24 587 Justitiële Inrichtingen

Nr. 669 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 december 2016

Op 2 november jl. heeft de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie mij verzocht uw Kamer een reactie te sturen op het rapport «Visie op strafrechtelijke sanctietoepassing» van de Raad voor Strafrechttoepassing en Jeugdbescherming (RSJ). Ik bericht u hierover als volgt.

De «Visie op strafrechtelijke sanctietoepassing» heb ik met interesse gelezen. Ik waardeer het dat de RSJ vanuit zijn rol als adviseur van de regering meedenkt op welke wijze op maatschappelijke ontwikkelingen kan worden ingespeeld en de strafrechtelijke sanctietoepassing kan worden versterkt. De visie bevat een aantal waardevolle signalen, knelpunten en thema’s om nader te verkennen. In mijn brief van 28 juni 2016 jl.1 heb ik uw Kamer reeds gemeld dat – met het oog op veranderingen in de strafrechtsketen, nieuwe bestuurlijke verhoudingen en de huidige en verwachte behoefte aan voorzieningen – binnen mijn departement het afgelopen jaar is gewerkt aan een toekomstverkenning, genaamd «Koers en Kansen voor de sanctie-uitvoering». Deze verkenning zal de basis vormen voor de vraag hoe een robuust en flexibel stelsel tot stand kan worden gebracht. Een stelsel dat in staat is om schommelingen in de instroom op te vangen, maar ook beantwoordt aan de in complexiteit toenemende zorgvraag justitiabelen. Robuust duidt op de bijdrage die het uitvoeren van sancties moet blijven leveren, zowel aan vergelding als aan recidivevermindering en re-integratie. Net als in de visie van de RSJ gaat veel aandacht uit naar de verbinding met de samenleving en in het bijzonder met de zorg en het lokaal bestuur.

Bij het traject «Koers en Kansen voor de sanctie-uitvoering» worden zoveel mogelijk actoren binnen en buiten de sanctieuitvoering betrokken. Voornoemde visie van de RSJ wordt daarin uiteraard meegenomen. Om een gedegen toekomstverkenning te ontwikkelen, is tijd nodig. De uitkomst ervan volgt – zoals ik ook al eerder heb meegedeeld – begin 2017.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff


X Noot
1

Kamerstuk 24 587, nr. 659

Naar boven