Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 juli 2020
De leden Bruins en Van der Graaf hebben op 30 juni jl. tijdens het VAO Armoede en
Schuldenbeleid (Handelingen II 2019/20, nr. 89, VAO Armoede- en schuldenbeleid) de
motie «Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting» (Kamerstuk
24 515, nr. 543) ingediend. Met deze motie verzoeken zij de regering in gesprek te gaan met VNG,
Divosa en Valente om een werkwijze te ontwikkelen voor en kennisdeling tussen (centrum)gemeenten
over maatwerk voor huisvesting, begeleiding, inkomen en arbeidsmarkttoeleiding voor mensen die noodgedwongen of vrijwillig
de prostitutie verlaten.
Tijdens het genoemde VAO heeft de staatsecretaris van SZW aangegeven dat de Kamer
voorafgaand aan de stemming schriftelijk een appreciatie van mij ontvangt, die ik
u hierbij doe toekomen.
Vanuit het Ministerie van JenV ontvangen organisaties en gemeenten sinds 2008 een
jaarlijkse subsidie van 3 mln. euro voor het uitvoeren van uitstapprogramma’s voor
prostituees. Centraal in deze uitstapprogramma’s staat de begeleiding naar een duurzame andere dagbesteding. In het regeerakkoord
Rutte III (Bijlage bij Kamerstuk 34 700, nr. 34) is afgesproken dat de jaarlijkse subsidie structureel beschikbaar wordt gesteld voor een landelijk
dekkend netwerk van uitstapprogramma’s. Vanaf 2021 worden deze middelen daarom door
middel van een decentralisatie-uitkering aan gemeenten verstrekt. Kenmerkend aan de
uitstapprogramma’s is dat er veel ruimte is voor lokaal maatwerk. Daarnaast vindt
er halfjaarlijks een landelijke bijeenkomst plaats met alle betrokken organisaties
en gemeenten voor kennisuitwisseling en het delen van ervaringen. Het bieden van lokaal
maatwerk sluit aan bij de taken en verantwoordelijkheden die gemeenten hebben op grond
van de Wmo 2015, de Jeugdwet en Participatiewet en de Huisvestingswet.
De door Bruins en Van der Graaf ingediende motie vraagt om een integrale aanpak. Het
kabinet onderschrijft de noodzaak daarvan. Verschillende ministeries hebben hierin
een rol. Zo is het Ministerie van JenV betrokken via bovengenoemde RUPS-gelden, het
Ministerie van SZW vanwege de kaders van de Participatiewet rondom inkomen en arbeidsmarkttoeleiding
en het Ministerie van VWS vanwege Wmo begeleiding. Daarnaast bevordert het Ministerie
van BZK via diverse trajecten de realisatie van extra huisvesting. Gemeenten en corporaties
hebben onder andere op basis van de Huisvestingswet de mogelijkheid om woningen met
voorrang aan deze doelgroep toe te wijzen.
De motie verzoekt de regering om in gesprek te gaan met een aantal partijen om een
werkwijze te ontwikkelen om maatwerk te kunnen leveren aan mensen die de prostitutie
willen verlaten en kennis daarover te delen met centrumgemeenten. Het kabinet deelt
het belang van ondersteuning op maat voor deze mensen en laat het oordeel over de
motie aan de Tweede Kamer.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
P. Blokhuis