24 515 Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting

Nr. 573 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 november 2020

Zoals toegezegd tijdens de begrotingsbehandeling van het Ministerie van SZW op donderdag 19 november jl., doe ik u hierbij, mede namens de Minister van Financiën, een appreciatie toekomen van twee ingediende moties. De motie van het lid Kuzu c.s.1 verzoekt de regering om het opbouwen van schulden door jongeren onder de 21 jaar te bemoeilijken, bijvoorbeeld door een limiet te stellen voor het opbouwen van schuld bij webwinkels. De motie van de leden Bruins en Gijs van Dijk2 verzoekt de regering om de maximale kredietrente structureel te verlagen.

Ik hecht groot belang aan het zoveel mogelijk voorkomen dat jongeren schulden opbouwen. De urgentie hiervoor is toegenomen nu veel van hen hard geraakt worden door de gevolgen van de coronacrisis. Ik zet met de campagne Kom jij eruit dit najaar expliciet in op het bereiken van jongeren die in de financiële problemen dreigen te raken. Met Wijzer in geldzaken werk ik samen om in het kader van de Week van het Geld jongeren financieel bewust te maken. Ik deel de zorg van uw Kamer over schulden die ontstaan door online uitgaven die niet kunnen worden voldaan. Ik wil dan ook benadrukken dat er algemene regels zijn om overkreditering tegen te gaan. Zo moet de kredietwaardigheid van een kredietnemer vooraf getoetst worden en moet bij krediet vanaf 250 euro een BKR-toets worden uitgevoerd. Deze regels gelden ook voor jongeren onder de 21 jaar.

De Minister van Financiën heeft uw Kamer op 5 januari jl. bij brief geïnformeerd over zijn zorgen over het hoge percentage betalingsachterstanden bij kredieten verstrekt door postorderbedrijven, en de acties die zijn ingezet om dit percentage fors naar beneden te brengen.3 Hij heeft hierin geschreven dit nauwlettend in de gaten te houden, en te onderzoeken welke maatregelen de problemen nog verder effectief tegen kunnen gaan. Eind dit jaar zal hij de betalingsachterstanden opnieuw meten en beoordelen of aanvullende maatregelen gewenst zijn. De Minister van Financiën zal uw Kamer daar begin volgend jaar over informeren.

Indien ik de motie van het lid Kuzu c.s. zo kan interpreteren dat het streven naar het bemoeilijken van schulden niet alleen van toepassing is op mensen onder de 21 jaar, maar van toepassing is op iedereen, laat ik deze graag aan het oordeel van de Kamer.

Op 18 mei jl. schreef de Minister van Financiën uw Kamer dat hij de maximale kredietvergoeding tijdelijk verlaagt van 14 naar 10 procent in verband met de coronacrisis.4 Door deze verlaging worden consumenten beter beschermd tegen de hoge kosten van krediet. De tijdelijke verlaging is op 10 augustus jl. in werking getreden en zal in ieder geval gelden tot 1 maart 2021. De crisismaatregel kan daarna nog met maximaal zes maanden worden verlengd. Ondertussen onderzoekt SEO Economisch Onderzoek de effecten van een structurele verlaging van de maximale kredietvergoeding. Hierin wordt onder meer gekeken naar het effect van een verlaging op de vraag naar en het aanbod van krediet, en op mogelijke effecten op het leengedrag van mensen. Het onderzoek wordt eind dit jaar verwacht. Daarna neemt de Minister van Financiën een beslissing over een structurele verlaging van de maximale kredietvergoeding en zal hij uw Kamer hier begin volgend jaar over berichten. Streven is om dit te doen voor het aflopen van de tijdelijke crisismaatregel op 1 maart 2021.

De Minister van Financiën en ik hechten eraan om de uitkomsten uit dit onderzoek mee te nemen in de afweging ten aanzien van een structurele verlaging van de kredietvergoeding. Ik wil de leden Bruins en Gijs van Dijk daarom vragen om hun motie aan te houden in verband met dit lopende onderzoek.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, B. van 't Wout


X Noot
1

Kamerstuk 35 570 XV, nr. 71.

X Noot
2

Kamerstuk 35 570 XV, nr. 646.

X Noot
3

Kamerstuk 24 515, nr. 505.

X Noot
4

Kamerstuk 24 515, nr. 531.

Naar boven