25 037
Wijziging van de Gemeentewet, de Waterschapswet, de Wet op de inkomstenbelasting 1964, de Wet op de vermogensbelasting 1964, de Algemene wet inzake rijksbelastingen, alsmede de Wet waardering onroerende zaken (Aanpassingswet Wet waardering onroerende zaken)

nr. 7
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 29 oktober 1996

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A. Aan ARTIKEL I, onderdeel E, wordt toegevoegd:

3. Voor de toepassing van deze paragraaf dient een onroerende zaak in hoofdzaak tot woning indien de waarde die op grond van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken is vastgesteld voor die onroerende zaak in hoofdzaak kan worden toegerekend aan delen van de onroerende zaak die dienen tot woning dan wel volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden.

B. Aan ARTIKEL VIII wordt na onderdeel O toegevoegd:

P. Artikel 43 komt te luiden:

Artikel 43.

1. In één bezwaarschrift kan zowel bezwaar worden gemaakt tegen een op de voet van hoofdstuk IV genomen beschikking tot vaststelling van de waarde van een onroerende zaak als tegen een belastingaanslag in de onroerende-zaakbelastingen betreffende die onroerende zaak indien aan die belastingaanslag die beschikking ten grondslag ligt.

2. In afwijking van artikel 30 in verbinding met artikel 25, zevende lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen kan het college van burgemeester en wethouders op de in het eerste lid bedoelde bezwaren uitspraak doen in één geschrift.

3. Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing indien op de voet van artikel 24, achtste lid, twee of meer beschikkingen zijn verenigd in één geschrift.

Naar boven