24 691 Ruimtetekort in mainport Rotterdam

Nr. 129 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 januari 2018

Net als vorig jaar (Kamerstukken 24 691 en 30 175, nr. 128) stuur ik u de nieuwe Integrale Rapportage met de monitoringsinformatie over het Project Mainportontwikkeling Rotterdam (PMR)1. Dit is in lijn met de met u in 2015 gemaakte herziene afspraken over de rapportage van PMR. Deze achtste Integrale Rapportage bevat monitoringsinformatie over de deelprojecten van PMR, te weten de aanleg van de landaanwinning met bijbehorende natuurcompensatie, de aanleg van 750 ha natuur- en recreatiegebied en het Bestaand Rotterdams Gebied. Deze Integrale Rapportage is door de DCMR Milieudienst Rijnmond opgesteld in opdracht van de PMR-partijen2 en op 16 november jl. vastgesteld door de Tafel van Borging3.

Deelproject 750 ha nieuw natuur- en recreatiegebied in regio Rijnmond

Dit deelproject kent drie onderdelen: Buijtenland van Rhoon, Schiezone en Vlinderstrik. Aan het onderdeel Buijtenland van Rhoon (600 ha natuur- en recreatiegebied ten zuiden van Rotterdam) is ook dit jaar hard gewerkt, met name aan de vorming van de gebiedscoöperatie en de ontwikkeling van het streefbeeld voor het gebied. Met alle betrokken partijen in het gebied – ondernemers, bewoners, natuurorganisaties, deskundigen en de provincie Zuid-Holland – wordt hier vorm aan gegeven onder leiding van de kwartiermakend voorzitter van de gebiedscoöperatie. Dit is in lijn met het kwartiermakersadvies van mei 2016 en de voorwaarden die provinciale staten 14 september 2016 hebben meegegeven bij de verdere uitwerking van het advies. Eind vorig jaar heeft de Staatssecretaris van Economische Zaken ingestemd met de door de Provincie Zuid-Holland voorgestelde vervolgstappen. Het streven is dat de gebiedscoöperatie in het eerste kwartaal van 2018 wordt opgericht. Over het streefbeeld, waarin de doelen en maatregelen met betrekking tot het gebied worden uitgewerkt, vinden nog besprekingen plaats tussen betrokken natuur- en recreatiepartijen, de kwartiermakend voorzitter van de coöperatie en de provincie. Deze is naar verwachting van de provincie het eerste kwartaal van 2018 gereed. Zoals ook vorig jaar al is aangegeven is een zorgvuldig proces belangrijk om onder alle betrokkenen draagvlak te krijgen. Het is dan ook niet realistisch dat de in de Planologische Kern Beslissing (PKB) PMR (2006) opgenomen realisatietermijn van 2021 wordt gehaald. Het streefbeeld zal meer duidelijkheid moeten geven op welke termijn de doelen gehaald kunnen worden.

De andere twee onderdelen van het deelproject 750 ha natuur- en recreatiegebied, Schiezone (50 ha) en Vlinderstrik (100 ha) aan de noordzijde van Rotterdam, vorderen gestaag en kunnen naar alle waarschijnlijkheid in 2018 worden afgerond.

Deelproject Landaanwinning inclusief natuurcompensatie

Landaanwinning

In de zomer van 2017 is fase 2 van de aanleg van Maasvlakte 2 gestart met de aanleg van een nieuw terrein ten behoeve van een offshore centre. Het betreft een terrein van 70 ha dat in 2019 in gebruik wordt genomen. Dit is conform de afspraak dat de aanleg na de eerste fase (2008–2013) zal aansluiten bij de marktvraag naar nieuw haventerrein.

Natuurcompensatie

Realisatie Bodembeschermingsgebied in de Voordelta*

In 2014 is de tussentijdse evaluatie uitgevoerd volgens de afspraken uit het monitorings- en evaluatieprogramma (MEP) Natuurcompensatie Voordelta. In vervolg hierop is in 2016 de wijze van monitoring van het bodembeschermingsgebied deels aangepast. Het doel van de aanpassing is om via andere methoden de effectiviteit van natuurcompensatie in de Voordelta aan te tonen. Of dit het geval is moet blijken in de eerstvolgende tussentijdse evaluatie die wordt gemaakt volgens het MEP Natuurcompensatie Voordelta in 2018.

Realisatie drie rustgebieden in de Voordelta

Naar aanleiding van de genoemde tussentijdse evaluatie uit 2014 zijn ook de rustgebieden voor de zwarte zee-eend in de Voordelta aangepast aan het feitelijk voorkomen en gebruik (foerageren) door de zwarte zee-eend. De verwachting is dat hiermee de verblijfscondities voor deze verstoringsgevoelige soort zijn verbeterd. Het aangepaste Toegang Beperkend Besluit (TBB) is sinds eind 2016 van kracht. Het is nog niet onherroepelijk omdat de visserijsector beroep heeft aangetekend. Dit beroep dient in 2018.

