24 782
Wijziging van de Meststoffenwet

nr. 8
AMENDEMENT VAN HET LID VAN DER VLIES

Ontvangen 16 januari 1997

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Artikel I, onderdeel E, wordt als volgt gewijzigd:

I

Artikel 13e wordt vervangen door:

Artikel 13e

1. Het toelaatbare verlies van meststoffen, bedoeld in artikel 13b, onderdeel c, uitgedrukt in kilogrammen fosfaat, is per kalenderjaar per hectare grasland, bouwland of braakland van de gemiddeld in het betreffende kalenderjaar tot het bedrijf behorende oppervlakte landbouwgrond:

– 40 kilogram fosfaat, in de jaren 1998 en 1999;

– 35 kilogram fosfaat, in de jaren 2000 en volgende.

2. Het toelaatbare verlies van meststoffen, bedoeld in artikel 13b, onderdeel c, uitgedrukt in kilogrammen stikstof, is per kalenderjaar per hectare grasland van de gemiddeld in het betreffende kalenderjaar tot het bedrijf behorende oppervlakte landbouwgrond:

– 300 kilogram stikstof, in de jaren 1998 en 1999;

– 275 kilogram stikstof, in de jaren 2000 en volgende.

3. Het toelaatbare verlies van meststoffen, bedoeld in artikel 13b, onderdeel c, uitgedrukt in kilogrammen stikstof, is per kalenderjaar per hectare bouwland of braakland van de gemiddeld in het betreffende kalenderjaar tot het bedrijf behorende oppervlakte landbouwgrond:

– 175 kilogram stikstof, in de jaren 1998 en 1999;

– 150 kilogram stikstof, in de jaren 2000 en volgende.

4. Het toelaatbare verlies van meststoffen, bedoeld in artikel 13b, onderdeel c, uitgedrukt in kilogrammen fosfaat, onderscheidenlijk stikstof is per kalenderjaar per hectare natuurterrein van de gemiddeld in het betreffende kalenderjaar tot het bedrijf behorende oppervlakte grond 20 kilogram fosfaat en 100 kilogram stikstof.

II

Artikel 13l wordt vervangen door:

Artikel 13l

1. Het toelaatbare mineralenverlies, bedoeld in artikel 13j, onderdeel b, uitgedrukt in kilogrammen fosfaat, is per kalenderjaar per hectare grasland, bouwland of braakland van de gemiddeld in het betreffende kalenderjaar tot het bedrijf behorende oppervlakte landbouwgrond:

– 40 kilogram fosfaat, in de jaren 1998 en 1999;

– 35 kilogram fosfaat, in de jaren 2000 en volgende.

2. Het toelaatbare mineralenverlies, bedoeld in artikel 13j, onderdeel b, uitgedrukt in kilogrammen stikstof, is per kalenderjaar per hectare grasland van de gemiddeld in het betreffende kalenderjaar tot het bedrijf behorende oppervlakte landbouwgrond:

– 300 kilogram stikstof, in de jaren 1998 en 1999;

– 275 kilogram stikstof, in de jaren 2000 en volgende.

3. Het toelaatbare mineralenverlies, bedoeld in artikel 13j, onderdeel b, uitgedrukt in kilogrammen stikstof, is per kalenderjaar per hectare bouwland of braakland van de gemiddeld in het betreffende kalenderjaar tot het bedrijf behorende oppervlakte landbouwgrond:

– 175 kilogram stikstof, in de jaren 1998 en 1999;

– 150 kilogram stikstof, in de jaren 2000 en volgende.

4. Het toelaatbare mineralenverlies, bedoeld in artikel 13j, onderdeel b, uitgedrukt in kilogrammen fosfaat, onderscheidenlijk stikstof is per kalenderjaar per hectare natuurterrein van de gemiddeld in het betreffende kalenderjaar tot het bedrijf behorende oppervlakte grond 20 kilogram fosfaat en 100 kilogram stikstof.

III

Artikel 13x, eerste lid, onderdeel b, wordt vervangen door:

b. de som van de hoeveelheid aangevoerde dierlijke meststoffen, de hoeveelheid aangevoerde overige organische meststoffen en de hoeveelheid geproduceerde dierlijke meststoffen, uitgedrukt in kilogrammen fosfaat, is per kalenderjaar per hectare van de gemiddeld tot het bedrijf behorende oppervlakte landbouwgrond minder dan:

– 120 kilogram fosfaat voor grasland, 100 kilogram fosfaat voor bouwland en 40 kilogram fosfaat voor braakland in de jaren 1998 en 1999;

– 85 kilogram fosfaat voor grasland en bouwland, en 35 kilogram fosfaat voor braakland in de jaren 2000 en volgende, en.

Toelichting

Het is niet wenselijk, dat de normstelling met betrekking tot de hoogte van de verliesnormen betreffende fosfaat en stikstof ná het jaar 2000 in de wet wordt vastgelegd. Gegevens van onder meer voorbeeldbedrijven dienen in de normstelling na 2000 in alle objectiviteit te kunnen worden meegenomen. Normstelling na het jaar 2000 dient dus aan de hand van de evaluatie in dat jaar plaats te vinden. Dit amendement beoogt een en ander te regelen.

Van der Vlies

Naar boven