nr. 49
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Zoetermeer, 29 juli 1996
Bij de behandeling van het wetsvoorstel Decentralisatie van de huisvestingsvoorzieningen
in het primair en voortgezet onderwijs heb ik toegezegd richting besturenorganisaties
en VNG initiatief te zullen nemen ten aanzien van het opstarten van een overleg
rond mogelijke modellen voor doordecentralisatie.
In deze brief ga ik kort in op de typering en status voor het overleg
tussen besturenorganisaties en VNG. Als laatste geef ik de verdere procedure
weer.
Sinds kort voeren besturenorganisaties en VNG overleg betreffende doordecentralisatie.
Het streven van dit overleg is er op gericht dat beide partijen gezamenlijk,
in het najaar, een handreiking richting gemeenten en schoolbesturen presenteren.
Deze handreiking bevat dan naar alle waarschijnlijkheid een aantal «modellen»
voor doordecentralisatie.
In ieder geval wordt beoogd gemeenten en schoolbesturen een instrumentarium
aan te bieden waarmee zij in consensus, beargumenteerd, afspraken kunnen maken
met betrekking tot doordecentralisatie.
In die handuitreiking staan dan de elementen die een rol zouden moeten
spelen bij de afweging al dan niet tot een doordecentralisatie overeenkomst
te besluiten en in welke vorm dat dan zou kunnen.
Omdat er in het najaar naar alle waarschijnlijkheid nog geen of te weinig
concrete gevallen van «good practice» zullen zijn, zal de handreiking
in feite beschrijven hoe de «practice good» zou kunnen verlopen.
Opgemerkt moet worden dat uiteraard niet volledig is uit te sluiten dat
besturenorganisaties en VNG geen volledige overeenstemming bereiken over alle
aspecten van een dergelijke handreiking. Het streven is er echter wel op gericht.
Als in het najaar de modellen gereed zullen zijn, zal alsdan worden bezien
of (extra) voorlichting richting gemeenten en schoolbesturen noodzakelijk
dan wel gewenst is.
Ik heb met besturenorganisaties en VNG afgesproken dat de resultaten ter
kennisneming aan mij worden aangeboden. Vervolgens zal ik deze resultaten
ter kennisneming aan u doen toekomen.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,
T. Netelenbos