24 493 (R1557) Voornemen tot verlenging van verdragen

AQ/ Nr. 61 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 27 november 2014.

De wens dat één of meer van deze verdragen aan de goedkeuring van de Staten-Generaal zal worden onderworpen kan door of namens een van de Kamers of door ten minste vijftien leden van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 27 december 2014.

Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 november 2014

Ter voldoening aan het bepaalde in artikel 9 van de rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, en met het oog op artikel 7, onderdeel e, van die rijkswet, heb ik de eer u mede te delen dat de regering het voornemen heeft om over te gaan tot verlenging van het volgende verdrag:

Notawisseling houdende een verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Benin betreffende de status van civiel en militair personeel van het Nederlandse Ministerie van Defensie, aanwezig op het grondgebied van Benin voor de oefening «DASSA 2009»; Cotonou, 7 juli 2009 (Trb. 2009, 120). Dit verdrag, met een initiële looptijd van één jaar dat reeds is verlengd, wordt twee maal verlengd, te weten tot eind 2014 middels een eerste notawisseling met terugwerkende kracht, en tot eind 2015 middels een tweede notawisseling.

Voor wat het Koninkrijk betreft, geldt het te verlengen verdrag alleen voor het Europese deel van Nederland. Het verdrag behoefde destijds op grond van artikel 7, onderdeel c, van de rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen niet de goedkeuring van de Staten-Generaal.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

Naar boven