24 493 (R1557) Voornemen tot verlenging van verdragen

BR/ Nr. 93 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 26 mei 2021.

De wens dat één of meer van deze verdragen aan de goedkeuring van de Staten-Generaal zal worden onderworpen kan door of namens een van de Kamers of door ten minste vijftien leden van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 25 juni 2021.

Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 mei 2021

Ter voldoening aan het bepaalde in artikel 9 van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, en met het oog op artikel 7, onderdeel e, van die Rijkswet, heb ik de eer u mede te delen dat de regering het voornemen heeft om over te gaan tot verlenging van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Oekraïne inzake de internationale missie tot bescherming van onderzoek (Trb. 2014, nr. 135).

Dit verdrag dat inmiddels zes keer is verlengd met een jaar (zie Trb. 2015, nr. 104; Trb. 2016, nr. 119; Trb. 2017, nr. 99, Trb. 2018, nr. 152; Trb. 2019, nr. 130 en Trb. 2020, nr. 89), zal door middel van een notawisseling voor een zevende keer worden verlengd, ditmaal met twee jaar tot 1 augustus 2023 op verzoek van Oekraïne.

Voor wat het Koninkrijk betreft, geldt het te verlengen verdrag alleen voor het Europese deel van Nederland. Het verdrag behoefde destijds op grond van artikel 7, onderdeel c, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen niet de goedkeuring van de Staten-Generaal.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A.M. Kaag

Naar boven