nr. 6
NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 6 november 1995
Het wetsvoorstel wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel III wordt vervangen door:
ARTIKEL III
De Wet op belastingen van rechtsverkeer wordt als volgt gewijzigd.
A. Aan artikel 9 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:
6. Indien op grond van artikel 15, vierde lid, de vrijstelling niet van
toepassing is, wordt de waarde ten minste gesteld op de kostprijs van de onroerende
zaak of van de zaak waarop het recht of de dienst betrekking heeft, met inbegrip
van de omzetbelasting, zoals die zou ontstaan bij de voortbrenging door een
onafhankelijke derde op het tijdstip van de verkrijging.
B. In artikel 15 worden de volgende wijzigingen aangebracht.
B.1. Het eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:
b. door een of meer eigen kinderen, stiefkinderen, pleegkinderen of kleinkinderen,
of hun echtgenoten, van goederen die behoren tot en dienstbaar zijn aan een
onderneming van de ouder of de grootouder, welke wat de bedrijfsvoering betreft,
in haar geheel door dat kind of die kinderen wordt voortgezet;.
B.2. Het eerste lid, onderdeel e, komt te luiden:
e. krachtens inbreng in een vennootschap die geen in aandelen verdeeld
kapitaal heeft, dan wel bij omzetting van een niet in de vorm van een naamloze
of besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid gedreven onderneming
in een wel in een zodanige vorm gedreven onderneming en de oprichters van
de vennootschap in het aandelenkapitaal geheel of nagenoeg geheel in dezelfde
verhouding gerechtigd zijn als in het vermogen van de omgezette onderneming;.
B.3. Het eerste lid, onderdeel h, komt te luiden:
h. bij fusie en interne reorganisatie;.
B
Na artikel VI wordt ingevoegd:
ARTIKEL VIA
Indien het bij koninklijke boodschap van 24 mei 1995 ingediende voorstel
van wet tot wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968, de Wet op belastingen
van rechtsverkeer en enkele andere belastingwetten in verband met de bestrijding
van constructies met betrekking tot onroerende zaken (Kamerstukken II 1994/95,
24 172, nrs. 1–2) tot wet wordt verheven en in werking treedt,
wordt in artikel III, onderdeel B, daarvan de zinsnede «de vergoeding
bedoeld in artikel 8, derde lid, van de Wet op de omzetbelasting 1968»
vervangen door: de vergoeding, bedoeld in artikel 8, derde lid, van de Wet
op de omzetbelasting 1968, te zamen met de verschuldigde omzetbelasting,.
C
Aan artikel VIII wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:
3. In afwijking in zoverre van het eerste lid werken de artikelen III,
onderdelen A, B.2 en B.3, en VIA terug tot en met 31 maart 1995, 18.00 uur.
Toelichting
Het voorstel van wet tot wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968,
de Wet op belastingen van rechtsverkeer en enkele andere belastingwetten in
verband met de bestrijding van constructies met betrekking tot onroerende
zaken (Kamerstukken II 1994/95, 24 172) introduceert in artikel 15, vierde
lid, van de Wet op belastingen van rechtsverkeer een beperking van de vrijstellingen
van overdrachtsbelasting voor de gevallen waarin er sprake is van een voor
de omzetbelasting belaste levering of dienst en de vergoeding, gelet op de
kostprijs van de zaak, te laag is. Bij deze nota van wijziging wordt onder
A – artikel III, onderdeel A – de grondslag voor de heffing van
overdrachtsbelasting in die gevallen ook gesteld op de kostprijs van de zaak,
overeenkomstig de bedoeling die ten grondslag ligt aan de beperking van de
vrijstelling, zoals dit ook is aangegeven in genoemd reparatiewetsvoorstel-btw.
Onderdeel B van artikel III bevat, afgezien van de toevoeging van de grootouder
in de opsomming van artikel 15, eerste lid, onderdeel b, van de Wet op belastingen
van rechtsverkeer, geen inhoudelijke wijziging ten opzichte van de op dit
punt reeds bestaande tekst van het onderhavige wetsvoorstel.
Door middel van de wijziging opgenomen onder B van deze nota van wijziging,
wordt een tekstuele omissie in het reparatiewetsvoorstel-btw hersteld.
De wijziging opgenomen onder C voorziet erin dat de wijziging van artikel
9 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer (artikel III, onderdeel A) in
verband met de terugwerkende kracht van het reparatiewetsvoorstel-btw op dit
punt, eveneens terugwerkt tot 31 maart 1995, 18.00 uur. Dit geldt ook voor
de nieuwe regels ter zake van de vrijstelling wegens inbreng, omzetting, fusie
en reorganisatie (artikel 15, eerste lid, onderdelen e en h, van de Wet op
belastingen van rechtsverkeer; artikel III, onderdelen B.2 en B.3) alsmede
voor de in artikel VIA opgenomen correctie van artikel III, onderdeel B, van
het reparatiewetsvoorstel-btw.
De Staatssecretaris van Financiën,
W. A. F. G. Vermeend