nr. 12
AMENDEMENT VAN DE LEDEN HILLEN EN REITSMA
Ontvangen 18 november 1996
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Artikel VI vervalt.
II
Artikel VII, onderdeel A, wordt vervangen door:
A. Aan artikel 23 wordt na het tweede lid toegevoegd:
3. In afwijking van het tweede lid, onderdeel b, bedraagt de aldaar bedoelde
brandstoftoeslag voor een personenauto: f 72 vermeerderd met f 22,75
per 100 kg eigen massa boven 500 kg, indien:
a. voor de personenauto een typegoedkeuring is verleend als bedoeld in
artikel 22 van de Wegenverkeerswet 1994 dan wel een individuele goedkeuring
als bedoeld in artikel 26 van die wet, met toepassing van de normen zoals
die zijn neergelegd in de Richtlijn nr. 70/220 EEG van de Raad van de Europese
Gemeenschappen van 20 maart 1970 inzake de onderlinge aanpassing van wetgevingen
der Lid-Staten met betrekking tot maatregelen die moeten worden genomen tegen
de luchtverontreiniging door gassen afkomstig van motoren met electrische
ontsteking in motorvoertuigen (PbEG L 76), zoals deze laatstelijk is gewijzigd
bij Richtlijn nr. 94/12/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese
Unie van 23 maart 1994 (PbEG L 100);
b. de personenauto is voorzien van een installatie die tot gevolg heeft
dat de emissies van die personenauto ten minste 30 % lager zijn dan de emissienormen
zoals neergelegd in de in onderdeel a bedoelde richtlijn;
c. de installatie als bedoeld in onderdeel b voldoet aan de door Onze
Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer vastgestelde
eisen; deze eisen zullen in ieder geval betrekking hebben op:
1°. de ongevoeligheid van de installatie voor de brandstofsamenstelling;
2°. het niet kunnen wijzigen van de afstelling van het systeem, anders
dan door of onder toezicht van de fabrikant of leverancier;
3°. het voorzien zijn van een systeem dat de correcte werking van
de installatie bewaakt en de bestuurder daarover informeert;
d. met betrekking tot de personenauto overeenkomstig de door Onze Minister
van Verkeer en Waterstaat vastgestelde bepalingen in het kentekenregister
en op het kentekenbewijs de aanduiding G3 is opgenomen.
III
Artikel VII, onderdelen B, C en D, vervallen.
IV
Artikel VII, onderdeel E, wordt vervangen door:
E. Aan artikel 47 wordt, onder aanduiding van het enig lid als eerste
lid, een nieuw lid toegevoegd, luidende:
2. De belasting bedraagt nihil voor een autobus die hoofdzakelijk wordt
gebruikt voor het openbaar vervoer, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel
e, van de Wet personenvervoer, en die is bestemd om hoofdzakelijk te worden
aangedreven door een kracht die wordt ontleend aan vloeibaar gemaakt petroleumgas
als bedoeld in artikel 26, zesde lid, van de Wet op de accijns of aan aardgas.
V
Artikel XI vervalt.
VI
In artikel XVI, eerste lid, wordt de zinsnede «met uitzondering
van de artikelen VI, VII, VIII en XI, die in werking treden met ingang van
1 juli 1997» vervangen door: met uitzondering van de artikelen VII en
VIII die in werking treden met ingang van 1 juli 1997.
Toelichting
Met dit amendement wordt de voorgenomen verhoging van de motorbrandstoffenaccijnzen
en de daaraan gekoppelde verlaging van de motorrijtuigenbelasting uit het
wetsvoorstel gehaald.
Hillen
Reitsma