24 615
Wijziging van de Wet op de ondernemingsraden en titel 7.10 (arbeidsovereenkomst) van het nieuw Burgerlijk Wetboek

nr. 60
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN SCHIMMEL EN MIDDEL TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 19

Ontvangen 27 augustus 1997

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Onder verlettering van de onderdelen Q tot en met Z van artikel I tot onderdelen R tot en met ZA wordt na artikel I, onderdeel P, een nieuw onderdeel Q ingevoegd, dat luidt:

Q

Artikel 31a wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid wordt vernummerd tot derde lid.

2. Het huidige derde tot en met achtste lid wordt vernummerd tot vijfde tot en met tiende lid.

3. Na het eerste lid wordt een nieuw tweede lid ingevoegd, dat luidt:

2. De in het derde en vijfde lid bedoelde ondernemer verstrekt een exemplaar van de opgemaakte jaarrekening en het jaarverslag in de Nederlandse taal en de daarbij te voegen overige gegevens, als bedoeld in artikel 392 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek aan de ondernemingsraad gelijktijdig met de terinzagelegging van deze gegevens voor:

a. de aandeelhouders van een naamloze vennootschap of een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid;

b. de leden van een coöperatie, een onderlinge waarborgmaatschappij, een vereniging als bedoeld in artikel 360, derde lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek; of

c. degenen die deel uitmaken van het orgaan dat krachtens wet of statuten de jaarrekening vaststelt van een stichting als bedoeld in artikel 360, derde lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

4. In het nieuwe derde lid vervalt de tweede volzin.

5. Na het derde lid wordt een nieuw vierde lid ingevoegd, dat luidt:

4. Wordt de onderneming in stand gehouden door een rechtspersoon waarop artikel 163 of artikel 273 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing is, dan geschiedt, in afwijking van het tweede en derde lid, de overlegging van de in die leden bedoelde gegevens ter bespreking aan de ondernemingsraad gelijktijdig met die aan de algemene vergadering van aandeelhouders. Het voorgaande is van overeenkomstige toepassing op de mededeling die een rechtspersoon ingevolge artikel 362, zesde lid, laatste volzin, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, moet verstrekken.

Toelichting

Het voorgestelde nieuwe tweede lid geeft aan dat de ondernemingsraad de jaarrekening alsmede de overige bedoelde gegevens ontvangt op het moment dat deze gegevens ter beschikking worden gesteld aan de algemene ledenvergadering of de algemene vergadering van aandeelhouders. Dit betekent dat alvorens besluitvorming plaatsvindt omtrent de vaststelling van de jaarrekening e.d. de ondernemingsraad in de gelegenheid is hierover zijn mening te geven.

Het oude tweede lid is vernummerd tot derde lid. In dit nieuwe derde lid komt de tweede volzin van het oude tweede lid te vervallen. Deze tweede volzin wordt in feite overgeheveld naar een nieuw vierde lid, waarbij aangegeven wordt dat het hierbij gaat om een afwijking van het moment waarop informatie ter bespreking met de OR bij structuurvennootschappen wordt verstrekt. Tevens wordt de derde volzin van het oude tweede lid in dit nieuwe vierde lid opgenomen. Bij de structuurvennootschappen gaat het om het verstrekken van informatie nadat de Raad van Commissarissen de jaarrekening e.d. heeft vastgesteld en deze daarna ter goedkeuring stuurt aan de algemene vergadering van aandeelhouders. Op datzelfde moment moet deze informatie ook aan de OR worden verstrekt.

Schimmel

Middel