24 615
Wijziging van de Wet op de ondernemingsraden en titel 7.10 (arbeidsovereenkomst) van het nieuw Burgerlijk Wetboek

nr. 57
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID VAN DER STOEL TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 43

Ontvangen 26 augustus 1997

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel B, wordt «35 personen werkzaam zijn» vervangen door: 50 personen werkzaam zijn.

II

Artikel I, onderdeel C, wordt als volgt gewijzigd:

A. In punt 1 wordt «35 personen» vervangen door: 50 personen.

B. In punt 3 wordt «waarin tezamen in de regel ten minste 35 personen werkzaam zijn» vervangen door: waarin tezamen in de regel ten minste 50 personen werkzaam zijn.

III

Artikel I, onderdeel T, wordt vervangen door:

T

Artikel 35a vervalt.

IV

Artikel I, onderdeel U, punt 1, wordt vervangen door:

1. In het eerste lid wordt «waarin in de regel ten minste 10 personen werkzaam zijn, maar minder dan 35 personen meer dan een derde van de normale arbeidstijd werkzaam zijn en waarvoor geen ondernemingsraad is ingesteld» vervangen door: waarin in de regel ten minste 10 personen, maar minder dan 50 personen werkzaam zijn en waarvoor geen ondernemingsraad of een personeelsvertegenwoordiging is ingesteld.

V

In artikel I, onderdeel V, wordt artikel 35c als volgt gewijzigd:

A. In de eerste volzin wordt «35 personen» vervangen door: 50 personen.

B. De tweede volzin komt te luiden: De artikelen 7, 17, 18, eerste en tweede lid, 22, 22a, 27, eerste lid, onderdeel b, voor zover het betreft een werktijdregeling, en onderdeel d, tweede tot en met zesde lid, 31, eerste lid, 32, 35b, vierde en vijfde lid, behoudens de in dat lid bedoelde arbeidsomstandigheden, en 36 zijn van overeenkomstige toepassing.

Toelichting

Het kabinet stelt voor het 1/3 criterium te laten vervallen waardoor het aantal OR-plichtige bedrijven wordt uitgebreid. Derhalve stelt ondergetekende voor de instellingsgrens voor de OR te verhogen van 35 naar 50 werknemers.

Voorgesteld wordt de instellingsgrens van een personeelsvertegenwoordiging op vrijwillige basis te stellen op 50 met een ondergrens van 10 werknemers, die uitsluitend bevoegd zijn ten aanzien van werktijden en arbeidsomstandigheden. In het geval van deze mogelijkheid tot instelling van een personeelsvertegenwoordiging geen gebruik wordt gemaakt geldt verplicht het regime van de personeelsvergadering.

Van der Stoel