24 587 Justitiële Inrichtingen

Nr. 660 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 juli 2016

Op 23 juni jl. heb ik tijdens het Wetgevingsoverleg de toezegging gedaan uw Kamer te informeren over de relevante stukken van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) naar aanleiding van de uitkomsten van de PMJ-ramingen tot en met 2021. Met deze brief doe ik de toezegging gestand.

In de periode maart 2016–juni 2016 heeft DJI in opdracht van het Ministerie van Veiligheid en Justitie een eerste verkenning uitgevoerd naar de vraag hoe de beschikbare capaciteit van DJI en de behoefte daaraan beter met elkaar in balans gebracht zouden kunnen worden, ook gegeven de PMJ-ramingen t/m 2021. De verkenning ontvangt u als bijlage bij deze brief1.

Conform de op 26 april jl. door uw Kamer aangenomen motie (Handelingen II 2015/16, nr. 81, item 20) van de leden Van Oosten en Volp (Kamerstuk 24 587, nr. 641) waarin wordt gesteld dat sluiting van penitentiaire inrichtingen (inclusief justitiële jeugdinrichtingen) nu niet aan de orde is, gaat dit Kabinet niet over tot sluitingen van gevangenissen en justitiële jeugdinrichtingen en aldus ook niet tot implementatie van deze verkenning. Het stuk wordt vanwege de betrokkenheid van de medewerkers bij de totstandkoming van de verkenning, zoals ook nadrukkelijk door uw Kamer is verzocht tijdens het Algemeen Overleg Gevangeniswezen van 30 maart jl. (Kamerstuk 24 587, nr. 650), gedeeld binnen de organisatie. Ik hecht eraan in het kader van transparantie deze verkenning ook met uw Kamer te delen.

In deze verkenning geeft DJI zijn visie hoe met een, naar het zich laat aanzien, structurele overcapaciteit zou kunnen worden omgegaan. DJI heeft in deze visie nadrukkelijk ook oog gehouden voor de kwalitatieve aspecten van het werk. De visie is voorts concreet uitgewerkt in termen van hoeveel capaciteit te reduceren, waar dit te doen, de personele gevolgen daarvan en de financiële consequenties. Daarbij is gebruik gemaakt van de inbreng van DJI-directeuren in het veld, de centrale ondernemingsraad DJI, en hetgeen de Tweede Kamerfracties hierover de afgelopen maanden hebben ingebracht. Logischerwijs is in de verkenning uitgegaan van de thans geldende beleidsopvattingen. Ontwikkelingen als Koers en Kansen voor de sanctie-uitvoering2, Verkenning Vrijheidsbeneming Justitiële Jeugd (VIV-JJ) en een nieuw sociaal beleidskader vanaf 2017 zijn geduid, maar niet in de uitwerking en berekeningen meegenomen.

Ik heb waardering voor het feit dat DJI in deze verkenning een integrale visie heeft neergelegd en deze ook heeft voorzien van een uitwerking van de consequenties. De opgedane inzichten zijn relevant en nuttig voor eventuele toekomstige besluiten ten aanzien van de omvangrijke leegstand.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
2

Een heroriëntatie op de op de sanctie-uitvoering in den brede die momenteel gaande is.

Naar boven