24 428
Wijziging van de Wet op de vermogensbelasting 1964, de Wet op de omzetbelasting 1968, de Wet op belastingen van rechtsverkeer, de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en de Invorderingswet 1990 (terugsluis opbrengst reparatiewetsvoorstel-btw)

nr. 9
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID GISKES C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 8

Ontvangen 21 november 1995

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel VIII wordt na het tweede lid een nieuw derde lid ingevoegd, luidende:

3. In afwijking van het eerste lid treedt artikel II, onder C.2, onderdeel d, in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Toelichting

Het amendement strekt ertoe de ingangsdatum van de BTW-verlaging voor de podiumkunsten afhankelijk te stellen van het moment waarop naar de mening van het kabinet de als wenselijk beoordeelde voorgenomen afspraken tussen de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en de onderscheidene cultuursectoren, inhoudende het afdragen van de helft van het voordeel als gevolg van de btw-verlaging van 17,5% naar 6% aan de Cultuurfondsen, in voldoende mate is geëffectueerd.

Giskes

Van Zuijlen

Van Rey

Naar boven