het OM en in samenwerking met de KNVB een weerbaarheidstraining voor bestuurders van BVO’s, geïnspireerd op de weerbaarheidstrainingen voor burgemeesters en wethouders.

De Regiegroep ontwikkelt een monitoringinstrument waarmee jaarlijks lokaal uitvraag wordt gedaan naar onder andere aantal opgelegde bestuurlijke maatregelen, de wedstrijdvoorbereiding, de persoonsgerichte aanpak, het betrekken van supporters, de inzet van generieke maatregelen et cetera. De resultaten geven, in aanvulling op de al beschikbare incidentoverzichten, zowel de lokale partners, als de Regiegroep inzicht in wat al goed loopt en wat nog verbetering of ondersteuning behoeft.

Tot slot is vanuit het OM het aanbod gekomen om een FieldLab in te zetten op vraagstukken rondom weerbare BVO’s. Een aantal problemen op het gebied van voetbal is ingewikkeld, langdurig en lastig op te lossen. Met behulp van FieldLabs kunnen hier interventies op bedacht en uitgevoerd worden in gemeenschappelijkheid met allerlei partijen actief op dit terrein.

Digitale meldplicht

Ik besteed in deze brief graag apart aandacht aan de voortgang ten aanzien van de digitale meldplicht, omdat dit een belangrijk instrument is om relschoppers te weren uit het stadion en andere gebieden waar hun aanwezigheid niet gewenst is.

In de wet Maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast is de mogelijkheid gecreëerd om een bestuursrechtelijk gebiedsverbod op te leggen en deze te combineren met een meldplicht bij herhaalde ernstige overlast of vrees voor ernstige ordeverstoringen. Deze meldplicht kan fysiek zijn (iemand moet zich op een bepaald moment op een bepaalde plaats melden) of digitaal (iemand moet zich op een bepaald moment melden vanaf een willekeurige plek, niet zijnde in het verboden gebied). In het strafrecht bestaat deze mogelijkheid eveneens: een strafrechtelijk gebiedsverbod of stadionverbod kan gecombineerd worden met een fysieke of digitale meldplicht.

Tot op heden is er echter nog geen mogelijkheid om de digitale meldplicht uit te voeren. Het instrumentarium daarvoor is nog in ontwikkeling. Daarom is een meldplicht vooralsnog altijd fysiek van aard. In de praktijk wordt deze weinig opgelegd, omdat het beschouwd wordt als een zwaar middel dat disproportioneel kan zijn ten opzichte van de overtreding, en omdat het beslag legt op de capaciteit van de politie die op locatie de meldplichtige moet ontvangen en registreren.

In antwoord op Kamervragen van lid Westerveld (GroenLinks) heb ik u op 29 maart jl. geïnformeerd over de toenmalige stand van zaken ten aanzien van het ontwikkelen van een digitale meldfaciliteit waarmee een digitale meldplicht uitgevoerd kan worden6.

Bij motie d.d. 5 juli 2023 verzoekt lid Van der Laan (D66) de regering om alles in het werk te stellen om een digitale meldfaciliteit te realiseren en betrokkenen voor te bereiden op de uitvoering en monitoring, zodat zo snel als uitvoerbaar is, gestart kan worden met een digitale meldplicht bij stadionverboden voor ernstige overtredingen.7

Ik deel het enthousiasme over de mogelijkheden die een digitale meldplicht biedt en hecht er net als uw Kamer aan dat deze zo snel als mogelijk ook in de praktijk ingezet kan worden. Ik zie dat er veel draagvlak voor is. Tegelijkertijd is het noodzakelijk dit proces zorgvuldig en stap voor stap te doorlopen, met stevige waarborgen voor privacy, informatiebeveiliging, toepasbaarheid en juridische en financiële randvoorwaarden. Het prototype van de app, waar ik in het antwoord op de Kamervragen aan refereerde, voldoet nog niet aan alle (beveiligings)eisen die eraan gesteld worden. Er vinden op dit moment nog aanpassingen en nieuwe toetsen plaats voordat het prototype doorontwikkeld kan worden tot een werkende app. Parallel hieraan is een andere meldfaciliteit in beeld gekomen die niet gebruik maakt van een telefoon maar van een apart apparaatje, een «Mini ID». Ook deze mogelijkheid wordt nu onderzocht.

Ik koers erop dit najaar te starten met een experiment met een afgebakende scope: experimenteren in drie gemeenten, met een meldfaciliteit en met een digitale meldplicht gekoppeld aan een bestuursrechtelijk, dus door de burgemeester opgelegd, gebiedsverbod. Ik houd u van de voortgang op de hoogte.

Spreekkoren en antisemitische incidenten

Op verzoek van Kamerlid Drost (ChristenUnie) tijdens het ordedebat van 11 april jl. ga ik nog kort in op spreekkoren en antisemitische incidenten in en rondom het voetbal. Over deze onderwerpen zijn rond die tijd vanuit verschillende partijen Kamervragen gesteld.8 In deze antwoorden en in mijn reactie op de initiatiefnota over de aanpak van antisemitisme – de volgende stap9 hebben mijn collega’s en ik aangegeven hoe wij spreekkoren en antisemitische incidenten in en rondom het voetbal aanpakken.

