24 321
Aanvulling van de Wet milieubeheer met een regeling ter waarborging dat gesloten stortplaatsen geen of zo min mogelijk nadelige gevolgen voor het milieu hebben, alsmede wijziging van de Wet bodembescherming

nr. 23
AMENDEMENT VAN HET LID LANSINK TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 11

Ontvangen 11 september 1997

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel D, wordt aan artikel 15.47 een lid toegevoegd, luidende:

9. Uit het fonds worden niet bestreden de kosten die worden gemaakt in verband met de uitvoering van de in artikel 8.49 bedoelde zorg met betrekking tot gesloten stortplaatsen in de betrokken provincie of provincies indien die zorg noodzakelijk is geworden als gevolg van:

a. gewapend conflict, burgeroorlog, opstand, binnenlandse onlusten, oproer of muiterij;

b. een natuurgebeuren van uitzonderlijke, onvermijdelijke en onweerstaanbare aard; of

c. voldoening aan een bevel of dwingend voorschrift van de overheid.

Toelichting

Het amendement beoogt de provincie als nazorgverantwoordelijke – en het provinciale nazorgfonds – te «vrijwaren» van mogelijke enorme financiële gevolgen als gevolg van onvoorzienbare gebeurtenissen, die een kleine kans van optreden maar grote financiële risico's in zich hebben die niet verzekerbaar blijken te zijn. Deze financiële gevolgen dienen naar de mening van ondergetekende (in overwegende mate) door het Rijk te worden gedragen.

De hoogte van de heffing voor het nazorgfonds kan bij aanvaarding van dit amendement – neerwaarts worden bijgesteld.

Lansink

Naar boven