Natuurcompensatie Duinen

Duincompensatie Delflandse kust – 6,1 ha vochtige duinvallei, habitattype H2190

Bij de opgave voor duincompensatie vraagt de ontwikkeling van het vereiste areaal van 6,1 ha natte duinvallei nog steeds aandacht. De ontwikkeling vordert, maar langzamer dan verwacht, zoals ook vorig jaar gemeld. Door natuurlijke processen van in- en uitstuiving van zand moet een natte duinvallei met een minimale omvang van 6,1 ha ontstaan. Door de aanwezigheid van helm en kweekgras is echter sprake van zandinvang in plaats van verdere zanduitstuiving. Alle betrokken partijen zijn van oordeel dat het verdiepen van de valleibodem door het afgraven van het maaiveld (0,5m) noodzakelijk is om de doelstelling voor het areaal natte duinvallei te bereiken. De uitvoering van deze beheermaatregel zal in de loop van 2018 plaatsvinden.

Duincompensatie Delflandse kust – 9,8 ha open duin, habitattype H2130

De ontwikkeling van de compensatieopgave voor een areaal van 9,8 ha grijs duin verloopt volgens verwachting. Het is een gebied waarin de dynamiek (zandverplaatsing) nog groot is, maar er is potentieel voldoende ruimte om te voldoen aan de compensatieopgave.

Programma Aanpak Stikstof (PAS) en ontwikkelingsruimte Maasvlakte 2

Zoals vorig jaar aangegeven in de begeleidende brief bij de Integrale Rapportage over 2016 is voor het gebruik door bedrijven van Maasvlakte 2 een afhankelijkheid ontstaan van de beschikbare ontwikkelingsruimte voor stikstofdepositie voor Maasvlakte 2, zoals die wordt berekend in het Programma Aanpak Stikstof (PAS). Deze afhankelijkheid was niet voorzien tijdens de besluitvorming over PMR. Toentertijd is besloten de mogelijk significante schadelijke effecten op de natuur als gevolg van het gebruik van de Maasvlakte 2 op voorhand te compenseren 5. In het PAS is echter door een nieuwe berekening van de verwachte stikstofdepositie een tekort aan ontwikkelingsruimte voor het gebruik van Maasvlakte 2 ontstaan. Om dit tekort op te heffen is een taskforce in het leven geroepen die een oplossing moet vinden voor de problematiek. De taskforce heeft het bevoegd gezag (in dit geval de Provincie Zuid-Holland) geadviseerd de voor het Haven Industrieel Complex, waar Maasvlakte 2 onderdeel van is, ontbrekende ontwikkelingsruimte in de volgende PAS-periode beschikbaar te stellen.

Deelproject Bestaand Rotterdams Gebied (BRG)

Het (vijfjaarlijkse) effectrapport 2017 BRG laat zien dat van de lijst met 98 BRG-projecten op peildatum 1 januari 2017 71% gereed (70 van de 98). Dat is in lijn met de voortschrijding van de beschikbare tijd voor BRG projecten (73%; looptijd tot 01-01-2021). In het kader van de Impuls Leefomgevingskwaliteit, bedoeld om vrijgevallen BRG middelen aan te wenden voor nieuwe projecten, zijn in juli 2017 acht nieuwe projectvoorstellen gehonoreerd voor een subsidiebijdrage.

Het effectrapport 2017 concludeert dat de BRG projecten over het algemeen voldoende bijdragen aan de realisatie van de vier rijksdoelen uit de PKB PMR, te weten het geven van een impuls aan: 1. Het oplossen van het ruimtetekort in het bestaande havengebied; 2. Het verbeteren van de milieukwaliteit; 3. Het aanbod en de kwaliteit van natuur- en recreatiegebied; 4. De ruimtelijke kwaliteit van de regio Rijnmond.

De Integrale Rapportage geeft goed de voortgang weer die afgelopen jaar in PMR is gemaakt. Ik dank alle betrokkenen die hieraan hebben bijgedragen.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Rijk, Provincie Zuid-Holland, gemeente Rotterdam, Havenbedrijf Rotterdam NV.

X Noot
3

Bestaat uit PMR partijen en stakeholders (verschillende natuur- en milieu organisaties, VNO-NCW, Deltalinqs)

XNoot
*

Voordelta is het ondiepe zeegedeelte voor de kust van de Zeeuwse en Zuid-Hollandse Delta. Hier is een bodembeschermingsgebied ingesteld om de hoeveelheid en/of kwaliteit van de bodemfauna te laten toenemen. Daarnaast zijn drie rustgebieden voor de grote stern, visdief en zwarte zee-eend ingesteld.

X Noot
5

Voorafgaand aan de aanleg van Maasvlakte 2 is geconstateerd dat de potentiële stikstofdepositie als gevolg van het toekomstige gebruik van MV2 mogelijk een significant schadelijk effect heeft op de natuurwaarden van de Natura 2000-(deel)gebieden Voornes Duin en Kapittelduinen. In de PKB Project Mainportontwikkeling Rotterdam (PMR) is besloten dit potentiële effect op voorhand te compenseren door voor de habitattypen «Grijze duinen» en «Vochtige duinvalleien» 35 ha nieuw duingebied aan te leggen ter hoogte van de Delflandse kust.

Naar boven