Kwetsende, discriminerende en haatdragende teksten zijn walgelijk en niet toelaatbaar. Ze horen niet gezongen of gescandeerd te worden, ook niet in een voetbalstadion. De KNVB heeft de afgelopen jaren samen met betrokken partijen, waaronder de overheid, veel gerealiseerd om racisme en discriminatie tegen te gaan in het al eerder genoemde programma Ons Voetbal Is Van Iedereen. Dit programma kent verschillende onderdelen, zoals de samenwerking met de Anne Frank Stichting waar ik bij mijn antwoorden d.d. 24 mei jl. op Kamervragen van de leden Bikker en Ellian aan refereerde. Het blijkt dat supporters hierdoor anders tegen spreekkoren aankijken.

Op basis van regelgeving van het handboek competitiezaken betaald voetbal van de KNVB moeten BVO’s optreden tegen kwetsende spreekkoren binnen hun stadion. BVO’s en supportersverenigingen zijn primair verantwoordelijk voor het gedrag van hun supportersaanhang en voor het stellen van duidelijke tolerantiegrenzen ten aanzien van ongewenste spreekkoren en verbaal geweld. Deze grenzen moeten in het huisreglement van de club staan. Als discriminerende spreekkoren zich voordoen dan zijn clubs verplicht hierover te rapporteren aan de KNVB en te melden wat ze hieraan hebben gedaan. Bezoekers kunnen tijdens de wedstrijd bovendien hiervan melding doen bij de veiligheidsorganisatie van een betaald voetbalclub, namelijk via de app DiscriminatieMelder.

Volgens het protocol voor spreekkoren spreekt eerst de stadionspeaker het publiek toe. Hij verzoekt het publiek om de spreekkoren te staken. Als er toch spreekkoren worden herhaald of voortgezet, wordt de wedstrijd stilgelegd. Op dat moment wordt met de lokale overheid overlegd of er definitief wordt gestaakt of dat de wedstrijd nog één keer wordt hervat. Mocht de wedstrijd worden hervat, wordt de wedstrijd definitief gestaakt als zich weer een incident voordoet.

Zoals al eerder in deze brief aangegeven heeft de Minister voor Langdurige Zorg en Sport, mede namens de Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Sociale Zaken en Werkgelegenheid en mijzelf uw Kamer eerder vandaag al geïnformeerd over de voortzetting van Ons Voetbal Is Van Iedereen. Gezamenlijk blijven wij ons hard inzetten tegen alle gedragingen die groepen en individuen in en rondom het voetbal discrimineren of anderszins buitensluiten.

Tot slot

Ik heb er vertrouwen in dat deze maatregelen tezamen ervoor gaan zorgen dat relschoppers de dans niet ontspringen en we toe kunnen werken naar minder generieke maatregelen en meer gastvrijheid en fanbeleving voor de supporters en andere voetballiefhebbers.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius


X Noot
1

Kamerstukken 25 232 en 30 234, nr. 71.

X Noot
2

Kamerstuk 25 232, nr. 73.

X Noot
5

Hier is wel de kanttekening op zijn plaats dat er in circa 80% van de zaken sprake is van first offenders waar dus ook geen sprake is van een eerder stadionverbod.

X Noot
6

Aanhangsel Handelingen II 2022/23, nr. 2069

X Noot
7

Kamerstuk 30 234 nr. 368.

X Noot
8

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport heeft op 17 augustus jl. haar antwoorden op de vragen van de leden Mutluer en Mohandis (beiden PvdA) over discriminerende spreekkoren in de stadions aan uw Kamer gestuurd (Aanhangsel Handelingen II 2022/23, nr. 3367). Verder heeft de Minister voor Langdurige Zorg en Sport op 10 mei 2023 haar antwoorden op de vragen van het lid Westerveld (GroenLinks) over de spreekkoren bij de halve finale van de KNVB beker gestuurd (Aanhangsel Handelingen II 2022/23, nr. 2549). De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft, mede namens de Minister voor Langdurige Zorg en Sport, op 5 juli 2023 zijn antwoorden gestuurd op vragen van het lid Van der Laan (D66) over het bericht «COC meldt «homohaat tegen kinderen», pand in Eindhoven belaagd» (Aanhangsel Handelingen II 2022/23, nr. 3141). Tenslotte heb ik zelf, mede namens de Minister voor Langdurige Zorg en Sport, op 24 mei jl. mijn antwoorden gestuurd op vragen van de leden Ellian (VVD) en Bikker (ChristenUnie) over het bericht «OM gaat «schokkend» Hamas-filmpje bij De Kuip onderzoeken, CIDI doet aangifte» verstuurd (Aanhangsel Handelingen II 2022/23, nr. 2689).

X Noot
9

Kamerstuk 36 272, nr. 4.

Naar boven