25 161
Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met de positiebepaling van de Open Universiteit binnen het hoger onderwijs en wijziging van de bestuursorganisatie

nr. 17
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Zoetermeer, 1 mei 1997

Naar aanleiding van de openbare behandeling van bovenvermeld wetsvoorstel en in het bijzonder de behandeling daarin van mijn relatie ten opzichte van de regionale studiecentra bericht ik u het volgende.

In de bekostigingsregeling voor de Open Universiteit waarvan een wijziging thans in voorbereiding is (wijziging van het Bekostigingsbesluit WHW), zal ik als volgt tegemoet komen aan de gevoelens, zoals verwoord in de motie op stuk nr. 16. Ik ben voornemens het handhaven van bestaande studiecentra, zoals aangegeven in de motie, als een herkenbare bekostigingsparameter op te nemen in de bekostigingsregeling voor de Open Universiteit. Van deze bekostigingsregeling zal voldoende incentive uitgaan waardoor er geen bestaand studiecentrum zal verdwijnen, waarvan de opheffing tot gevolg heeft dat regio's hun enige studiecentrum kwijtraken alvorens de evaluatie van de Open Universiteit heeft plaatsgevonden.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

J. M. M. Ritzen

Naar boven