24 691 Ruimtetekort in mainport Rotterdam

30 175 Luchtkwaliteit

Nr. 128 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 december 2016

Hierbij stuur ik u de Integrale Rapportage voor de Tafel van Borging met de monitoringsinformatie van het Project Mainportontwikkeling Rotterdam (PMR)1. Hiermee geef ik invulling aan de nieuwe afspraken rondom de rijksrol en de rapportage over PMR, zoals door u aangegeven.

De Integrale Rapportage bevat monitoringsinformatie over de deelprojecten van PMR, te weten de aanleg van de Landaanwinning met bijbehorende natuurcompensatie, de aanleg van 750ha natuur- en recreatiegebied en het Bestaand Rotterdams Gebied. In aanvulling op de informatie waarover ik u berichtte in de Voortgangsrapportage PMR biedt de Integrale Rapportage u, onder het thema Bestemming, ook informatie over de gebruiksfase van Maasvlakte 2.

Deze zevende Integrale Rapportage is door de DCMR Milieudienst Rijnmond (DCMR) opgesteld en afgelopen 17 november besproken in de Tafel van Borging. De nadruk in de discussie lag op het Buijtenland van Rhoon en de realisatie van de natuurcompensatie. De Tafel van Borging heeft de rapportage aangenomen.

Deelproject 750 ha

Afgelopen jaar heeft de provincie Zuid-Holland drie kwartiermakers aangesteld om de gebiedscoöperatie, zoals voorgesteld in het advies Veerman, voor het Buijtenland van Rhoon, onderdeel van het PMR deelproject 750 ha, voor te bereiden. Met de behandeling van dit advies van de kwartiermakers van mei 2016 in de provinciale staten van 14 september 2016 tekent zich daar nu ook een weg voorwaarts af, maar het blijft een kwetsbaar traject. Provinciale staten hebben voorwaarden meegegeven bij de verdere uitwerking van het advies van de kwartiermakers. Het betreft het verifieerbaar uitwerken van de doelstellingen voor hoogwaardige akkernatuur en recreatie samen met natuur- en recreatiepartijen en binnen de PKB-doelen, het bestemmingsplan pas herzien op het moment dat de beoogde PKB-doelen en bijbehorende inrichting duidelijk zijn en planologisch verankerd moeten worden en de toetredingscriteria tot de gebiedscoöperatie en de samenstelling van het bestuur te verruimen naar iedereen die een fysieke actieve bijdrage levert aan de realisatie van de doelen in het gebied. De provincie Zuid-Holland heeft in een brief d.d. 11 oktober 2016 aan de Staatssecretaris van Economische Zaken aangegeven welke vervolgstappen zij zal nemen om te komen tot de gebiedscoöperatie die het gebied met geïnteresseerde partijen moet omvormen tot een aantrekkelijk natuur- en recreatiegebied. De Staatssecretaris van Economische Zaken heeft de provincie Zuid-Holland op 17 november jl. laten weten in te stemmen met de voorgestelde aanpak en daarbij het belang van de door provinciale staten gestelde randvoorwaarden onderstreept. Vanwege het zorgvuldige proces om te komen tot draagvlak is het niet meer realistisch dat de in de PKB PMR opgenomen termijn van 2021 kan worden gehaald. Deze termijn was door de voorgestelde nieuwe aanpak uit het advies Veerman om het gebied organisch tot ontwikkeling te brengen ook al minder realistisch geworden.

De andere twee onderdelen van het deelproject 750ha, Schiezone en Vlinderstrik, vorderen gestaag en lopen op koers en binnen de planning. In de Schiezone wordt onder het beheer van Natuurmonumenten de natuur verder ontwikkeld. Daarnaast heeft de gemeente Rotterdam afspraken gemaakt met de aanwezige landgoedeigenaren over toegankelijkheid voor het publiek en zijn de fietsverbindingen verbeterd. Ook de inrichting van de Vlinderstrik is in volle gang. Hiervoor worden recreatievoorzieningen gerealiseerd, natuurvriendelijke oevers gegraven en beplanting aangebracht. Het Polderpad, de fietsverbinding die onder andere de Vlinderstrik met de Schiezone verbindt, is in april 2016 opengegaan.

Deelproject Landaanwinning inclusief natuurcompensatie

In vervolg op de commerciële testfase is op 11 september 2015 ook de tweede containerterminal van Maasvlakte 2 officieel geopend. Behalve de twee containerterminals is intussen ook een terminal gebouwd voor de productie en samenstelling van funderingspalen voor offshore windturbines. De Prinses Alexiahaven van Maasvlakte 2 is tijdelijk gebruikt voor de afbouw van de Pioneering Spirit, het grootste schip ter wereld dat gebruikt wordt voor de ontmanteling van olie- en gasboorplatformen. Nieuwe ontwikkelingen zoals onder andere de toegenomen vraag naar soortgelijke activiteiten (offshore en deepsea gebonden maritieme industrie en dienstverlening) worden meegenomen in de herziening van het bestemmingsplan voor Maasvlakte 2 dat nu in voorbereiding is.

