25 017 Versterking ruimtelijk-economische structuur

Nr. 64 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 oktober 2010

1. Inleiding

Met deze brief informeer ik u over de voortgang van de ICES/KIS-3 programma’s en reageer ik, mede namens de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, van Financiën, van Verkeer en Waterstaat, van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, op de conclusies en aanbevelingen van de CvW in haar advies in het kader van deze voortgangsrapportage.1

In het kader van de ICES/KIS-3 (BSIK) impuls (2004–2012) heeft het kabinet aan 37 kennisconsortia een totale subsidie van € 800 mln. toegezegd. Deze subsidiemiddelen zijn afkomstig uit het Fonds Economische Structuurversterking (FES). Doelstelling van de ICES/KIS-3 programma’s is om op maatschappelijk relevante terreinen kwalitatief hoogwaardige kennis te ontwikkelen, te bundelen en uit te bouwen om op die manier te komen tot verbeterde en bredere toepassingen. Conform de gebruikelijke monitoringssystematiek voor de ICES/KIS-3 projecten zijn gedurende 2009 door de BSIK-monitors de monitor-gegevens over 2008 verzameld, op basis waarvan de Commissie van Wijzen Kennis en Innovatie (verder: CvW) gesprekken heeft gevoerd met de ICES/KIS-3 consortia. De aldus verzamelde informatie is vervolgens door de CvW gecondenseerd tot de onderliggende voortgangsrapportage, die in 2010 is opgeleverd.

2. Eerdere voortgangsrapportages

Sinds de start van de 37 ICES/KIS-3 programma's bent u door mijn voorgangers en mijzelf regelmatig geïnformeerd over de voortgang van deze programma's. De vorige rapportage was bij brief van 21 oktober 2008 (TK, 2008–2009 25 017 nr. 63) over de Mid Term Evaluatie (MTE).

3. Advies Commissie van Wijzen voortgang van de ICES/KIS-3 programma’s in 2008.

Bij de terugblik over 2008 heeft de CvW in het bijzonder gekeken naar de projecten die in de MTE van 2008 niet positief werden beoordeeld. Tevens is met specifieke aandacht gekeken naar de projecten die in 2008 of begin 2009 hun werkzaamheden hebben beëindigd. Voor de overige projecten heeft de CvW een lichte toets op de voortgang gedaan. De CvW constateert dat alle 37 ICES/KIS-3 projecten een rapportage hebben gepresenteerd waarvan de meeste van goede kwaliteit waren en waarin een goed beeld wordt gegeven van de voortgang.

Afgeronde projecten

In 2008 zijn de eerste vijf ICES/KIS-3 projecten afgerond. Het gaat om de projecten PSIBouw, GigaPort, Freeband Communications, Netherlands Proteomics Centre (NPC) en Biomade. De CvW heeft in het kader van deze monitoring eveneens een eindgesprek gevoerd met drie projecten die begin 2009 afliepen: Ruimte voor Geo-informatie (RGI), Vernieuwend Ruimtegebruik (Habiforum) en Smart Surroundings. In de acht eindgesprekken heeft de CvW zich laten leiden door de ICES/KIS-3 doelstellingen: excellente vernieuwende (vraaggeïnspireerde) wetenschap, leidend tot een duurzame versterking van de kennisinfrastructuur, potentiële economische en/of maatschappelijke waardecreatie en blijvende verkleining van de kloof tussen kennisinfrastructuur en bedrijven en/of beleidsmakers als eigenaren van maatschappelijke vraagstellingen.

Op grond van de eindrapportages en de gevoerde eindgesprekken trekt de CvW de volgende conclusies met betrekking tot de afgeronde projecten:

  • Alle 8 afgeronde projecten zijn, afgezet tegen de doelstellingen, volgens de CvW redelijk tot goed geslaagd. Hierbij springt volgens de CvW GigaPort er in positieve zin uit als een zeer succesvol project;

  • De CvW constateert dat na een negatieve MTE de projecten PSIBouw, Freeband Communications, Habiforum en Biomade er toch nog in geslaagd zijn om in ieder geval een deel van de doelstellingen te realiseren;

  • De CvW acht het wenselijk om voor projecten die zich richten op enabling technologies (GigaPort, NPC) een vorm van structurele basisfinanciering te realiseren omdat volgens de CvW vele onderzoeksgroepen c.q. maatschappelijke partijen kunnen profiteren indien de opgebouwde expertise geconcentreerd blijft en samenhangend doorontwikkeld wordt;

  • Volgens de CvW geldt met name voor projecten binnen het thema Duurzame Systeeminnovaties dat de grote uitdaging de komende tijd ligt in het verankeren en opschalen van de opgedane ervaringen en kennis over de hele betrokken sector;

  • De CvW constateert dat de kleinere projecten met een sterke focus gemakkelijker tot een succes zijn te brengen dan grote projecten, die door een veelheid aan activiteiten en een grote hoeveelheid betrokken partijen meer moeite lijken te hebben met het realiseren van hun doelstellingen. Voor de grote projecten is volgens de CvW een stevig management met helder beschreven taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden absoluut noodzakelijk om de projecten succesvol te maken.

