24 615
Wijziging van de Wet op de ondernemingsraden en titel 7.10 (arbeidsovereenkomst) van het nieuw Burgerlijk Wetboek

nr. 34
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID MIDDEL C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 18

Ontvangen 3 juni 1997

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

Artikel I, onderdeel G, komt te luiden:

G

In artikel 17, eerste lid komt de eerste volzin te luiden:

1. De ondernemer is verplicht de ondernemingsraad, de commissies van die raad, en, indien de ondernemer aan de ondernemingsraad een secretaris heeft toegevoegd, de secretaris van die raad het gebruik toe te staan van de voorzieningen waarover hij als zodanig kan beschikken en die de ondernemingsraad, de commissies en de secretaris van die raad voor de vervulling van hun taak redelijkerwijze nodig hebben.

II

Artikel I, onderdeel I, komt te luiden:

I

Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. Na de eerste volzin wordt ingevoegd: Indien de ondernemer aan de ondernemingsraad een secretaris heeft toegevoegd is de eerste volzin op die secretaris van overeenkomstige toepassing.

b. In de nieuwe derde volzin wordt «de vorige volzin» vervangen door: de eerste en tweede volzin.

2. In het tweede lid wordt na de eerste volzin ingevoegd: Indien de ondernemer aan de ondernemingsraad een secretaris heeft toegevoegd is de eerste volzin op die secretaris van overeenkomstige toepassing.

Toelichting

De positie van de ambtelijk secretaris van de ondernemingsraad is tot dusverre onduidelijk terwijl er geen sprake is van ontslagbescherming. Maar al te gauw dreigt de ambtelijk secretaris in geval van tegenstelling of conflict tussen wal en schip te geraken. Met dit amendement wordt de positie en ontslagbescherming van de ambtelijk secretaris in de wet vastgelegd.

Middel

Schimmel

Van der Stoel

Naar boven