Naar aanleiding van de tussentijdse evaluatie in het kader van het Monitoring- en Evaluatie Programma (MEP) Natuurcompensatie Voordelta (2014) zijn de rustgebieden Bollen van de Ooster en Bollen van het Nieuwe Zand robuuster gemaakt om de zwarte zee-eend beter te beschermen tegen verstoring. Deze aanpassing van het toegangsbeperkingsbesluit is eind oktober 2016 formeel in werking getreden. Ook zijn specifiek voor de Grote Stern en Visdief, waarvoor in PMR verband een compensatieopgave bestaat, aanvullende afspraken gemaakt over de handhaving om verstoring door zeegaande recreatie aan de zuidkant van Maasvlakte 2 zoveel mogelijk te voorkomen. Daarnaast is in lijn met de aanbeveling uit de tussentijdse MEP-evaluatie de wijze van monitoring van het bodembeschermingsgebied aangepast met de intentie om langs meerdere sporen en denklijnen de effectiviteit van de natuurcompensatie in de Voordelta aantoonbaar te maken. Deze aanpassing is begin 2016 van start gegaan en de eerste resultaten worden komend jaar verwacht.

Over de duincompensatie kan worden gemeld dat de ontwikkeling van Spanjaardsduin in grote lijnen volgens verwachting loopt. Het benodigd areaal voor de ontwikkeling van grijs duin is ruim aanwezig en voor de vochtige duinvallei is het areaal krap aanwezig. Om verschillende (hydrologische) redenen is het areaal voor de vochtige duinvallei afgelopen jaar iets afgenomen en ligt het nu rond de formele doelstelling. Dit leidt tot een wederkerende fundamentele beheerdiscussie over actief ingrijpen of de natuur tijd en ruimte geven zichzelf te ontwikkelen. Rijkswaterstaat werkt met de stakeholders aan een handelingsperspectief over het te voeren beheer. Dit moet dan ook de basis vormen voor opname in het nieuwe beheerplan voor het gebied. De beoogde kenmerkende vegetatie ontbreekt nog. Om te onderzoeken of de vestiging van plantensoorten bespoedigd kan worden is gestart met een experiment met rietpoten. De resultaten daarvan worden betrokken bij het handelingsperspectief als mogelijke extra beheermaatregelen. Zoals in de veertiende Voortgangsrapportage PMR al is gemeld, is voor het gebruik van Maasvlakte 2 een afhankelijkheid ontstaan van ontwikkelingsruimte in de Programma Aanpak Stikstof (PAS), ook voor reeds gecompenseerde habitats. Deze afhankelijkheid was niet voorzien in de besluitvorming over PMR. Er vindt nog overleg plaats over hoe binnen de PAS-systematiek invulling gegeven kan worden aan de in PMR-kader gemaakte afspraken. Daarnaast blijkt uit de ter inzage liggende partiële herziening van de PAS dat onzekerheid bestaat over de beschikbare ontwikkelingsruimte voor Maasvlakte 2. Om hierover op korte termijn duidelijkheid te verkrijgen is een taskforce ingesteld.

Deelproject Bestaand Rotterdams Gebied

Het afgelopen jaar zijn in totaal weer zeven projecten uit het deelproject Bestaand Rotterdams Gebied (BRG) gereed gekomen. De uitvoering van de ruimteprojecten ligt op koers; 38 van de 53 projecten zijn gereed gemeld. De uitvoering van de milieukwaliteitsprojecten is licht vertraagd vanwege de uitbreiding van het programma met nieuwe projecten (binnen de bestaande kaders) en door vertraging in de aanleg van stille wegdekken. Dat laatste hangt samen met planning van het groot onderhoud aan die wegdekken. Naar verwachting wordt deze vertraging in de resterende looptijd van BRG weer ingelopen. Aan de hand van evaluaties wordt geconcludeerd dat vrijwel alle projecten voldoen aan de afgesproken projectambities en dat deze inspelen op de behoeften in de regio.

Effectprognose Luchtkwaliteit

Tevens bied ik u hierbij de vierde «Effectprognose luchtkwaliteit Maasvlakte 2» aan (Effectprognose 2015, verder te noemen «EP2015»)2. Deze toezending volgt op drie eerdere effectprognoses (Kamerstuk 30 175, nrs. 113, 149 en 185). Ook deze effectprognose is conform de Overeenkomst Luchtkwaliteit ter beoordeling voorgelegd aan DCMR. DCMR heeft aangegeven zich te kunnen vinden in de prognose.

De EP2015 is uitgevoerd om te bepalen in hoeverre de maatregelen uit de Overeenkomst Luchtkwaliteit nog nodig zijn. In het Bestemmingsplan Maasvlakte 2 zijn maatregelen op het gebied van luchtkwaliteit opgenomen, die erop gericht zijn om de eventuele verslechtering van luchtkwaliteit vanwege Maasvlakte 2 boven de daarvoor geldende grenswaarden te compenseren. Deze maatregelen moeten in het huidige plan van kracht zijn om bouwvergunningen te kunnen verlenen voor de vestiging van bedrijven op Maasvlakte 2. Om te verzekeren dat de maatregelen daadwerkelijk en tijdig worden genomen is in 2008 de Overeenkomst Luchtkwaliteit Maasvlakte 2 gesloten.

In 2012 en 2013 is het maatregelenpakket uit de overeenkomst op een aantal punten aangepast. In de EP2015 wordt geconcludeerd dat de plaatsing van de schermen bij de Botlek- en Beneluxtunnel, die uiterlijk 1 januari 2020 zouden moeten worden gerealiseerd, kunnen vervallen. Voor de luchtschermen bij de Thomassentunnel is in de EP2012 al geconcludeerd dat deze niet langer noodzakelijk zijn. Deze conclusie wordt in de EP2015 bevestigd. Ik zal in overleg treden met de partijen uit de overeenkomst om hier vervolg aan te geven.

Ik verwacht u volgend jaar bij verzending van de volgende Integrale Rapportage eveneens weer mooie voortgang te melden.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven