24 615
Wijziging van de Wet op de ondernemingsraden en titel 7.10 (arbeidsovereenkomst) van het nieuw Burgerlijk Wetboek

nr. 39
AMENDEMENT VAN DE LEDEN MIDDEL EN SCHIMMEL

Ontvangen 3 juni 1997

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

Aan artikel I worden twee nieuwe onderdelen AA en AB toegevoegd die komen te luiden:

AA

In hoofdstuk III na artikel 8 een nieuw artikel 8a ingevoegd, dat luidt:

Artikel 8a

1. De verkiezing van leden van de ondernemingsraad geschiedt om de vier jaren telkens in de maand mei. De bedrijfscommissie stelt de datum van de verkiezing vast op een tijdstip gelegen uiterlijk zes weken voor die datum.

2. De bedrijfscommissie kan, indien bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven aan een ondernemer op diens verzoek ten aanzien van een door hem in stand gehouden onderneming, in afwijking van het eerste lid een andere datum vaststellen.

3. De bedrijfscommissie stelt, in afwijking van het eerste lid, in overleg met de ondernemer, een tussentijdse datum van verkiezing vast, indien:

a. de ondernemingsraad in meerderheid heeft besloten af te treden;

b. het verkiezingsresultaat met succes in rechte is bestreden of

c. er in de onderneming geen ondernemingsraad functioneert.

4. Indien de leden van de ondernemingsraad met toepassing van het derde lid zijn gekozen, vindt de volgende verkiezing plaats op de eerstvolgende datum vastgesteld krachtens het eerste lid.

5. Indien de leden van de ondernemingsraad met toepassing van het derde lid zijn gekozen en de ondernemingsraad ten tijde van de in het vierde lid bedoelde datum korter dan een jaar geleden is ingesteld, vindt, in afwijking van het vierde lid, de verkiezing van de leden van die ondernemingsraad plaats op de krachtens het eerste lid vastgestelde datum volgend op de in het vierde lid bedoelde datum.

AB

Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «om de drie jaren» vervangen door: om de vier jaren.

2. Het tweede lid komt te luiden:

2. De ondernemingsraad kan, in afwijking van het eerste lid, in zijn reglement bepalen, dat de leden om de twee jaren voor de helft aftreden. De ondernemingsraad kan voorts beperkingen vaststellen ten aanzien van de herkiesbaarheid.

II

Na artikel VII wordt een nieuw artikel VIIA ingevoegd, dat luidt:

ARTIKEL VIIA

1. In afwijking van de artikelen 8a, eerste lid, en 12, eerste lid, van de Wet op de ondernemingsraden vindt de eerste verkiezing van de leden van de ondernemingsraad na de inwerkingtreding van deze wet plaats op een door de bedrijfscommissie vastgestelde datum in mei 1999. De bedrijfscommissie stelt de datum vast op een tijdstip gelegen uiterlijk zes weken voor die datum.

2. Indien artikel 12, tweede lid van de Wet op de ondernemingsraden is toegepast vindt, in afwijking van de artikelen 8a, eerste lid, en 12, eerste lid, van de Wet op ondernemingsraden alsmede van het eerste lid van dit artikel, de verkiezing van de in het tweede lid van artikel 12 van de Wet op de ondernemingsraden bedoelde leden plaats op een door de bedrijfscommissie vastgestelde datum in mei 2001. De bedrijfscommissie stelt de datum vast op een tijdstip gelegen uiterlijk zes weken voor die datum.

Toelichting

Op deze wijze wordt zo eenvoudig mogelijk geregeld dat eens per vier jaar in de maand mei landelijke verkiezingen voor de ondernemingsraadsleden plaatsvinden. Met dit voorstel wordt tevens de zittingstermijn van drie naar vier jaar gebracht, waardoor het mogelijk wordt dat halverwege de zittingsperiode de OR deels wordt vervangen.

Middel

Schimmel

Naar boven