24 428
Wijziging van de Wet op de vermogensbelasting 1964, de Wet op de omzetbelasting 1968, de Wet op belastingen van rechtsverkeer, de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en de Invorderingswet 1990 (terugsluis opbrengst reparatiewetsvoorstel-btw)

nr. 6
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 6 november 1995

Het wetsvoorstel wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel III wordt vervangen door:

ARTIKEL III

De Wet op belastingen van rechtsverkeer wordt als volgt gewijzigd.

A. Aan artikel 9 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

6. Indien op grond van artikel 15, vierde lid, de vrijstelling niet van toepassing is, wordt de waarde ten minste gesteld op de kostprijs van de onroerende zaak of van de zaak waarop het recht of de dienst betrekking heeft, met inbegrip van de omzetbelasting, zoals die zou ontstaan bij de voortbrenging door een onafhankelijke derde op het tijdstip van de verkrijging.

B. In artikel 15 worden de volgende wijzigingen aangebracht.

B.1. Het eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:

b. door een of meer eigen kinderen, stiefkinderen, pleegkinderen of kleinkinderen, of hun echtgenoten, van goederen die behoren tot en dienstbaar zijn aan een onderneming van de ouder of de grootouder, welke wat de bedrijfsvoering betreft, in haar geheel door dat kind of die kinderen wordt voortgezet;.

B.2. Het eerste lid, onderdeel e, komt te luiden:

e. krachtens inbreng in een vennootschap die geen in aandelen verdeeld kapitaal heeft, dan wel bij omzetting van een niet in de vorm van een naamloze of besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid gedreven onderneming in een wel in een zodanige vorm gedreven onderneming en de oprichters van de vennootschap in het aandelenkapitaal geheel of nagenoeg geheel in dezelfde verhouding gerechtigd zijn als in het vermogen van de omgezette onderneming;.

B.3. Het eerste lid, onderdeel h, komt te luiden:

h. bij fusie en interne reorganisatie;.

B

Na artikel VI wordt ingevoegd:

ARTIKEL VIA

Indien het bij koninklijke boodschap van 24 mei 1995 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968, de Wet op belastingen van rechtsverkeer en enkele andere belastingwetten in verband met de bestrijding van constructies met betrekking tot onroerende zaken (Kamerstukken II 1994/95, 24 172, nrs. 1–2) tot wet wordt verheven en in werking treedt, wordt in artikel III, onderdeel B, daarvan de zinsnede «de vergoeding bedoeld in artikel 8, derde lid, van de Wet op de omzetbelasting 1968» vervangen door: de vergoeding, bedoeld in artikel 8, derde lid, van de Wet op de omzetbelasting 1968, te zamen met de verschuldigde omzetbelasting,.

C

Aan artikel VIII wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

3. In afwijking in zoverre van het eerste lid werken de artikelen III, onderdelen A, B.2 en B.3, en VIA terug tot en met 31 maart 1995, 18.00 uur.

Toelichting

Het voorstel van wet tot wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968, de Wet op belastingen van rechtsverkeer en enkele andere belastingwetten in verband met de bestrijding van constructies met betrekking tot onroerende zaken (Kamerstukken II 1994/95, 24 172) introduceert in artikel 15, vierde lid, van de Wet op belastingen van rechtsverkeer een beperking van de vrijstellingen van overdrachtsbelasting voor de gevallen waarin er sprake is van een voor de omzetbelasting belaste levering of dienst en de vergoeding, gelet op de kostprijs van de zaak, te laag is. Bij deze nota van wijziging wordt onder A – artikel III, onderdeel A – de grondslag voor de heffing van overdrachtsbelasting in die gevallen ook gesteld op de kostprijs van de zaak, overeenkomstig de bedoeling die ten grondslag ligt aan de beperking van de vrijstelling, zoals dit ook is aangegeven in genoemd reparatiewetsvoorstel-btw.

Onderdeel B van artikel III bevat, afgezien van de toevoeging van de grootouder in de opsomming van artikel 15, eerste lid, onderdeel b, van de Wet op belastingen van rechtsverkeer, geen inhoudelijke wijziging ten opzichte van de op dit punt reeds bestaande tekst van het onderhavige wetsvoorstel.

Door middel van de wijziging opgenomen onder B van deze nota van wijziging, wordt een tekstuele omissie in het reparatiewetsvoorstel-btw hersteld.

De wijziging opgenomen onder C voorziet erin dat de wijziging van artikel 9 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer (artikel III, onderdeel A) in verband met de terugwerkende kracht van het reparatiewetsvoorstel-btw op dit punt, eveneens terugwerkt tot 31 maart 1995, 18.00 uur. Dit geldt ook voor de nieuwe regels ter zake van de vrijstelling wegens inbreng, omzetting, fusie en reorganisatie (artikel 15, eerste lid, onderdelen e en h, van de Wet op belastingen van rechtsverkeer; artikel III, onderdelen B.2 en B.3) alsmede voor de in artikel VIA opgenomen correctie van artikel III, onderdeel B, van het reparatiewetsvoorstel-btw.

De Staatssecretaris van Financiën,

W. A. F. G. Vermeend

Naar boven