24 615
Wijziging van de Wet op de ondernemingsraden en titel 7.10 (arbeidsovereenkomst) van het nieuw Burgerlijk Wetboek

nr. 23
AMENDEMENT VAN DE LEDEN MIDDEL EN SCHIMMEL

Ontvangen 10 april 1997

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

Artikel I, onderdeel T, komt te luiden:

T

Artikel 35a vervalt.

II

Artikel I, onderdeel U, komt te luiden:

U

Artikel 35b wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «waarin in de regel ten minste 10 personen werkzaam zijn, maar minder dan 35 personen meer dan een derde van de normale arbeidstijd werkzaam zijn» vervangen door: waarin in de regel minder dan 10 personen werkzaam zijn.

2. In het vijfde lid wordt in de eerste volzin «, de arbeidsvoorwaarden of de arbeidsomstandigheden» vervangen door: of arbeidsvoorwaarden, met uitzondering van de werktijden,.

3. In het vijfde lid worden na de eerste volzin drie nieuwe zinnen ingevoegd, die luiden: De ondernemer behoeft de instemming van de in de onderneming werkzame personen, in een vergadering als bedoeld in het eerste lid, voor elk door hem voorgenomen besluit tot vaststelling, wijziging of intrekking van een werktijdregeling en een regeling op het gebied van de veiligheid, de gezondheid of het welzijn in verband met de arbeid. Voor de instemming, bedoeld in de vorige volzin, is de meerderheid van stemmen van de in vergadering aanwezige personen vereist. Een besluit als bedoeld in de tweede volzin, genomen zonder instemming van de vergadering, bedoeld in het eerste lid, is nietig.

4. In de nieuwe vijfde volzin wordt «Het advies» vervangen door: Het advies of de instemming.

5. In de nieuwe zesde volzin wordt «eerste volzin» vervangen door: eerste en tweede volzin.

III

Artikel l, onderdeel V, komt te luiden:

V

In hoofdstuk V wordt na artikel 35b een nieuw artikel 35c ingevoegd, dat luidt:

Artikel 35c

1. De ondernemer die een onderneming in stand houdt waarin in de regel ten minste 10 personen, maar minder dan 35 personen werkzaam zijn en waarvoor geen ondernemingsraad is ingesteld, kan een personeelsvertegenwoordiging instellen, bestaande uit ten minste drie personen die rechtstreeks gekozen zijn bij geheime schriftelijk stemming door en uit in de onderneming werkzame personen.

2. Op verzoek van de meerderheid van de in de onderneming werkzame personen of een werknemersvereniging als bedoeld in artikel 9, tweede lid, onder a, stelt de ondernemer de in het eerste lid bedoelde personeelsvertegenwoordiging in.

3. De artikelen 7, 17 18, eerste en tweede lid, 21, 22, 22a, 27, eerste lid, onderdeel b, voor zover het betreft een werktijdregeling, en onderdeel d, tweede tot en met zesde lid, 32 en 36 zijn van overeenkomstige toepassing.

4. De personeelsvertegenwoordiging kan slechts met toestemming van de ondernemer deskundigen uitnodigen. Deze toestemming is niet vereist wanneer de deskundige geen kosten in rekening brengt of wanneer de kosten door de personeelsvertegenwoordiging bestreden worden uit een bedrag als bedoeld in artikel 22, derde lid. Heeft de ondernemer toestemming gegeven voor het raadplegen van een deskundige, dan komen de kosten daarvan te zijnen laste.

5. De ondernemer is verplicht desgevraagd aan de personeelsvertegenwoordiging tijdig alle inlichtingen en gegevens te verstrekken die deze voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig heeft.

IV

Artikel III, onderdeel B, komt te luiden:

B

In artikel 1:6 worden de onderdelen b tot en met f geletterd c tot en met g en worden na onderdeel a twee nieuwe onderdelen ingevoegd, die luiden:

b. de personeelsvertegenwoordiging, bedoeld in de Wet op de ondernemingsraden;

c. de vergadering, bedoeld in artikel 35b van de Wet op de ondernemingsraden:

Toelichting

Met dit amendement wordt weliswaar de verplichte grens voor het instellen van een ondernemingsraad gehandhaafd op 35 werknemers, maar valt het oneigenlijke onderscheid in regime tussen 100 plus- en 100 mim-ondernemingen weg. Binnen ondernemingen met 10–35 werknemers kan, indien de meerderheid van de werknemers of de vakbonden dat wensen, een personeelsvertegenwoordiging worden ingesteld, die haar positie, bevoegdheden en rechten ontleent aan het huidige 100-min-regime zoals omschreven in de wet. Hieraan toegevoegd worden de taken die voor de ondernemingsraad gelden met betrekking tot de Arbeidstijdenwet en de Arbeidsomstandighedenwet.

Middel

Schimmel

Naar boven