24 587 Justitiële Inrichtingen

Nr. 707 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 december 2017

De vaste commissie voor Veiligheid en Justitie heeft een reactie gevraagd op het bericht «Drugsonderzoek in gevangenis Grave, meerdere medewerkers op non-actief» (De Gelderlander, 12 april 2017). Met deze brief informeer ik uw Kamer over de gebeurtenissen in de PI Grave die aanleiding hebben gegeven tot dit artikel en over de huidige stand van zaken. Mijn reactie heeft enige tijd op zich laten wachten teneinde u volledig te kunnen informeren over de laatste stand van zaken, met name ook over de uitkomst van het disciplinair traject ten aanzien van een medewerker. Dit traject heeft een aantal maanden in beslag genomen.

Feiten

Op woensdag 29 maart jl. heeft op een meerpersoonscel in de PI Grave een huiszoeking plaatsgevonden op last van de rechter-commissaris. Daarbij is een drietal telefoons gevonden. Na deze vondst heeft de directie, na overleg met de rechter-commissaris en het OM, besloten een spitactie te laten plaatsvinden in de hele inrichting.

De spitactie heeft plaatsgevonden op 29, 30 en 31 maart en 1 april jl. en is verricht door zowel de eigen medewerkers van het Intern Bijstandsteam van de inrichting (IBT) als het team Landelijke Bijzondere Bijstand (LBB). Het dagprogramma is stilgelegd. De spitactie heeft geresulteerd in de vondst van nog 6 telefoons en een geringe hoeveelheid drank en drugs.

Eén personeelslid, wiens naam door een tipgever genoemd is als betrokkene bij de invoer van drank, is buitengewoon verlof verleend. Het Bureau Veiligheid en Integriteit (BV&I) van DJI is verzocht een onderzoek naar deze medewerker in te stellen. Het onderzoek is inmiddels voltooid en heeft uitgewezen dat deze medewerker niet betrokken was bij de invoer van contrabande. De medewerker is alweer aan het werk in de PI.

Een ander personeelslid wiens naam door 4 gedetineerden afzonderlijk van elkaar is genoemd als betrokkene bij de invoer van contrabande, is de toegang tot de inrichting ontzegd. Ook naar deze medewerker is door BV&I onderzoek gedaan. Deze medewerker heeft bekend betrokken te zijn geweest bij de invoer van contrabande. Er is een rechtspositionele procedure gestart en de medewerker heeft inmiddels strafontslag gekregen.

Naar aanleiding van de vondst van de contrabande zijn in totaal 8 gedetineerden in afzondering geplaatst. Enkelen van hen zijn inmiddels overgeplaatst naar een andere inrichting.

Vervolgstappen

Het IVenJ-rapport «Binnen de muren niet toegestaan», dat gaat over contrabande, integriteit en voortgezet crimineel handelen tijdens detentie (VCHD), is op 18 mei aangeboden aan de Tweede Kamer (Kamerstuk 24 587, nr. 691). De veronderstelling dat PI’s vrijhandelsplaatsen voor contrabande zouden zijn wordt in het onderzoek van de IVenJ niet bevestigd. De hoofdconclusie luidt dat de onderzochte PI’s zich daadwerkelijk inzetten om de beschikbaarheid van contrabande en niet-integer gedrag van personeel tegen te gaan.

De IVenJ stelt wel vast dat de mogelijkheden om contrabande en niet-integer gedrag van personeel tegen te gaan onder druk staan en dat de toegepaste middelen die helpen bij het traceren van contrabande, niet altijd (meer) effectief zijn en doet aanbevelingen om dit te verhelpen. Aan de hand van deze aanbevelingen treft DJI inmiddels passende maatregelen.

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker

Naar boven