nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende
vaststelling van ruimere regels met betrekking tot de openingstijden van winkels
(Winkeltijdenwet).
De toelichtende memorie (en bijlagen) die het wetsvoorstel vergezelt,
bevat de gronden waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage,
22 juni 1995
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in verband met maatschappelijke
ontwikkelingen en met de behoefte aan vermindering en vereenvoudiging van
regels wenselijk is de Winkelsluitingswet 1976 te vervangen door ruimere regels
met betrekking tot de openingstijden van winkels en de tijden waarop goederen,
anders dan in een winkel, bedrijfsmatig aan particulieren mogen worden te
koop aangeboden of verkocht;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
Artikel 1
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
goederen: roerende lichamelijke zaken, met uitzondering van binnenlandse
en buitenlandse wettige betaalmiddelen;
particulier: degene die een goed koopt anders dan in de uitoefening van
een beroep of bedrijf;
winkel: een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte, waarin goederen
aan particulieren plegen te worden verkocht.
Artikel 2
1. Het is verboden een winkel voor het publiek geopend te hebben:
a. op zondag;
b. op Nieuwjaarsdag, op Goede Vrijdag na 19 uur, op tweede Paasdag, op
Hemelvaartsdag, op tweede Pinksterdag, op 24 december na 19 uur, op eerste
en tweede Kerstdag en op 4 mei na 19 uur;
c. op werkdagen voor 6 uur en na 22 uur.
2. Het is voorts verboden op de in het eerste lid bedoelde dagen en tijden
in de uitoefening van een bedrijf, anders dan in een winkel, goederen te koop
aan te bieden of te verkopen aan en in rechtstreekse aanraking met particulieren.
Artikel 3
1. Indien de eigenaar of de beheerder van een winkel tot een kerkgenootschap
behoort, dat de wekelijkse rustdag op een andere dag dan de zondag houdt,
of te goeder trouw verklaart een godsdienstige overtuiging te bezitten welke
vordert, dat de wekelijkse rustdag op een andere dag dan de zondag wordt gehouden,
verlenen burgemeester en wethouders op zijn verzoek ontheffing van het verbod
van artikel 2, eerste lid, onder a.
2. Aan de ontheffing wordt het voorschrift verbonden dat de winkel op
die andere dag gesloten dient te zijn.
Artikel 4
1. De gemeenteraad kan bij verordening vrijstelling verlenen van de in
artikel 2 vervatte verboden.
2. De gemeenteraad kan bij verordening aan burgemeester en wethouders
de bevoegdheid verlenen om in de gevallen, in de verordening aan te wijzen,
en met inachtneming van de daarin gestelde regels op daartoe strekkend verzoek
ontheffing van de in het eerste lid bedoelde verboden te verlenen.
3. De vrijstellingen en ontheffingen kunnen onder beperkingen worden verleend.
Aan de vrijstellingen en ontheffingen kunnen voorschriften worden verbonden.
Artikel 5
1. Bij algemene maatregel van bestuur kan vrijstelling worden verleend
van de in artikel 2 vervatte verboden ten behoeve van:
a. instellingen voor de volksgezondheid,
b. het verkeer en het vervoer en
c. de verkoop van nieuwsbladen en tijdschriften.
2. De vrijstellingen kunnen onder beperkingen worden verleend. Aan de
vrijstellingen kunnen voorschriften worden verbonden.
Artikel 6
Verordeningen van de gemeenteraad kunnen geen betrekking hebben op de
openingstijden van winkels op werkdagen tussen 6 uur en 22 uur.
Artikel 7
Tegen een op grond van deze wet genomen besluit kan een belanghebbende
beroep instellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.
Artikel 8
De Winkelsluitingswet 1976 wordt ingetrokken.
Artikel 9
In artikel 1, onder 4°, van de Wet op de economische delicten vervalt
de zinsnede met betrekking tot de Winkelsluitingswet 1976 en wordt in de alfabetische
rangschikking toegevoegd: Winkeltijdenwet, de artikelen 2, 3, tweede lid,
4, derde lid, en 5, tweede lid.
Artikel 10
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Artikel 11
Deze wet wordt aangehaald als: Winkeltijdenwet.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Economische Zaken,