24 615
Wijziging van de Wet op de ondernemingsraden en titel 7.10 (arbeidsovereenkomst) van het nieuw Burgerlijk Wetboek

nr. 8
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 20 januari 1997

Hierbij bied ik u, mede namens de Minister van Justitie en de Minister van Economische Zaken, de nota naar aanleiding van het verslag inzake het bovenvermelde voorstel aan.

Tevens ontvangt u hierbij een nota van wijziging op het genoemde wetsvoorstel.

Met de nota naar aanleiding van het verslag wordt tevens invulling gegeven aan de toezegging gedaan d.d. 7 november 1996 door de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Grave, tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel premiedifferentiatie en marktwerking bij arbeidsongeschiktheidsverzekeringen (Pemba, Kamerstukken 1995/96, 24 698). In paragraaf 2.2.4. «Sociale zekerheid» van de nota naar aanleiding van het verslag wordt een overzicht gegeven van de bevoegdheden van de ondernemingsraden met betrekking tot de gewijzigde sociale zekerheidswetten. Tevens wordt in paragraaf 11 «WOR en Arbeidsomstandighedenwet» ingegaan op de positie van de ondernemingsraad in het kader van het ziekteverzuim-, reïntegratie- en arbeidsomstandighedenbeleid.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. P. W. Melkert

Naar boven