24 428
Wijziging van de Wet op de vermogensbelasting 1964, de Wet op de omzetbelasting 1968, de Wet op belastingen van rechtsverkeer, de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en de Invorderingswet 1990 (terugsluis opbrengst reparatiewetsvoorstel-btw)

nr. 8
AMENDEMENT VAN HET LID GISKES

Ontvangen 15 november 1995

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel VIII wordt na het tweede lid een nieuw derde lid ingevoegd, luidende:

3. In afwijking van het eerste lid treedt artikel II, onder C.2, onderdelen c, d en e in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de genoemde onderdelen verschillend kan worden vastgesteld.

Toelichting

Zodra de door het kabinet als wenselijk beoordeelde voorgenomen afspraken tussen de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en de onderscheidene cultuursectoren, inhoudende het afdragen van de helft van het voordeel als gevolg van de btw-verlaging van 17,5% naar 6% aan de Cultuurfondsen, in voldoende mate is geëffectueerd, zulks ter beoordeling van het kabinet, zal bij koninklijk besluit de inwerkingtreding worden geregeld van het desbetreffende artikelonderdeel van de wet.

Giskes

Naar boven