24 515 Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting

Nr. 225 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 maart 2012

In vervolg op de brief van de vaste commissie voor SZW van 15 februari jl. treft u hierna mijn reactie aan op de in de brief genoemde artikelen in de media inzake de schuldenproblematiek. Het betreft een artikel uit de Volkskrant van 11 februari jl. over het feit dat steeds minder mensen hun schulden kunnen afbetalen, een bericht op www.nos.nl over «Nieuwe minima uit middenklasse» en een bericht op www.bnr.nl over «Nederland heeft spaargeld nodig».

De kern van deze berichten is dat de schulden in Nederland zijn toegenomen tot € 6,3 miljard, dat meer mensen uit de middenklasse, die gewend zijn aan een goed inkomen en eventueel een eigen woning hebben, te maken krijgen met forse inkomensdaling in korte tijd en dat een kwart van de Nederlanders in het afgelopen jaar spaargeld heeft aangesproken om rond te kunnen komen.

Uit de Monitor betalingsachterstanden Meting 2011 (Kamerstuk 33 000 XV, nr. 66), die ik op 27 februari 2012 aan de Tweede Kamer heb gestuurd, blijkt dat het aantal huishoudens in Nederland met betalingsachterstanden 2,02 miljoen bedraagt. Dit is 27,8% van het aantal huishoudens. Ten opzichte van 2010 is dat een stijging van + 1,1%-punt. De cijfers van de Nederlandse Vereniging van Incasso-ondernemingen in Nederland, genoemd in het artikel uit de Volkskrant lijken het beeld te bevestigen dat ook uit de Monitor betalingsachterstanden naar voren komt.

Net als deurwaarders en de schuldhulpverlening ontvang ook ik signalen dat in toenemende mate mensen met een goed inkomen en soms een eigen woning een beroep doen op de schuldhulpverlening. Het jaarverslag van de NVVK over 2011 zal daarover naar ik verwacht meer duidelijkheid geven. Recente cijfers van het Bureau Kredietregistratie waaruit blijkt dat het aantal hypotheken met een betalingsachterstand van meer dan 120 dagen stijgt, duiden op het toenemen van financiële problemen bij huiseigenaren.

Het voorgaande onderstreept het belang dat huishoudens, mede gelet op de onzekere macro-economische situatie hun gedrag ten aanzien van betalen en lenen aanpassen. De in de monitor in beeld gebrachte betalingsachterstanden of kredieten zijn zeker niet in alle gevallen van grote omvang, maar betalingsachterstanden, persoonlijke leningen en creditcardsaldi of afbetalingsregelingen, kunnen een voorbode zijn van grotere financiële problemen (problematische schulden). Zeker gelet op de macro-economische situatie, is het verstandig als huishoudens betalingsachterstanden terugdringen.

Problematische schulden ontstaan veelal doordat mensen te maken krijgen met een plotselinge terugval in inkomen, zoals genoemd in het bericht op www.nos.nl.

Op basis van het voorgaande bestaat er nog geen goed beeld met betrekking tot het aantal huishoudens met (een risico op) problematische schulden. Naar verwachting zal dat wel het geval zijn op basis van het eerder toegezegde vervolgonderzoek op «Huishoudens in de rode cijfers Omvang en achtergronden van huishoudens met (een risico op) problematische schulden» (Kamerstukken II, 2009/10, 24 515, nr. 161). In de loop van 2012 zal ik dit onderzoek aan de Tweede Kamer sturen.

Het is de eigen verantwoordelijkheid van mensen om bij betalingsachterstanden of een terugval in inkomen hun uitgavenpatroon aan te passen. Het snijden in uitgaven kan pijnlijk zijn, maar het is onvermijdelijk als er betalingsachterstanden zijn en/of het inkomen daalt. Indien het niet lukt om de uitgaven op eigen kracht aan te passen is een beroep op de gemeentelijke schuldhulpverlening mogelijk. Het is van belang dat dit snel gebeurt om te voorkomen dat de schulden problematisch worden.

Als de inkomensachteruitgang wordt veroorzaakt door werkloosheid is de kortste weg uit de schulden om weer aan het werk te gaan. Ook hiervoor zijn mensen primair zelf verantwoordelijk. Het kabinet zet echter ook maximaal in op het aan het werk houden en krijgen van mensen.

Het feit dat uit een onderzoek van Friesland Bank, zoals genoemd in het bericht op www.bnr.nl, blijkt dat 27% van de 1000 ondervraagden in het afgelopen jaar spaargeld heeft aangesproken om rond te komen, onderstreept naar mijn mening het belang dat huishoudens hun financiële gedrag aanpassen indien de situatie wijzigt. Alhoewel de berichtgeving een andere indruk kan wekken, betekent het onderzoek ook dat een ruime meerderheid van de ondervraagden spaargeld heeft en dat bij eveneens een ruime meerderheid het spaargeld gelijk bleef of toenam. Daarmee zou de uitkomst van het onderzoek consistent zijn met nationale data van het CBS. Uit CBS-data blijkt dat de spaartegoeden in 2011 met € 10 miljard zijn gegroeid.

De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, P. de Krom

Naar boven