Nog lopende projecten

Ten aanzien van de 29 nog lopende projecten heeft de CvW bijzondere aandacht besteed aan de projecten waarvan de CvW in de MTE van 2008 concludeerde dat deze bijsturing behoefden. Hiervan zijn inmiddels twee afgerond in 2008 c.q. 2009 (Freeband Communications en Vernieuwend Ruimtegebruik/Habiforum). Voor de overige vijf projecten heeft de CvW specifiek gekeken naar de voortgang, mede in het licht van de bevindingen van de MTE. Dit zijn de projecten TransForum Agro en Groen, KSI, ICIS, LOFAR en MicroNed. Ten aanzien van drie projecten concludeerde de CvW in de MTE van 2008 dat er onvoldoende perspectief was voor het realiseren van de doelstellingen (We@Sea, PSI Bouw en Biomade). Met PSI Bouw en Biomade zijn inmiddels eindgesprekken gevoerd. Voor het project We@Sea geeft de CvW aan dat de ontvangen voortgangsrapportage onvoldoende informatie biedt over de voortgang van het project en de stappen die gezet zijn door het consortium nadat het MTE-advies is uitgebracht. De CvW adviseert met klem om de departementale penvoerder aan te laten sturen op spoedige afronding van het project en het op laten stellen van een complete eindrapportage zodat een gefundeerd oordeel alsnog mogelijk wordt.

Er zijn 23 ICES/KIS-3 projecten die een positief oordeel kregen in de MTE van 2008 en die worden afgerond in de jaren 2009 en later. Het gaat hier om de projecten NGInfra, CATO, B-Basic, Transumo, BRICKS, ESI, MultimediaN, VL-e, Klimaat voor Ruimte, Leven met Water, Delft Cluster, NanoNed, Celiac Disease Consortium, Ecogenomics, Virgo, BioRange, Nutrigenomics, TREND, MIIHD, Cyttron, SCDD, DPTE en Neuro-Bsik/Mouse Phenomics.

De CvW constateert dat meeste nog lopende projecten goed onderweg zijn om de doelstellingen te realiseren. De aanbevelingen die op basis van de MTE zijn geformuleerd zijn serieus opgepakt. De CvW maakt de volgende algemene opmerkingen of adviezen ten behoeve van alle consortia en departementale penvoerders van de nog lopende projecten:

  • De CvW verzoekt de consortia en de departementale penvoerders ten behoeve van een verbeterde beoordeelbaarheid aandacht te besteden aan de financiële administratie;

  • Voor alle consortia geldt volgens de CvW dat in de eindfase van het project blijvende aandacht nodig is voor valorisatie en verankering van de resultaten. De CvW constateert dat veel consortia er van uit zijn gegaan dat verankering gerealiseerd kon worden via het aanvragen van nieuwe middelen in de FES-500 impuls (deze is inmiddels afgehecht). De CvW benadrukt dat verankering gerealiseerd dient te worden met de via de ICES/KIS-3 impuls beschikbaar gestelde middelen en adviseert om de departementale penvoerders hier bij de uitvoering van de laatste jaren op toe te laten zien;

  • Veel voortgangsrapportages focussen op kwantitatieve informatie. De CvW vindt het van groot belang dat in het eindverslag en in de komende voortgangsrapportages ook nadrukkelijk aandacht wordt besteed aan wat de projecten in concrete, inhoudelijke zin hebben opgeleverd en hoe dit bijdraagt aan de doelstellingen van de projecten. Daarbij adviseert de CvW dat gerapporteerd dient te worden over de bijdrage van de projecten aan de realisatie van de doelstellingen van de ICES/KIS-3 impuls in zijn totaliteit.

4. Kabinetsreactie

Instemmen met conclusies ten aanzien van de afgeronde projecten

Namens het kabinet stel ik op basis van het rapport van de CvW vast dat de projecten er redelijk tot goed in zijn geslaagd om aan hun doelstellingen te voldoen. Hierbij hebben ook de projecten die niet positief zijn beoordeeld in de MTE alsnog een deel van de doelstellingen gerealiseerd. Het advies van de CvW over het belang van het verankeren van de resultaten van de opgedane kennis wordt door het kabinet onderschreven. Daarbij merkt het kabinet op dat hieraan door de diverse afgeronde ICES/KIS-3 projecten invulling wordt gegeven. Aan de betrokken ministers wordt gevraagd hier op toe te blijven zien.

