Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 november 2012
Ingevolge het verzoek van de vaste commissie voor SZW bij brief van 8 oktober 2012
treft u hierbij mijn reactie aan op de brief van de Nationale ombudsman ten geleide
van het rapport «Schulden komen nooit alleen – Aandachtspunten voor behoorlijke schuldhulpverlening»
van 28 juni 2012.
Het rapport van de Nationale ombudsman sluit naar mijn mening goed aan bij (de uitgangspunten
van) de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, die op 1 juli 2012 in werking is getreden.
Deze wet richt zich op de verbetering van de kwaliteit en de effectiviteit van de
gemeentelijke schuldhulpverlening. Gebleken is dat in de huidige uitvoeringspraktijk
van schuldhulpverlening nog verbeteringen mogelijk zijn. Ik verwacht dat de Wet gemeentelijke
schuldhulpverlening daaraan een belangrijke impuls zal geven. Het rapport van de Nationale
ombudsman kan voor gemeenten en schuldhulpverleners daarbij een hulpmiddel zijn.
Zoals ik ook reeds in het vragenuur van 3 juli 2012 heb aangegeven, beschouw ik het
rapport van de Nationale ombudsman voor gemeenten als een waardevolle aanvulling op
de producten die ontwikkeld zijn en worden binnen het programma «Op weg naar effectieve
schuldhulp».
Dit programma is ingericht door het ministerie van SZW, in nauwe samenwerking met
Divosa, het Nibud, de NVVK, de VNG, de MOgroep en Wijzer in Geldzaken, om gemeenten
en hun partners te ondersteunen bij de invoering van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening
en het verbeteren van de effectiviteit van de schuldhulpverlening. Ik heb het rapport
dan ook via de portal www.effectieveschuldhulp.nl onder de aandacht gebracht van gemeenten en schuldhulpverleners. Ook is een bericht
over het rapport opgenomen in de bijbehorende digitale nieuwsbrief van juli 2012.
De Nationale ombudsman schetst een aantal randvoorwaarden die voor gemeenten noodzakelijk
zijn om de verantwoordelijkheid voor een behoorlijke uitvoering van de schuldhulpverlening
te kunnen waarmaken. Het betreft dan met name een behoorlijke houding bij schulden,
de medewerking van overheidsinstanties aan schuldhulpverlening en effectief toezicht
op particuliere schuldbemiddeling.
Deze punten zijn ook al eerder onder mijn aandacht gebracht en sluiten aan bij lopende
beleidsontwikkelingen.
De aandachtspunten ten aanzien van een behoorlijke houding bij schulden en de medewerking
van overheidsinstanties aan schuldregelingen worden betrokken bij het kabinetsstandpunt
op het rapport Paritas Passé, debiteuren en crediteuren in de knel door ongelijke
incassobevoegdheden dat op verzoek van uw Kamer wordt voorbereid. Zoals u ondermeer
in de brief van 28 juni 2012 over het wetsvoorstel aanscherping handhaving en sanctiebeleid
SZW-wetgeving is gemeld (Kamerstukken II, 2011/2012, 33 207, nr. 15), wordt de kabinetsreactie overgelaten aan het volgende kabinet.
De randvoorwaarden en het advies op het gebied van het effectief toezicht op de particuliere
schuldbemiddeling vallen onder de verantwoordelijkheid van de minister van Economische
Zaken, Landbouw en Innovatie. De punten die de Nationale ombudsman in deze context
aandraagt, heb ik onder de aandacht gebracht van de minister van Economische Zaken,
Landbouw en Innovatie en zullen worden betrokken bij het voornemen om de mogelijkheden
voor private schuldbemiddeling uit te breiden.
De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
P. de Krom