Verder acht de CvW het wenselijk dat voor de projecten die zich richten op enabling technologies (GigaPort en NPC) een vorm van structurele basisfinanciering wordt gevonden. Een soortgelijke aanbeveling had de CvW reeds in de MTE van de ICES/KIS-3 programma’s gedaan. Ten aanzien van GigaPort heeft de Minister van OCW mede namens de Staatssecretaris van EZ in een brief aan de Tweede Kamer (TK, 2008–2009, 26 643) gemeld dat hiertoe op de begroting van OCW structureel 5 miljoen euro is vrijgemaakt. Daarnaast onderzoeken de departementen van OCW en EZ in samenwerking met het veld de mogelijkheden om additionele middelen voor structurele basisfinanciering vrij te maken. De commissie die hiermee is belast is onlangs voor het eerst bijeengekomen. Wat betreft NPC zijn er voor de komende jaren tot en met 2013 middelen vrijgemaakt vanuit het Netherlands Genomics Intitatieve (NGI) voor een voortzetting als NPC II. Voor de jaren daarna worden mogelijkheden voor verdere verankering nog onderzocht.

Instemmen met de conclusies en aanbevelingen ten aanzien van de nog lopende projecten

Het kabinet stemt in met de aanbevelingen van de CvW ten aanzien van de nog lopende projecten. De door de CvW geformuleerde adviezen voor de vijf projecten die in de MTE van 2008 niet positief werden beoordeeld neemt het kabinet over. Het project «We@Sea» wordt momenteel zo snel mogelijk op een verantwoorde wijze afgerond. Dit houdt in dat:

  • de lopende onderzoeksprojecten binnen de huidige planning moeten worden afgerond;

  • de bevindingen in heldere onderzoeksrapporten zullen worden vastgelegd;

  • de opgedane kennis op actieve wijze (dat wil zeggen naast publicatie op de eigen website) met de relevante stakeholders zal worden gedeeld.

Definitieve afronding van het project «We@Sea» wordt verwacht in oktober 2010.

Het pleidooi van de CvW om blijvende aandacht te geven aan de valorisatie en verankering van de resultaten wordt onderschreven. Verankering en valorisatie is, zeker in deze latere fase van de ICES/KIS-3 impuls, van groot belang. De ontwikkelde kennis in de nog lopende projecten wordt gevaloriseerd in zowel het publieke als het private domein, de balans tussen beide domeinen is voor elk van de projecten verschillend. Aan de verantwoordelijke ministers zal worden gevraagd op verankering en valorisatie toe te blijven zien. Ten aanzien van de verdere monitoring van en een ordentelijke eindrapportage over de ICES/KIS-3 impuls is het verder van belang dat de ICES/KIS-3 consortia gehoor geven aan de aanbevelingen en het verzoek van de CvW om ten behoeve van de beoordeelbaarheid meer aandacht te besteden aan de financiële administratie maar ook aan wat de projecten in concrete, inhoudelijke zin hebben opgeleverd en hoe dit heeft bijgedragen aan de doelstellingen van de projecten. Het kabinet zal dit via de departementen aan de ICES/KIS-3 consortia communiceren. Daarnaast zal aan deze aanbevelingen van de CvW verder invulling worden gegeven doordat Agentschap NL in 2010 en 2011 twee workshops ter bevordering van de kwaliteit van de rapportage en valorisatie en verankering voor de ICES/KIS-3 consortia zal organiseren.

Tenslotte deel ik u mede dat de CvW of een eventuele opvolger daarvan eind 2010 een eindadvies zal uitbrengen over de 15 projecten die in 2009 zijn afgelopen. Ik zal u hierover begin 2011 informeren. In december 2011 zal een eindadvies worden uitgebracht over de overige 14 projecten die gedurende 2010, 2011 of 2012 zullen aflopen. Hierbij zal aan de projecten die in de tweede helft van 2011 of in 2012 aflopen gevraagd worden om (voortijdig) een zo goed mogelijk beeld van het eindresultaat te leveren op basis waarvan conclusies kunnen worden getrokken. In dit eindadvies zullen dan alle 37 eindadviezen nogmaals worden opgenomen en zal tevens worden teruggeblikt op de totale ICES/KIS-3 impuls en aanbevelingen worden gedaan voor eventuele toekomstige impulsen. U zal hierover dan zo spoedig mogelijk worden geïnformeerd.

De minister van Economische Zaken,

M. J. A. van der Hoeven


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Naar boven